Bennett Kaspar-Williams: “Mijn zwangerschap maakt me geen
moeder – identiteit verdient respect”
In een tijd waarin respect voor
iemands identiteit steeds meer aandacht krijgt, blijkt uit
persoonlijke verhalen hoe belangrijk het is om mensen aan te
spreken zoals zij zelf dat aangeven. Dit geldt voor iedereen,
ongeacht of iemand cisgender, transgender, non-binair of iets
anders is. Toch wordt deze basis van erkenning en gelijkwaardigheid
nog lang niet overal toegepast.

Een treffend voorbeeld is het
verhaal van Bennett Kaspar-Williams (37) uit Los Angeles. In
oktober 2020 verwelkomde hij samen met zijn man Malik hun zoon
Hudson via een keizersnede. Hoewel Bennett zich destijds
identificeerde als man, werd hij in het z!ekenhuis keer op keer
aangesproken met “moeder” — tegen zijn wil én tegen de informatie
in die hij vooraf had gedeeld met het zorgpersoneel.
“Mijn zwangerschap werd continu
verkeerd begrepen”
Bennett startte zijn medische
transitie in 2014, drie jaar nadat hij tot het besef kwam dat hij
transgender is. Hij gebruikte toen de voornaamwoorden hij/hem, en
inmiddels identificeert hij zich als non-binair en gebruikt hij
zowel hij/hem als zij/hen. Samen met zijn partner droomde hij ervan
een gezin te stichten. Ze wisten dat dit zou betekenen dat Bennett
tijdelijk moest stoppen met zijn testosterontherapie om zijn
vruchtbaarheid terug te laten keren.

Na grondig nadenken besloot
Bennett dat hij zich comfortabel genoeg voelde om zelf zwanger te
worden. Dat proces verliep verrassend snel: al kort na de eerste
pogingen bleek hij op natuurlijke wijze zwanger. “We hadden
verwacht dat het veel langer zou duren,” vertelt hij.
Toch werd die blijdschap al
snel overschaduwd door zorgen: net na de positieve test begon in de
VS de eerste coronagolf en lockdown. Plots draaide alles om
veiligheid — niet alleen voor Bennett, maar ook voor het ongeboren
kindje.
Verwarring en onbegrip in het
z!ekenhuis
De grootste uitdaging tijdens
zijn zwangerschap was niet fysiek, maar sociaal en emotioneel: hoe
anderen ermee omgingen. Hoewel hij overal had aangegeven dat hij
man is, bleven artsen en verplegend personeel hem steevast “moeder”
noemen. “Het enige wat me echt dysforisch maakte aan de
zwangerschap, was hoe ik constant verkeerd werd aangesproken door
zorgverleners,” zegt hij.

Zelf had hij gehoopt dat het
z!ekenhuis zijn identiteit zou respecteren, zeker omdat hij
expliciet op de formulieren had aangegeven hoe hij genoemd wilde
worden. Maar in de praktijk liep het anders. Steeds opnieuw werd
hij geconfronteerd met het hardnekkige idee dat iemand die zwanger
is per definitie een vrouw moet zijn — een aanname die zijn
identiteit volledig negeerde.
“Moederschap is geen synoniem
voor vrouw-zijn”
Voor Bennett was deze
ervaring pijnlijk, maar ook verhelderend. In de maanden na de
bevalling besloot hij zich in te zetten voor meer bewustwording
over genderidentiteit binnen de geboortezorg. In een interview met
de New York Post vertelt
hij: “De hele zwangerschapszorg in Amerika is doordrenkt met het
idee van moederschap. Het draait om het verkopen van een romantisch
beeld van ‘de moeder’. Maar dat sluit mensen zoals ik uit.”
Hij benadrukt dat niet
iedereen met een baarmoeder zwanger wil of kan worden, en dat niet
iedereen die een kind draagt automatisch een moeder is. “Het idee
dat vrouwelijkheid gelijkstaat aan moederschap is gewoonweg fout.
Het houdt geen rekening met de realiteit van trans- en non-binaire
personen, én het doet ook veel vrouwen tekort die geen kinderen
kunnen krijgen of dat niet willen.”

