Algemeen
Thomas openhartig over intieme problemen: “Zeven jaar geen seks met vriendin”
Zoë, een 43-jarige vrouw, heeft geen interesse in s*ksuele activiteiten. Ze raakt nooit 0pgewonden en vindt het hele gebeuren maar gedoe. In een interview met De Telegraaf’s rubriek ‘Tussen de Lakens’ vertelt ze over haar relatie met haar vriend: “Hij ligt naast me te mast*rberen.”

“Toen ik jonger was, begonnen mijn vriendinnen interesse te
tonen in s*ks. Ik had daar geen behoefte aan. Ik las geen
0pwindende verhalen in tienerbladen. Wat kon het mij schelen hoe
iemand zijn of haar eerste keer had beleefd? Ik had ook geen
interesse in jongens.”

Veel mensen vroegen me destijds of ik misschien op vrouwen viel,
maar dat was het niet. Als ik uitging en een jongen interesse
toonde, haakte ik af.”

“Ik vond z0enen nog wel oké, maar dat was het dan ook. Ik werd
0ntmaagd toen ik 27 was. Niet omdat ik dat zelf zo graag wilde,
maar ik werd overgehaald toen ik dr0nken was.”

“Het was vresel!jk. Ik heb die jongen daarna nooit meer gezien
of gesproken, dus je kunt wel zeggen dat het erg tegenviel.”

Ik raakte niet 0pgewonden
“Mijn ontmaagding was snel en liefdeloos. Het heeft een stempel
gedrukt op de rest van mijn leven. Ik besloot dat ik het nooit meer
zou doen met iemand waarvan ik niet zeker wist dat ik ook van hem
hield. Toen ik 36 was, ontmoette ik Thomas. Hij maakte me
gelukkig.”

“Maar let op: gelukkig, maar niet 0pgewonden. Als we int*em
waren, vond ik er geen plezier in. Het was gewoon niet leuk en dat
denk ik zeven jaar later nog steeds.”

“Ik heb een jaar lang gedaan alsof ik het leuk vond. Ik word
niet 0pgewonden en ik moet 0vergeven als ik sp*rma zie. Voor mij is
knuffelen en z0enen genoeg, maar daar blijft het dan ook bij.”

Emotioneel gesprek
“Na een jaar heb ik het hem gewoon verteld. Ik was oprecht
emotioneel omdat ik mijn vriend geen s*ksleven kan bieden. Dat is
te veel gevraagd voor mij. Hoewel ik het niet leuk vind voor hem,
wil ik mezelf ook niet verwaarl0zen. Daar zou ik alleen maar last
van hebben.”

Thomas staat met lege handen
“Hij vindt het soms wel moeilijk. Hij heeft periodes waarin hij
echt zin heeft, maar dan krijgt hij bij mij geen gehoor. Hij is
inmiddels zo ver dat hij het niet eens meer probeert.”

“Ik heb overwogen om de relatie open te stellen, maar ik wil
niet dat hij met een andere vrouw gaat. Dat wil ik dan weer
niet.”

Wat we nu doen, is veel knuffelen. Hij bevr*digt zichzelf
terwijl hij naar een 0pwindend filmpje kijkt. Onze relatie is
verder goed, behalve op s*ksueel gebied.”

“Gelukkig kan ik goed met hem praten. Dat vind ik belangrijker
dan iemand met wie ik niet kan communiceren. We zijn gewoon
anders.”

Algemeen
KNMI waarschuwt de bevolking voor zware orkanen en massale stroomuitval

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) heeft een indringend rapport gepubliceerd waarin wordt gewaarschuwd dat klimaatverandering ervoor zorgt dat scenario’s die lange tijd als “onvoorstelbaar” golden, ook in Nederland realistisch worden. In het zogenoemde extreem rapport schetst het weerinstituut negen mogelijke weersituaties en gevolgscenario’s die in de nabije toekomst zouden kunnen voorkomen. Het doel van het rapport is nadrukkelijk niet om paniek te zaaien, maar om bewustwording te creëren en bestuurders, organisaties en burgers aan te zetten tot betere voorbereiding.

Bewustwording, geen paniek
Volgens KNMI-directeur Maarten van Aalst is het rapport bedoeld als een wake-upcall. “We zien dat de grenzen van wat we kennen verschuiven,” stelt hij. “Situaties die vroeger extreem zeldzaam waren, komen dichterbij. En als we ons daar niet op voorbereiden, kunnen de gevolgen groot zijn.” Van Aalst benadrukt dat het KNMI liever vooruitkijkt dan achteraf moet constateren dat schade en maatschappelijke ontwrichting voorkomen hadden kunnen worden.
De timing van het rapport is niet toevallig. Precies tien jaar geleden werd het Akkoord van Parijs gesloten, waarin werd afgesproken de wereldwijde opwarming te beperken tot maximaal 1,5 graad. Inmiddels wordt steeds duidelijker dat dit doel moeilijk haalbaar is. Daardoor neemt de kans toe op weerextremen die buiten onze historische ervaring vallen.

