-

Algemeen

Tesla-eigenaar verklapt hoeveel hij écht bespaard heeft na zes jaar elektrisch rijden

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Elektrisch rijden wint steeds meer aan populariteit, vooral door de belofte van lagere kosten op lange termijn. Een goed voorbeeld hiervan is Andy Slye, een YouTuber en Tesla-eigenaar, die na zes jaar rijden met zijn Tesla Model 3 een uitgebreide analyse deelde van de kosten die hij heeft gemaakt, evenals de besparingen die hij realiseerde. In een video op zijn YouTube-kanaal legde hij zijn bevindingen uit en besprak hij de werkelijke kosten en voordelen van elektrisch rijden.

Aanschaf en Onderhoud van de Tesla

Andy Slye kocht zijn Tesla in 2019 voor een bedrag van €50.375. Hoewel dit aanvankelijk een forse investering lijkt, heeft hij de afgelopen zes jaar de kosten nauwkeurig bijgehouden. Volgens Slye heeft de auto door de jaren heen verschillende reparaties nodig gehad die buiten de garantie vielen, wat hem ongeveer €1.900 kostte. Daarnaast heeft hij twee keer een nieuwe set banden moeten kopen, wat hem nog eens €2.540 kostte.

Wat opvalt aan zijn verhaal, is de relatief lage onderhoudskosten in vergelijking met benzineauto’s. Dit is een van de voordelen van elektrisch rijden; elektrische voertuigen hebben doorgaans minder bewegende onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn, waardoor onderhoudskosten lager kunnen uitvallen.

Laadkosten vs. Brandstofkosten

Een van de belangrijkste voordelen van elektrisch rijden zijn de lagere laadkosten. Slye woont in een gebied met goedkope elektriciteit, waardoor hij zijn Tesla voor slechts €0,075 per kilowattuur kan opladen.

In totaal heeft hij 36.482 kWh verbruikt om 231.949 kilometer te rijden, wat hem €2.730 aan laadkosten heeft gekost. Daarnaast besteedde hij €575 aan Tesla Superchargers tijdens het reizen en €885 aan de installatie van een NEMA 14-50-aansluiting voor het thuis opladen. Dit brengt zijn totale laadkosten op ongeveer €4.190.

In vergelijking met een benzineauto, die volgens Slye ongeveer €18.800 aan brandstof zou hebben gekost, heeft hij dus een aanzienlijke besparing gerealiseerd. Volgens cijfers van GoBankingRates kost benzine jaarlijks gemiddeld €3.110, wat betekent dat Slye jaarlijks duizenden euro’s heeft bespaard door elektrisch te rijden.

Totaalkosten en Besparingen

In totaal heeft Andy Slye tot nu toe €73.995 uitgegeven aan het bezit van zijn Tesla over een periode van zes jaar, inclusief de aanschafprijs, onderhoud en laadkosten. Dit komt neer op een gemiddelde van €7.400 per jaar, wat gezien de afgelegde kilometers (231.949 km) redelijk is. Bovendien heeft hij in totaal €18.800 bespaard op brandstofkosten in vergelijking met een vergelijkbare benzineauto.

Hoe Zou Dit in Nederland Zijn?

Als we deze situatie naar Nederland vertalen, liggen de kosten voor brandstof hier aanzienlijk hoger dan in de Verenigde Staten. In Nederland kost benzine momenteel ongeveer €2 per liter. Voor dezelfde afstand van 231.949 kilometer zouden de brandstofkosten oplopen tot zo’n €8.800 per jaar, wat neerkomt op €88.000 over tien jaar. Dit verschil maakt elektrisch rijden nog aantrekkelijker in Nederland.

Wat betreft de stroomkosten liggen deze ook iets hoger. In Nederland betaal je gemiddeld €0,23 per kilowattuur, wat betekent dat de totale laadkosten voor een Tesla in zes jaar ongeveer €8.400 zouden bedragen. Ondanks de hogere elektriciteitsprijzen blijft elektrisch rijden in Nederland voordeliger dan rijden op benzine, vooral gezien de hoge brandstofprijzen.