Een nieuwe manier van kijken
naar zwangerschap
Bennett’s ervaring maakt
duidelijk hoe belangrijk het is om fysieke processen — zoals een
zwangerschap — niet automatisch te koppelen aan genderidentiteit.
“Ik ben zwanger geweest, maar dat maakt mij geen moeder,” zegt hij.
“Ik ben vader, en dat verdient respect.”
Zijn keuze om de zwangerschap
zelf te dragen, kwam voort uit een diep inzicht in zijn eigen
lichaam en identiteit. Door lichamelijke functies los te koppelen
van traditionele genderopvattingen, kon hij een bewuste en
authentieke keuze maken. “Zwangerschap was voor mij geen conflict
met mijn identiteit, totdat de buitenwereld het wél zo maakte,”
aldus Bennett.

Positieve verandering begint
met taal
De kern van zijn boodschap?
Respect begint bij taal. Door simpelweg iemands gekozen
voornaamwoorden en aanspreekvorm te gebruiken, erken je hun
mens-zijn. Het gaat niet om politieke correctheid, maar om
basisrespect en empathie.
In zijn pleidooi pleit
Bennett voor meer inclusieve zorgverlening. Hij roept z!ekenhuizen
en medische instellingen op om zorgprofessionals beter te trainen
in genderinclusieve communicatie. Dat gaat verder dan taal: het
betekent ook openstaan voor diverse gezinsvormen en ervaringen,
zonder aannames.
“Mijn identiteit doet ertoe —
net als die van jou”
Vandaag deelt Bennett zijn
verhaal in de hoop dat het iets in beweging zet. Zijn zwangerschap
en bevalling waren een bijzondere ervaring, maar ook een
confronterende spiegel voor hoe weinig ruimte er nog is voor
genderdiversiteit in de zorg.

Dat hij nu openlijk spreekt
over die periode, laat zien hoe krachtig persoonlijke verhalen
kunnen zijn in het vergroten van begrip. “Ik wil dat mijn zoon
opgroeit in een wereld waarin hij leert dat iedereen zichzelf mag
zijn — en dat ouderschap er in vele vormen is.”
Zijn verhaal raakt daarmee
niet alleen aan het thema transgender ouderschap, maar ook aan
bredere kwesties over wie erbij hoort, wie gezien wordt en wie
ruimte krijgt om zichzelf te zijn.
Meer dan alleen een
persoonlijk verhaal
Bennett’s reis laat zien hoe
belangrijk het is om maatschappelijke structuren — zoals de
gezondheidszorg — kritisch onder de loep te nemen. Voor wie nooit
is buitengesloten op basis van identiteit, lijkt het misschien een
klein detail of een ‘verspreking’. Maar voor mensen als Bennett
zijn die woorden en aannames dagelijkse confrontaties met het feit
dat hun bestaan niet altijd erkend wordt.

Zijn ervaring staat niet op
zichzelf. Over de hele wereld vertellen trans- en non-binaire
personen hoe ze in de gezondheidszorg, op school of in sociale
situaties telkens opnieuw moeten uitleggen wie ze zijn — of erger:
worden genegeerd.
Tot slot
Of je nu vader, moeder, papa,
mama of iets anders bent: jouw identiteit verdient erkenning. En
zolang we blijven luisteren naar verhalen zoals die van Bennett
Kaspar-Williams, kunnen we samen bouwen aan een inclusievere
samenleving. Een samenleving waarin iedereen zich welkom voelt —
ook tijdens de meest intieme, kwetsbare momenten van het
leven.
Wat vind jij van Bennett’s
verhaal? Laat het weten in de reacties en deel jouw mening over hoe
we samen kunnen zorgen voor meer respect en gelijkwaardigheid.
