Algemeen
‘Vanaf 2024 moet je verplicht in een restaurant of op het terras fooi geven’
Dit weekend mogen we in Nederland eindelijk weer genieten van aangename temperaturen, wat betekent dat de terrassen, strandtenten en andere horecagelegenheden weer drukbezocht zijn. Maar als de rekening op tafel verschijnt, rijst de vraag: hoeveel fooi geef je eigenlijk?

Omroep West heeft zich verdiept in dit onderwerp, want fooi is
vaak een gevoelig punt. Een deskundige legt daarom uit hoe het
zit.

Fooi
Misschien heb je zelf wel in de horeca gewerkt of als ober gediend.
Dan weet je dat fooi ontvangen altijd een aangename verrassing is.
Toch geven sommige mensen helemaal geen fooi.

Wanneer de rekening wordt gepresenteerd, worstelen veel mensen
met de vraag: moet ik fooi geven en zo ja, hoeveel precies? Moet ik
het afronden, of is dat te weinig of juist te veel?

Laten we duidelijk stellen dat het geven van fooi niet verplicht
is en er dus geen officiële regels voor zijn. Toch is het in de
horeca een gebruikelijke praktijk.

Volgens etiquettedeskundige Reinildis van Ditzhuysen vinden
sommige mensen fooi geven overdreven. “Iemand voert gewoon zijn
werk uit, waarom zou je daar extra voor moeten betalen? Sommigen
denken dat medewerkers zielig worden als je geen fooi geeft.”

Hoeveel fooi?
Volgens Van Ditzhuyzen hoef je je niet al te veel zorgen te maken
over de hoogte van de fooi. “Ontvangers zijn altijd blij met een
extraatje. Elke euro is welkom.”

Toch moeten medewerkers in de horeca hun best doen. “Als het
eten niet smaakt, je lang moet wachten of de ober er slordig
uitziet, hoef je geen fooi te geven.”

“Maar als je tevreden bent, is het gebruikelijk om fooi te
geven, meestal rond de tien procent van het totaalbedrag. Dus als
je honderd euro uitgeeft, is dat ongeveer tien euro.”

‘Niet te krenterig zijn’
Volgens Van Ditzhuyzen moeten mensen echter ook weer niet “te
krenterig” zijn. “Je hoeft de rekening niet tot op de cent af te
ronden. Als je fooi geeft, doe het dan goed.”

“Stel dat de rekening 18 euro is en je betaalt met 20 euro, dan
hoef je geen euro terug te vragen. Dat is niet netjes.”

Aan de andere kant is dit typisch Nederlands, volgens de expert. “Erg calvinistisch en kleinzielig. We hebben het nog steeds goed in dit land, dus laten we niet te veel klagen.”
Hoeveel fooi moet je nou geven en aan wie? 'Vroeger droegen we extra laag uitgesneden shirtjes' https://t.co/jYdOxWL0Na #omroepwest
— Socrates Soixante Neuf (@FredDeZwart1) August 19, 2023
Contant geld
Wat je in ieder geval beter niet kunt doen, is fooi geven met je
bankpas. “Dan weet je niet zeker of het bij het personeel
terechtkomt.”

“Zorg ervoor dat je altijd wat kleingeld bij je hebt, zodat je
de fooi contant kunt geven. De werkgever verdient meer dan de
werknemers, dus die moet geen deel van de fooi krijgen.” De FNV
Horecabond deelt deze mening. “Nee, dat vinden wij zeker geen goed
idee. De fooi is bedoeld voor het personeel.”

Service inbegrepen
Tot slot, ter afsluiting: in 1988 is het fooiensysteem in de
Nederlandse horeca afgeschaft. Sindsdien zijn de prijzen inclusief
service.

Algemeen
Dit bizarre bedrag betaal je voor dit winkelwagentje vol boodschappen

Boodschappen doen wordt steeds duurder: waarom de kassa bij de supermarkt voor zoveel schrik zorgt
Voor steeds meer gezinnen is een bezoek aan de supermarkt geen routineklus meer, maar een moment van spanning. Waar het jaren geleden nog mogelijk was om met vijftig euro een goed gevulde boodschappentas naar huis te gaan, zien consumenten nu tot hun verbazing dat zelfs een klein mandje al richting de honderd euro kan oplopen. Zelfs bij budgetketens zoals Lidl, die lange tijd bekend stonden om hun scherpe prijzen, voelt elke kassabon inmiddels alsof er ongemerkt steeds meer euro’s verdwijnen.

Deze ontwikkeling roept vragen op: waarom worden dagelijkse boodschappen zó veel duurder, en hoe kunnen consumenten zich hier nog tegen wapenen?
Basisproducten stijgen het hardst in prijs
De opvallendste stijgingen zitten bij precies de producten die bijna ieder huishouden dagelijks nodig heeft. Denk aan brood, pasta, olie, groenten, kaas en melk. Het zijn geen luxeartikelen, maar juist de vaste onderdelen van het weekmenu. Terwijl consumenten vroeger vooral verschil merkten bij A-merken, zijn tegenwoordig ook huismerkproducten aanzienlijk duurder dan een jaar geleden.
Veel mensen merken dat het bedrag op het kassascherm sneller oploopt dan ooit, zelfs als ze bewust minder producten in hun mandje leggen. Een simpel ontbijt- of lunchpakket kan al een flinke hap uit het budget nemen. Voor gezinnen met kinderen kan een wekelijkse boodschappenronde zo uitgroeien tot een flinke kostenpost.

