Algemeen
Studie onthult: drie stoffen in zonnecrème waar je voor moet uitkijken
Zonnebrandproducten zijn niet alleen essentieel voor stranddagen; ze zijn een belangrijk onderdeel van de dagelijkse huidverzorgingsroutine van veel mensen. De bescherming tegen ultraviolette (UV) straling is van vitaal belang, aangezien UV-straling kan leiden tot huidk@nker, vroegtijdige huidveroudering en andere huidschade.

Om deze redenen wordt het aanbevolen om zonnebrandproducten dagelijks aan te brengen, ongeacht het weer, omdat UV-straling de huid kan bereiken, zelfs op bewolkte dagen. Het belang van deze producten wordt versterkt door een toenemend bewustzijn van huidgezondheid en de noodzaak om effectieve en veilige producten te gebruiken.

Consumentenveiligheid
De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) speelt een sleutelrol in het garanderen van de veiligheid en effectiviteit van zonnebrandproducten, wat van cruciaal belang is gezien hun dagelijks gebruik. In 2021 heeft de FDA een belangrijke update in haar regulaties voor deze producten geïntroduceerd, waarbij 16 actieve ingrediënten zijn herbeoordeeld.

Slechts twee van deze ingrediënten, zinkoxide en titaniumdioxide, ontvingen de classificatie “algemeen erkend als veilig en effectief” (GRASE). Deze herbeoordeling toont de toewijding van de FDA aan het handhaven van hoge veiligheidsnormen en zorgt ervoor dat de ingrediënten die gebruikt worden in zonnebrandproducten grondig worden getest op zowel kort- als langetermijneffecten op de gezondheid.

Problemen
De FDA heeft geconstateerd dat twaalf andere ingrediënten, waaronder bekende chemicaliën zoals avobenzone, oxybenzone en octocryleen, onvoldoende data hadden om als GRASE te worden geklasseerd.

Dit roept aanzienlijke zorgen op omdat deze ingrediënten wijdverbreid zijn in de zonnebrandproducten die momenteel op de markt zijn. Deze bevindingen hebben geleid tot een oproep voor aanvullende gegevens, vooral omdat sommige van deze stoffen door de huid geabsorbeerd kunnen worden en potentieel hormoonontregelende eigenschappen hebben.

Standaarden
Er zijn significante verschillen in de regelgeving van zonnebrandproducten tussen de Verenigde Staten en Europa. De Europese Commissie heeft na onderzoek aanbevolen de maximaal toegestane concentraties van bepaalde chemische filters zoals homosalaat en octocryleen te verlagen, vanwege zorgen over hun veiligheid bij huidige gebruiksniveaus.

Dit contrast in regelgeving benadrukt de noodzaak voor een uniforme internationale standaard die de veiligheid van consumenten over de hele wereld kan waarborgen.

Absorptie
Recente onderzoeken hebben aangetoond dat chemische ingrediënten zoals oxybenzone niet alleen op de huid blijven, maar ook geabsorbeerd worden en voor langere tijd in het lichaam kunnen blijven. Dit roept vragen op over de potentiële gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan deze chemicaliën.

Studies suggereren dat deze stoffen het potentieel hebben om hormoonsystemen te ontregelen en zelfs bij te dragen aan carcinogene processen.

Ingrediënten
Oxybenzone, bijvoorbeeld, wordt gemakkelijk geabsorbeerd en is in verband gebracht met lagere testosteronniveaus bij adolescenten, allergische huidreacties en hormonale verstoringen. Studies hebben ook aangetoond dat oxybenzone kan bijdragen aan het risico op borstkanker en endometriose. Vergelijkbare zorgen bestaan voor octinoxaat en homosalaat, die ook door de huid worden opgenomen en hormonale effecten kunnen vertonen.

Algemeen
WHO waarschuwt voor nieuw ‘supervirus’: ”Ga NIET naar je werk”

WHO slaat alarm over snel veranderende griepvariant: wat betekent dit voor ons?
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwt voor een opvallende ontwikkeling binnen het huidige griepseizoen. In meerdere landen duikt een snel evoluerende variant van het influenzavirus op, en volgens de organisatie heeft deze viruslijn een zogeheten “pandemisch potentieel”. Hoewel het nog veel te vroeg is om conclusies te trekken, volgt de WHO de situatie nauwlettend — iets wat wereldwijd meteen de aandacht trekt.