Conclusie

De analyse van Andy Slye laat zien dat elektrisch rijden op de lange termijn aanzienlijke besparingen kan opleveren, zowel qua brandstofkosten als onderhoud. Hoewel de initiële aanschafprijs van een elektrische auto hoger kan zijn dan die van een benzineauto, kunnen de lagere onderhouds- en laadkosten deze investering op de lange termijn meer dan goedmaken. In Nederland, met zijn hogere brandstofprijzen, is de besparing nog groter, waardoor elektrisch rijden niet alleen milieuvriendelijk, maar ook financieel aantrekkelijk is.

Algemeen

Breaking: Zes grote winkelketens met duizenden filialen stoppen met het aannemen van contant geld

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Contant geld verdwijnt steeds meer uit winkels: gemak of gevaar?

Wat ooit de standaard was bij het afrekenen, verdwijnt nu in rap tempo uit het straatbeeld: contant geld. Steeds meer winkels, supermarkten en horecazaken kiezen ervoor om uitsluitend digitale betaalmethoden te accepteren. Waar je vroeger altijd kon betalen met munt- of briefgeld, hangt er tegenwoordig vaker een bordje bij de kassa: “Pin only”.

Groot-Brittannië loopt voorop met cashloze winkels

In het Verenigd Koninkrijk is deze verandering nu echt in een stroomversnelling gekomen. Meerdere grote winkelketens hebben aangekondigd dat ze contant geld niet langer zullen accepteren. Onder meer de populaire restaurantketen Zizzi, met meer dan 130 filialen in het land, is volledig overgestapt op digitaal betalen. Het bedrijf zegt dat deze overstap ‘sneller, veiliger én milieuvriendelijker’ is.

Ook Gail’s Bakery, dat meer dan 170 vestigingen telt, schaft cashbetalingen volledig af. Volgens het bedrijf vermindert dit de CO₂-uitstoot, omdat er geen geldtransporten meer nodig zijn.

De verandering beperkt zich niet tot horeca. Ook supermarkten nemen afscheid van cash. Asda, met ruim 1.100 winkels, laat weten dat meer dan 90% van de klanten toch al digitaal betaalt. Tesco, de grootste supermarktketen van het VK, accepteert in veertig van haar cafélocaties nog uitsluitend pinbetalingen. Sainsbury’s, een andere grote speler, test momenteel een cashloos model in een toenemend aantal winkels.

Ook in Nederland steeds meer ‘pin only’

Deze ontwikkeling beperkt zich niet tot het buitenland. Ook in Nederland is er een toenemende trend van bedrijven die ervoor kiezen om geen contant geld meer te accepteren. Denk aan festivals, attractieparken, koffieketens en zelfs kleinere buurtwinkels. Hoewel veel consumenten er nog aan moeten wennen, zien ondernemers vooral de voordelen: geen risico op overvallen, minder kasbeheer en een snellere doorstroom aan de kassa.

Wat veel mensen echter niet weten: het aannemen van contant geld is in Nederland niet verplicht. Ondanks dat munten en biljetten wettig betaalmiddel zijn, mogen ondernemers zelf bepalen welke vormen van betaling ze accepteren. Dat betekent dat een winkel of restaurant wél pin mag eisen — zelfs als je gewoon met briefgeld wilt betalen.

Digitale betalingen: snel en efficiënt, maar niet voor iedereen

Volgens veel bedrijven is het overstappen naar cashloos betalen een logische stap in de moderne tijd. Digitale betalingen zijn niet alleen sneller en efficiënter, maar zouden ook beter beveiligd zijn. De kans op kasverschillen of fouten bij het wisselgeld verdwijnt immers volledig.

Toch is er ook veel kritiek. Want hoewel contactloos betalen met een smartphone of bankpas voor veel mensen handig is, geldt dat niet voor iedereen. Vooral ouderen, mensen met een beperking of laag inkomen, en mensen die bewust geen smartphone of digitale bankrekening gebruiken, worden door deze verandering buitengesloten.

