Algemeen
Joost Klein gediskwalificeerd van finale na bedreigen medewerker songfestival: ‘Dit is schandelijk’
Joost Klein is definitief uitgesloten van de finale van het Eurovisie Songfestival. De Nederlander is gediskwalificeerd wegens verdenking van bedre!ging van een medewerker van het songfestival, zo heeft de EBU, de organisator van het evenement, aangekondigd.
Omroep AvroTros is geschokt door deze beslissing en noemt het disproportioneel. De zaak ligt nu bij justitie in Zweden.
“We hebben kennis genomen van de diskwalificatie door de EBU”, aldus AvroTros in een verklaring. “We vinden het een schandelijke beslissing en betreuren het enorm. We komen later inhoudelijk op deze kwestie terug.”
Ook Cornald Maas, lid van de selectiecommissie van de Nederlandse inzending, spreekt van een schandalige beslissing.
Op X schrijft hij: “Lang leve de toekomst van het Eurovisie
Songfestival – not. Hiermee kan in de toekomst van alles
gebeuren.”
Het incident vond volgens de p0litie plaats tijdens de voorronde van het songfestival op donderdagavond.
Joost Klein zou in de arena een medewerker verbaal hebben bedre!gd, maar er was geen sprake van een fysieke confrontatie.
Na de melding van het incident op vrijdag hebben het slacht0ffer en enkele getuigen hun verhaal gedaan bij de p0litie. Ook Joost Klein zelf is verhoord. Het p0litie-onderzoek is afgerond en doorgestuurd naar het Zweedse 0penbaar Ministerie.
Een 0fficier van just!tie zal nu beoordelen wat er verder met de zaak moet gebeuren, maar dat kan nog weken duren.
Joost Klein mocht vrijdagavond niet optreden voor de vakjury van het Eurovisie Songfestival, nadat hij eerder op de dag op het laatste moment afwezig was bij de generale repetitie voor de finale op zaterdag.
De EBU benadrukt een ‘zero-tolerance policy’ te hebben als het
om ongepast gedrag gaat. “We streven naar een veilige werkomgeving
voor iedereen rond het festival”, aldus de organisatie.
“Het gedrag van Joost is in strijd met onze regels. Daarom zijn er nu maar 25 kandidaten in de finale.”
Verder voegt de EBU eraan toe dat “in tegenstelling tot wat sommige (sociale) media meldden het geen incident betrof met een artiest of een lid van een delegatie”.