Een griepvariant die zich sneller lijkt te verspreiden
Hoewel de huidige influenza-activiteit wereldwijd nog binnen de normale bandbreedte van een winterse griepgolf valt, ziet de WHO dat in sommige landen de besmettingscijfers nu sneller stijgen dan verwacht. Er is geen sprake van een noodsituatie, maar wél van een viruslijn die zich opvallend vlot ontwikkelt.
De griepvariant waar het om draait, wordt door de WHO omschreven als een evoluerende vorm van influenza A (H3N2). In laboratoria en surveillancesystemen wereldwijd zien onderzoekers sinds augustus een sterke groei van een subtype dat behoort tot de J.2.4.1 — ook wel bekend als de K-subclade. Dat klinkt technisch, maar in de praktijk betekent het dat dit subtype genetisch aan het verschuiven is, waardoor het zich anders kan gaan gedragen dan eerdere varianten.

Engeland ziet vroege en stevige stijging
Vooral in Engeland spreken gezondheidsinstanties van een opvallende toename. Britse media waarschuwen dat mensen die symptomen hebben van dit snelle griepvirus beter thuis kunnen blijven. Niet vanwege paniek, maar omdat men wil voorkomen dat de golf te hard oploopt tijdens de drukke winterperiode.
Het Verenigd Koninkrijk is traditioneel gezien een van de eerste landen waar grieptrends duidelijk zichtbaar worden, omdat de testcapaciteit en monitoring daar op hoog niveau liggen. Dat de cijfers er nu al zo duidelijk stijgen, baart deskundigen dus enige zorg — in elk geval voldoende om extra alert te zijn.

Waarom deze griepvariant zo in de gaten wordt gehouden
De seizoensgriep komt ieder jaar terug, en vrijwel ieder griepseizoen lopen mensen risico op complicaties. Dat is niet nieuw. Toch is het gedrag van deze specifieke variant anders dan men had verwacht. Wereldwijd wordt een toename gezien van H3N2-virussen, en met name het opkomende subtype ontwikkelt zich in een hoger tempo dan gebruikelijk.
Dat is niet direct reden tot zorg, maar wel iets dat nauwkeurig in kaart moet worden gebracht. De WHO benadrukt dat evoluerende griepvarianten niet zeldzaam zijn, maar dat sommige lijnen nauwkeuriger moeten worden gevolgd om te bepalen welk risico ze mogelijk vormen.