Contant geld blijft belangrijk voor kwetsbare groepen

Voor sommige mensen is contant geld niet alleen een betaalmiddel, maar ook een manier om grip te houden op hun uitgaven. Een portemonnee met briefgeld laat in één oogopslag zien hoeveel je nog kunt uitgeven. Bij digitale betalingen daarentegen verlies je makkelijk het overzicht — zeker als de betalingen via verschillende apps, creditcards of rekeningen verlopen.

Mensen met budgetproblemen of schulden geven vaak aan dat ze beter omgaan met geld als ze cash gebruiken. Het fysiek uitgeven van een biljet voelt anders dan een snelle tik met de telefoon, waarbij je niet direct ziet wat je hebt besteed.

Daarnaast zijn er ook zorgen over privacy en dataveiligheid. Contant geld laat geen digitale sporen na, terwijl pinbetalingen wel geregistreerd worden. Voor wie waarde hecht aan anoniem betalen, is cash een belangrijk alternatief.

Overheid: ‘Contant geld blijft belangrijk’

De Nederlandse overheid zegt het belang van contant geld te blijven erkennen. De Rijksoverheid en De Nederlandsche Bank hebben meerdere malen benadrukt dat contant geld beschikbaar moet blijven als volwaardig betaalmiddel, juist voor mensen die niet met digitale middelen overweg kunnen. Tegelijkertijd erkennen ze dat het gebruik van contant geld afneemt.

In 2022 werd al duidelijk dat minder dan 20% van de aankopen in Nederland nog contant werd afgerekend. In sommige branches, zoals de horeca of op markten, ligt dit percentage iets hoger. Toch is de trend duidelijk: het gebruik van cash loopt snel terug.

Wie bepaalt hoe je mag betalen?

Volgens de huidige wetgeving in Nederland zijn winkeliers en horecaondernemers vrij om zelf te bepalen welke betaalmiddelen zij accepteren, zolang ze dit duidelijk communiceren vóór de aankoop. Dat betekent dat een winkel bijvoorbeeld mag aangeven alleen pinbetalingen te accepteren, en je in dat geval niet verplicht is om de klant contant geld te laten gebruiken.

Toch roept dit bij veel mensen vragen op. Hoe wettig is ‘wettig betaalmiddel’ nog, als je er bij steeds meer winkels niet meer mee terecht kunt? Juridisch gezien klopt het, maar voor veel mensen voelt het oneerlijk of zelfs onrechtvaardig.

De toekomst: volledige digitalisering of keuzevrijheid?

De grote vraag is nu: zijn we op weg naar een volledig cashloze samenleving? En zo ja, wat betekent dat voor groepen die buiten de digitale boot vallen?

Voorstanders van digitaal betalen wijzen op innovatie, veiligheid en gemak. Tegenstanders maken zich zorgen over toegankelijkheid, uitsluiting en verlies aan autonomie.

Misschien ligt de oplossing in keuzevrijheid. Zolang consumenten de keuze hebben tussen cash en digitaal, is er ruimte voor iedereen om op zijn eigen manier te betalen. Maar zolang steeds meer bedrijven zonder overleg overstappen naar pin-only, dreigen groepen uit het systeem te vallen — en dat verdient volgens critici meer aandacht dan het nu krijgt.


Conclusie: het verdwijnen van contant geld raakt méér dan alleen de portemonnee

Hoewel het verdwijnen van contant geld voor velen een kwestie van gewenning lijkt, raakt het veel meer dan alleen onze betaalgewoonten. Het raakt de toegankelijkheid van basisbehoeften, het gevoel van financiële controle, en zelfs de sociale inclusie van kwetsbare groepen. Voor ondernemers biedt het voordelen, maar voor een deel van de bevolking betekent het een extra drempel.

In een samenleving waarin iedereen mee moet kunnen doen, is het belangrijk dat er ruimte blijft voor contant betalen. Misschien niet overal — maar in elk geval op plekken waar mensen daar nog écht van afhankelijk zijn.

Lees verder