-

Algemeen

Nog een vaste tafelgast sneuvelt bij Vandaag Inside: ´Ze hebben me kapot gemaakt´

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Het lijkt een droom om aan te schuiven bij het populaire praatprogramma Vandaag Inside, maar voor Albert Verlinde blijkt het in de praktijk een zware beproeving. De show kost hem zoveel energie dat hij na twee optredens in één week volledig uitgeteld was. Het roddelblad Weekend kopte zelfs: “VI sloopt Albert Verlinde.” De mediapersoonlijkheid reageerde gisteren in de uitzending zelf op die stevige uitspraak.

Geen reden tot paniek

Albert probeerde de onrust over zijn vermeende instorting meteen weg te nemen. “Ik las het ook vandaag,” zei hij in de uitzending. “In de Weekend staat dat ik helemaal kapot ben en niet meer kan. Maar alles doet het nog, mensen. Maak je geen zorgen.” Toch gaf hij toe dat het intensief is. “Ik heb altijd gezegd dat ik het één keer per week leuk vind, maar toen moest ik invallen. En ja, dat was echt pittig.”

Dagtaak aan voorbereiding

Wat veel mensen niet beseffen, is dat een optreden bij Vandaag Inside geen kwestie is van ‘even aanschuiven’. Albert vertelt dat hij de hele dag bezig is met het lezen van kranten en het bekijken van televisieprogramma’s om goed voorbereid te zijn. “Je moet op de hoogte zijn van alles, anders kun je beter niet aan die tafel gaan zitten,” aldus Albert.

Wierd Duk sluit zich aan

Ook journalist Wierd Duk deelt die ervaring. Hij werd tijdens dezelfde uitzending gevraagd hoe het hem vergaat. “Het sloopt mij ook,” bekende hij. “De hele dag voorbereiden, constant gebeld worden, onderwerpen doornemen… Het is echt onvoorstelbaar. Ik snap niet hoe Johan Derksen dit elke avond doet. Dat verdient serieus applaus.” En dat applaus kwam er, uit de studio.

Johan Derksen bevestigt de druk

Johan Derksen zelf erkende dat het werk intens is. “Toen we begonnen zei John de Mol al: ‘Als je een dagelijkse talkshow doet, dan sta je de hele dag aan.’ En dat klopt.” Hij benadrukte dat het meer is dan een uurtje televisie: “Je slaat geen nieuwsbulletins over, je leest alles.” Het is volgens hem de enige manier om relevant aan tafel te kunnen zitten.

Vrij zijn is een verademing

Wat Johan vooral waardeert, is zijn vrije tijd. “Als je een paar weken vrij bent, dan is dat echt heerlijk,” zegt hij. “Je hebt dan geen neiging om ’s ochtends meteen de krant uit de bus te trekken. Dan denk je: het komt wel.” Een pauze van de constante nieuwsconsumptie voelt als een zegen.

René van der Gijp als voorbeeld

Wilfred Genee, de presentator van het programma, haalt René van der Gijp aan als voorbeeld. René verschijnt niet meer op woensdagavonden, juist omdat hij een extra rustdag nodig heeft. “Hij zegt ook: die dag is heilig. Hij heeft die echt nodig om bij te komen,” aldus Wilfred. Dat toont aan dat de VI-tafel geen plek is voor wie niet bestand is tegen de constante druk.

Tijd voor een invaller?

Met Albert Verlinde die toegeeft dat twee dagen per week al teveel voor hem is, rijst de vraag: heeft deze invaller van René zelf ook een invaller nodig? De zware voorbereiding, de publieke druk en het constante nieuws volgen eisen hun tol. Voorlopig lijkt Albert het nog vol te houden, maar of dat op lange termijn haalbaar is, valt te betwijfelen.

Algemeen

KNMI waarschuwt de bevolking voor zware orkanen en massale stroomuitval

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) heeft een indringend rapport gepubliceerd waarin wordt gewaarschuwd dat klimaatverandering ervoor zorgt dat scenario’s die lange tijd als “onvoorstelbaar” golden, ook in Nederland realistisch worden. In het zogenoemde extreem rapport schetst het weerinstituut negen mogelijke weersituaties en gevolgscenario’s die in de nabije toekomst zouden kunnen voorkomen. Het doel van het rapport is nadrukkelijk niet om paniek te zaaien, maar om bewustwording te creëren en bestuurders, organisaties en burgers aan te zetten tot betere voorbereiding.

Bewustwording, geen paniek

Volgens KNMI-directeur Maarten van Aalst is het rapport bedoeld als een wake-upcall. “We zien dat de grenzen van wat we kennen verschuiven,” stelt hij. “Situaties die vroeger extreem zeldzaam waren, komen dichterbij. En als we ons daar niet op voorbereiden, kunnen de gevolgen groot zijn.” Van Aalst benadrukt dat het KNMI liever vooruitkijkt dan achteraf moet constateren dat schade en maatschappelijke ontwrichting voorkomen hadden kunnen worden.

De timing van het rapport is niet toevallig. Precies tien jaar geleden werd het Akkoord van Parijs gesloten, waarin werd afgesproken de wereldwijde opwarming te beperken tot maximaal 1,5 graad. Inmiddels wordt steeds duidelijker dat dit doel moeilijk haalbaar is. Daardoor neemt de kans toe op weerextremen die buiten onze historische ervaring vallen.