Verschillen tussen de twee halfronden
Wereldwijde surveillancesystemen tonen dat het griepseizoen dit jaar op veel plekken anders verloopt dan normaal:
-
In het noordelijk halfrond — waaronder Europa en Noord-Amerika — begon het griepseizoen eerder dan verwacht.
-
In het zuidelijk halfrond — bijvoorbeeld Australië en Zuid-Amerika — duurde het afgelopen seizoen juist langer dan voorgaande jaren.
Die combinatie zegt iets over de activiteit van circulerende griepvirussen en kan wijzen op een verschuiving in patronen. Veel virologen vinden het interessant dat dit nieuwe subtype zowel vroeg als lang aanhoudend actief lijkt te zijn binnen verschillende werelddelen.
‘Don’t go to work’ warning as superflu ‘spreads faster and is more severe’ pic.twitter.com/DdCAyBqikp
— The Sun (@TheSun) December 10, 2025
Wat betekent ‘pandemisch potentieel’ eigenlijk?
De term kan angstaanjagend klinken, maar deskundigen benadrukken dat het vooral een technische term is. Hij betekent simpelweg:
Een viruslijn bevat eigenschappen die nader onderzocht moeten worden om te bepalen of deze zich kan verspreiden op een manier die wereldwijd impact heeft.
Het betekent niet dat er een pandemie aankomt of dat de situatie vergelijkbaar is met eerdere wereldwijde gezondheidscrises. De WHO gebruikt het woord vooral om duidelijk te maken dat de variant extra wetenschappelijke aandacht krijgt.
Vaccins blijven belangrijk — ook als het virus verandert
Een belangrijke boodschap van de WHO is dat vaccins een cruciale rol blijven spelen in zowel preventie als bescherming van risicogroepen. Zelfs wanneer circulerende virusvarianten genetisch afwijken van de oudere stammen waarop vaccins zijn gebaseerd, bieden griepprikken doorgaans nog steeds bescherming tegen ernstige klachten en complicaties.
De effectiviteit van vaccins wordt iedere winter opnieuw onderzocht, en de WHO adviseert wereldwijd welke virusstammen in de productie moeten worden opgenomen.
Hoe de WHO dit nieuwe subtype monitort
De
Wereldgezondheidsorganisatie beheert een uitgebreid wereldwijd
waarschuwingssysteem:
het Global Influenza
Surveillance and Response System (GISRS).
Dit netwerk bestaat uit meer dan:
-
160 laboratoria
-
131 aangesloten landen
-
duizenden onderzoekers die het hele jaar door genetische gegevens verzamelen
Het systeem vergelijkt voortdurend mutaties, verspreidingspatronen en klinische gegevens. Zodra een variant zich opvallend gedraagt, of een sterke groei in positieve testen laat zien, wordt dat gemarkeerd voor nader onderzoek.
Dat gebeurt nu ook met de H3N2-lijn die tot de K-subclade behoort.
Onzekerheden en vragen: wat weten we wél en wat nog niet?
Hoewel het virus in sommige landen sneller lijkt te circuleren, zijn er ook factoren die de stijging kunnen verklaren:
-
koud weer en meer binnenactiviteiten
-
grotere groepen mensen die samenkomen rond feestdagen
-
hogere testbereidheid
De WHO benadrukt dat er geen aanwijzingen zijn dat dit subtype gevaarlijker is dan eerdere seizoensgriepvarianten. De term “supervirus”, die in sommige media opduikt, is geen officiële benaming en wordt door gezondheidsinstanties niet gebruikt.
Maar: omdat het subtype genetisch in beweging is, wil men vroegtijdig inschatten wat dat betekent voor bescherming, transmissie en de omvang van het seizoen.
Het tienpuntenplan van de WHO
Om duidelijkheid te krijgen, presenteerde de WHO een internationaal actieplan dat zich richt op:
-
voortdurende monitoring van alle griepvarianten
-
snelle gegevensdeling tussen landen
-
genetische analyse van opkomende viruslijnen
-
evaluatie van vaccinbescherming
-
uitbreiding van laboratoriumcapaciteit
-
tijdige aanpassing van vaccins wanneer nodig
-
voorlichting aan gezondheidsprofessionals
-
betere communicatie naar het publiek
-
versterking van epidemiologische netwerken
-
advies over reis- en werkprotocollen bij hoge circulatie
Het doel: overzicht behouden, trends begrijpen en risicogroepen tijdig beschermen.
Moeten we ons zorgen maken?
Volgens de WHO voorlopig niet. De organisatie benadrukt dat:
-
het nog steeds om een regulier griepseizoen gaat
-
er geen aanwijzingen zijn voor uitzonderlijke ernst
-
vaccins waarschijnlijk bescherming blijven bieden
-
extra monitoring puur een voorzorgsmaatregel is
Ondertussen blijft de wereld wel geïnteresseerd, vooral nu winterse omstandigheden samenkomen met hogere circulatie van verschillende luchtweginfecties.
Conclusie: alert blijven, niet bang worden
De snel evoluerende griepvariant is vooral een signaal dat de WHO haar waarschuwingssysteem scherp houdt. De term pandemisch potentieel betekent monitoring, geen voorspelling. Voor het brede publiek verandert er vooralsnog weinig: goede hygiëne, voldoende rust en alertheid bij klachten blijven de beste voorzorgsmaatregelen.
De komende maanden zal duidelijk worden of de variant daadwerkelijk anders verloopt dan eerdere seizoenen — maar voor nu is de boodschap vooral dat de situatie beheersbaar blijft.