Stormen met ongekende kracht
Een van de scenario’s in het rapport gaat over zware stormen die hun oorsprong vinden boven warmer zeewater. Door stijgende zeetemperaturen kunnen stormsystemen meer energie opnemen. Dat vergroot de kans dat zeer krachtige stormen ook West-Europa bereiken.
Als voorbeeld wordt verwezen naar een zware storm die vorig jaar over Frankrijk trok, nadat deze onverwacht richting Europa was afgebogen. Onderzoek laat zien dat zo’n systeem ook Nederland had kunnen treffen, met zeer zware windstoten en aanzienlijke schade aan natuur, infrastructuur en gebouwen. Niet alleen materiële schade speelt hierbij een rol, maar ook de mentale impact op bewoners en hulpdiensten.
Kwetsbaarheid van het energiesysteem
Een ander belangrijk aandachtspunt in het rapport is de kwetsbaarheid van het elektriciteitsnet. Niet zozeer door één extreem weertype, maar door een combinatie van factoren. Denk aan een langdurig hogedrukgebied in de winter, met weinig wind en zon, terwijl de energievraag juist hoog is.

Onderzoekers hebben doorgerekend wat er gebeurt als windmolens nauwelijks draaien en zonnepanelen weinig opleveren, terwijl huishoudens en bedrijven veel stroom gebruiken. In zo’n situatie zou tijdelijk niet aan de volledige vraag kunnen worden voldaan. Hoewel de kans hierop klein is, onderstreept het rapport dat dit soort scenario’s serieus genomen moeten worden bij de inrichting van het energiesysteem.
Extreme hitte in steden
Steden zijn extra kwetsbaar voor hitte. Het KNMI kijkt daarom ook naar het scenario van een zeer zware en langdurige hitteperiode, vooral in dichtbebouwde gebieden zoals Amsterdam. In eerdere zomers is al gebleken dat infrastructuur zoals spoorlijnen, bruggen en openbaar vervoer gevoelig is voor langdurige hoge temperaturen.
Volgens het rapport had een eerdere hittegolf al ernstiger gevolgen kunnen hebben als verkoelende weersystemen iets later waren gearriveerd. In een toekomstscenario met langdurige extreme hitte kan de druk op zorg, hulpdiensten en energievoorziening sterk toenemen. Dat vraagt om gerichte maatregelen, zoals vergroening van steden, schaduwplekken en hitteplannen voor kwetsbare groepen.

Gezondheid en nieuwe risico’s
Klimaatverandering heeft niet alleen invloed op het weer, maar ook op de volksgezondheid. In het rapport wordt aandacht besteed aan het mogelijke vaker voorkomen van bepaalde ziekteverwekkers die profiteren van warmere omstandigheden. Zo wordt gekeken naar virussen die via insecten worden overgedragen.
Onderzoekers geven aan dat langere, warmere zomers het leefgebied van bepaalde insecten kunnen vergroten. Daardoor kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijker verspreiden. Dit betekent niet dat er direct reden is tot ongerustheid, maar wel dat monitoring, onderzoek en preventie belangrijker worden.
Wateroverlast en overstromingen
Nederland is van oudsher gewend om met water te leven, maar klimaatverandering stelt dat vermogen op de proef. Het rapport beschrijft scenario’s met extreme neerslag in korte tijd, wat kan leiden tot wateroverlast in stedelijke gebieden en druk op dijken en waterkeringen.
Hoewel Nederland goed beschermd is, benadrukt het KNMI dat systemen ontworpen zijn op basis van historische gegevens. Als die omstandigheden veranderen, moeten ook de veiligheidsnormen en plannen mee-evolueren.
Samenhang van gevolgen
Wat het rapport vooral duidelijk maakt, is dat extremen zelden op zichzelf staan. Een hittegolf kan leiden tot stroomproblemen, druk op zorg en verminderde mobiliteit. Een zware storm kan infrastructuur beschadigen en economische schade veroorzaken. Die samenhang maakt voorbereiding complex, maar ook noodzakelijk.
Van Aalst noemt dit “meervoudige risico’s”: “Het gaat niet om één gebeurtenis, maar om de keten van gevolgen die daarop volgt. Juist daar moeten we beter op anticiperen.”
Vooruitdenken als sleutel
Het KNMI benadrukt dat veel schade voorkomen kan worden door tijdig beleid en aanpassingen. Dat betekent investeren in klimaatbestendige infrastructuur, het aanpassen van steden, het versterken van energie- en watersystemen en goede communicatie richting burgers.
Het rapport roept bestuurders op om scenario’s niet weg te zetten als onwaarschijnlijk, maar ze te gebruiken als oefenmateriaal. “Als je weet wat er kan gebeuren, kun je betere keuzes maken,” aldus Van Aalst.
Wat betekent dit voor inwoners?
Voor inwoners betekent het rapport vooral dat het verstandig is om bewust te zijn van veranderende omstandigheden. Dat kan variëren van voorbereid zijn op hitte, tot het volgen van adviezen bij extreem weer. Tegelijk blijft Nederland een veilig en goed georganiseerd land, waar veel kennis en middelen beschikbaar zijn om risico’s te beperken.
Een realistische blik vooruit
Het extreem rapport van het KNMI schetst geen doembeeld, maar een realistische blik op een veranderend klimaat. Door mogelijke scenario’s nu al te benoemen, ontstaat ruimte om te handelen voordat situaties zich voordoen. De boodschap is helder: wat ooit ondenkbaar leek, vraagt nu om aandacht, planning en samenwerking.
Niet uit angst, maar uit verantwoordelijkheid voor de toekomst.