Stormen met ongekende kracht

Een van de scenario’s in het rapport gaat over zware stormen die hun oorsprong vinden boven warmer zeewater. Door stijgende zeetemperaturen kunnen stormsystemen meer energie opnemen. Dat vergroot de kans dat zeer krachtige stormen ook West-Europa bereiken.

Als voorbeeld wordt verwezen naar een zware storm die vorig jaar over Frankrijk trok, nadat deze onverwacht richting Europa was afgebogen. Onderzoek laat zien dat zo’n systeem ook Nederland had kunnen treffen, met zeer zware windstoten en aanzienlijke schade aan natuur, infrastructuur en gebouwen. Niet alleen materiële schade speelt hierbij een rol, maar ook de mentale impact op bewoners en hulpdiensten.

Kwetsbaarheid van het energiesysteem

Een ander belangrijk aandachtspunt in het rapport is de kwetsbaarheid van het elektriciteitsnet. Niet zozeer door één extreem weertype, maar door een combinatie van factoren. Denk aan een langdurig hogedrukgebied in de winter, met weinig wind en zon, terwijl de energievraag juist hoog is.

Onderzoekers hebben doorgerekend wat er gebeurt als windmolens nauwelijks draaien en zonnepanelen weinig opleveren, terwijl huishoudens en bedrijven veel stroom gebruiken. In zo’n situatie zou tijdelijk niet aan de volledige vraag kunnen worden voldaan. Hoewel de kans hierop klein is, onderstreept het rapport dat dit soort scenario’s serieus genomen moeten worden bij de inrichting van het energiesysteem.

Extreme hitte in steden

Steden zijn extra kwetsbaar voor hitte. Het KNMI kijkt daarom ook naar het scenario van een zeer zware en langdurige hitteperiode, vooral in dichtbebouwde gebieden zoals Amsterdam. In eerdere zomers is al gebleken dat infrastructuur zoals spoorlijnen, bruggen en openbaar vervoer gevoelig is voor langdurige hoge temperaturen.

Volgens het rapport had een eerdere hittegolf al ernstiger gevolgen kunnen hebben als verkoelende weersystemen iets later waren gearriveerd. In een toekomstscenario met langdurige extreme hitte kan de druk op zorg, hulpdiensten en energievoorziening sterk toenemen. Dat vraagt om gerichte maatregelen, zoals vergroening van steden, schaduwplekken en hitteplannen voor kwetsbare groepen.

Gezondheid en nieuwe risico’s

Klimaatverandering heeft niet alleen invloed op het weer, maar ook op de volksgezondheid. In het rapport wordt aandacht besteed aan het mogelijke vaker voorkomen van bepaalde ziekteverwekkers die profiteren van warmere omstandigheden. Zo wordt gekeken naar virussen die via insecten worden overgedragen.

Onderzoekers geven aan dat langere, warmere zomers het leefgebied van bepaalde insecten kunnen vergroten. Daardoor kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijker verspreiden. Dit betekent niet dat er direct reden is tot ongerustheid, maar wel dat monitoring, onderzoek en preventie belangrijker worden.

Wateroverlast en overstromingen

Nederland is van oudsher gewend om met water te leven, maar klimaatverandering stelt dat vermogen op de proef. Het rapport beschrijft scenario’s met extreme neerslag in korte tijd, wat kan leiden tot wateroverlast in stedelijke gebieden en druk op dijken en waterkeringen.

Hoewel Nederland goed beschermd is, benadrukt het KNMI dat systemen ontworpen zijn op basis van historische gegevens. Als die omstandigheden veranderen, moeten ook de veiligheidsnormen en plannen mee-evolueren.

Samenhang van gevolgen

Wat het rapport vooral duidelijk maakt, is dat extremen zelden op zichzelf staan. Een hittegolf kan leiden tot stroomproblemen, druk op zorg en verminderde mobiliteit. Een zware storm kan infrastructuur beschadigen en economische schade veroorzaken. Die samenhang maakt voorbereiding complex, maar ook noodzakelijk.

Van Aalst noemt dit “meervoudige risico’s”: “Het gaat niet om één gebeurtenis, maar om de keten van gevolgen die daarop volgt. Juist daar moeten we beter op anticiperen.”

Vooruitdenken als sleutel

Het KNMI benadrukt dat veel schade voorkomen kan worden door tijdig beleid en aanpassingen. Dat betekent investeren in klimaatbestendige infrastructuur, het aanpassen van steden, het versterken van energie- en watersystemen en goede communicatie richting burgers.

Het rapport roept bestuurders op om scenario’s niet weg te zetten als onwaarschijnlijk, maar ze te gebruiken als oefenmateriaal. “Als je weet wat er kan gebeuren, kun je betere keuzes maken,” aldus Van Aalst.

Wat betekent dit voor inwoners?

Voor inwoners betekent het rapport vooral dat het verstandig is om bewust te zijn van veranderende omstandigheden. Dat kan variëren van voorbereid zijn op hitte, tot het volgen van adviezen bij extreem weer. Tegelijk blijft Nederland een veilig en goed georganiseerd land, waar veel kennis en middelen beschikbaar zijn om risico’s te beperken.

Een realistische blik vooruit

Het extreem rapport van het KNMI schetst geen doembeeld, maar een realistische blik op een veranderend klimaat. Door mogelijke scenario’s nu al te benoemen, ontstaat ruimte om te handelen voordat situaties zich voordoen. De boodschap is helder: wat ooit ondenkbaar leek, vraagt nu om aandacht, planning en samenwerking.

Niet uit angst, maar uit verantwoordelijkheid voor de toekomst.

Lees verder