Waarom zijn boodschappen zo duur geworden?
Economische deskundigen wijzen op een combinatie van factoren:
-
Stijgende energieprijzen, waardoor productie en voedselverwerking duurder worden.
-
Hogere transportkosten, onder andere door duurdere brandstoffen.
-
Internationale onzekerheid, wat zorgt voor prijsvolatiliteit op de wereldmarkten.
-
Duurdere grondstoffen, waardoor de kostprijs van producten oploopt.
Hoewel deze factoren een logische verklaring vormen, blijven consumenten met een ander gevoel achter: wat het precíes kost om een product te maken, maakt aan de kassa namelijk weinig verschil. Daar draait het vooral om de vraag of je het bedrag kunt betalen.

Strategisch boodschappen doen wordt de nieuwe norm
Steeds meer huishoudens geven aan dat boodschappenplanning een serieuze taak is geworden. Waar een supermarktbezoek vroeger iets was dat “even tussendoor” gebeurde, moet nu bijna elke aankoop worden bekeken alsof het een belangrijke beslissing is.
Mensen passen hun routine aan:
-
Ze nemen rekenmachines mee om prijzen direct te vergelijken.
-
Ze maken strikte lijstjes en blijven daar ook bij.
-
Ze letten bewuster op aanbiedingen, maar ontdekken dat die minder voordelig zijn dan vroeger of sneller uitverkocht raken.
-
Ze doen vaker boodschappen bij verschillende winkels om toch nog ergens te besparen.
Zelfs kinderen merken de verandering. Ouders leggen steeds vaker uit waarom bepaalde producten niet meegaan in het karretje.

Slimme marketing helpt niet mee
Supermarkten hebben hun schappen zo ingericht dat consumenten vaak ongemerkt naar duurdere producten grijpen. Artikelen op ooghoogte zijn vrijwel altijd prijziger. De voordeligere alternatieven liggen meestal onderaan of helemaal bovenin het schap – minder zichtbaar voor klanten die haast hebben.
Daarnaast zijn er “nepkortingen”, zoals producten die worden verhoogd in prijs en daarna weer in de aanbieding gaan. Luxe verpakkingen of “gezonde claims” maken producten aantrekkelijker, maar niet per se beter voor de portemonnee.
Voor iemand die snel door de winkel loopt, is het bijna onmogelijk om alle psychologische prijsstrategieën te doorzien.
Lidl blijft relatief goedkoop, maar zelfs daar worden de bedragen hoger
Budgetketens zoals Lidl blijven voor veel gezinnen de plek waar ze nog nét binnen het budget kunnen winkelen. Toch is het ook daar duidelijk merkbaar dat de prijzen stijgen. Wanneer zelfs de voordeligste supermarkt duur begint aan te voelen, wordt de kloof tussen inkomen en uitgaven steeds groter.
Dit maakt duidelijk hoe intens de prijsdruk inmiddels is geworden. Voor mensen met een lager of middeninkomen voelt boodschappen doen als een voortdurende rekenoefening, waarbij elke euro telt.
De menselijke kant: gezinnen komen klem te zitten
Waar inflatie vroeger een abstract begrip was, merken consumenten nu dagelijks de gevolgen:
-
Sommige mensen slaan maaltijden over om binnen het budget te blijven.
-
Steeds meer gezinnen melden zich bij voedselbanken.
-
Werkende gezinnen hebben moeite om de maand rond te komen, ondanks meerdere inkomens.
-
De vaste lasten slokken een groter deel van het inkomen op, waardoor er minder ruimte is voor onverwachte uitgaven.
Voedselbanken melden een voortdurende stijging in aanvragen, terwijl donaties juist onder druk staan. Dit laat zien hoe breed het probleem is: niet alleen mensen in armoede, maar ook werkende gezinnen worden geraakt.
Supermarkten boeken hoge winsten: het contrast groeit
Een punt dat regelmatig terugkomt in de discussie, is dat grote supermarktketens recordwinsten blijven boeken. Voor veel consumenten voelt dat wrang: terwijl zij meer betalen, lijkt het alsof bedrijven juist profiteren van de situatie.
Die kloof tussen zakelijke resultaten en de realiteit van de klant wordt steeds zichtbaarder. Het maakt de discussie over “betaalbaar voedsel” urgenter dan ooit.
De sociale impact: boodschappen doen wordt een bron van stress
Waar een supermarktbezoek ooit een simpel alledaags moment was, ervaren veel mensen nu stress zodra ze de winkel binnenlopen. Het gevoel dat alles duur is, dat je continu moet rekenen en keuzes moet afwegen, weegt zwaar.
Zelfs een boterham met kaas — voorheen een van de goedkoopste lunches — is ineens een kleine luxe geworden.
De oplopende prijzen zorgen ervoor dat gezinnen creatiever worden, maar ook dat ze terughoudender zijn in hun keuzes. Dat heeft uiteindelijk invloed op gezondheid, welzijn en leefstijl.
Een toekomst waarin eten weer betaalbaar moet worden
Voeding is een basisbehoefte, geen luxe. Dat vraagt om beleid en bedrijfsvoering die rekening houden met consumenten. Prijsbewuste keuzes zijn normaal, maar het mag nooit zo ver komen dat gezinnen afhankelijk worden van geluk of speciale acties om gezond te kunnen eten.
Bewustwording, transparantie en eerlijke prijzen zijn volgens veel consumenten broodnodig.
Hoe ga jij om met de stijgende prijzen?
Merk jij het ook bij elke
kassabon?
Heb je tips om de kosten te drukken of herken je het gevoel dat
boodschappen doen een serieuze rekenopgave is geworden?
Laat het weten op Facebook — jouw ervaringen kunnen anderen helpen in deze dure tijden.