-

Algemeen

D0odsoorzaak van gevonden peuter Emile (2) bekend

Het trieste nieuws heeft Frankrijk in r0uw gedompeld: de hoop op het vinden van de verm!ste peuter Emile, die afgelopen zomer verdween uit de tuin van zijn grootouders, is vervlogen.

Het parket heeft bevestigd dat er licha*msresten van de jongen zijn teruggevonden.

Emile, destijds slechts 2,5 jaar oud, was net aangekomen bij zijn grootouders in het schilderachtige bergdorp Le Haut Vernet, gelegen in het zuidoosten van Frankrijk.

Op een f*tale middag om 17.15 uur verdween hij uit de tuin, zonder een spoor achter te laten.

Direct werden grootschalige z0ekacties op touw gezet. Le Haut Vernet is een uiterst klein dorp, bewoond door slechts 25 mensen, gelegen op een hoogte van 1.200 meter.

Alle huizen in het gehucht en mogelijke locaties die verband hielden met de zaak werden doorzocht, echter zonder enig succes.

Tot gisteren. Een wandelaar stuitte “in de buurt van het bergdorp” op botten, zo verklaarde het parket.

De botten werden onmiddellijk onderzocht, waarbij DNA-analyse vandaag heeft bevestigd dat ze toebehoren aan de verm!ste Emile, aldus het parket.

De ouders van de peuter werden vanochtend op de hoogte gesteld van deze tragische ontdekking.

Het gebied waar de licha*msresten zijn gevonden, is afgesloten en momenteel onderworpen aan grondig onderzoek.

De p0litie kondigt aan dat er ook “aanvullende huiszoekingen” zullen plaatsvinden, terwijl de openbare aankl*ger aangeeft dat verdere analyse van de botten zal volgen.

Op dit moment is de d00dsoorzaak van het kind nog onbekend en wachten we op verdere bevindingen uit het lopende onderzoek.

De ontdekking van de beenderen markeert een cruciale ontwikkeling in het dossier.

Speurd*rs hadden geen enkel spoor uitgesloten, hoewel de theorie van een d0delijke val werd afgezwakt door de vele huisz0ekingen.

Een str*frechtelijk onderzoek naar *ntvoering en vrijheidsberoving was bij het parket in behandeling.

Algemeen

Gevonden in het bos, ongeveer 1 meter boven de grond, ongeveer 20 cm groot

De Roodgordelbeugel, ook bekend als Fomitopsis pinicola, is een intrigerende schimmel behorende tot de familie Polyporaceae, gekenmerkt door zijn opvallende oranje of rode band tussen oudere en nieuwere jaargangen.

Deze opvallende eigenschap maakt het een van de meest in het oog springende polypore-soorten in Europese bossen, met name in noordelijke regio’s zoals Scandinavië, waar het vrij algemeen voorkomt.

Hoewel Fomitopsis pinicola relatief zeldzaam is op de Britse Eilanden en in Ierland, gedijt het goed op het Europese vasteland.

Het wordt voornamelijk aangetroffen in de bossen van Scandinavië en groeit vaak op de stammen van oude loofbomen zoals berken en beuken, evenals op naaldbomen.

Deze veelzijdige schimmel kan zowel saprofytisch als parasitair leven, waardoor hij zich voedt met zowel levende als dode boomsubstantie.

De Roodgordelbeugel werd voor het eerst beschreven door de Zweedse botanicus Olof Swartz in 1810, die hem de naam Boletus pinicola gaf.

Later, in 1881, herclassificeerde de Finse mycoloog Petter Adolf Karsten de schimmel onder het nieuw opgerichte geslacht Fomitopsis.

Deze herclassificatie legde de basis voor de moderne benaming en positionering binnen de mycologische nomenclatuur.

De generieke naam ‘Fomitopsis’ suggereert een visuele en functionele gelijkenis met het geslacht Fomes, dat bekend staat om soorten zoals de Hoefzwam.

De specifieke soortnaam ‘pinicola’, wat ‘bewoner van pijnbomen’ betekent, verwijst naar de voorkeur van deze schimmel voor habitats met veel pijnbomen, hoewel hij ook vaak op andere boomsoorten wordt aangetroffen.

De bovenkant van de Roodgordelbeugel heeft een hoefvormige, houtachtige structuur en varieert meestal tussen de 8 en 25 cm in breedte.

Het oppervlak is grijs met opvallende jaarlijkse zoneringen en ribbels, met een opvallende oranje of rode band nabij de rand.

De schimmel produceert kleine, ronde poriën die dicht bij elkaar liggen en verandert van kleur naarmate hij ouder wordt.

Fomitopsis pinicola is het hele jaar door zichtbaar, maar de piek van zijn sporenverspreiding vindt plaats in de late zomer tot de herfst.

Als meerjarige polypore speelt het een cruciale rol in bos ecosystemen door te helpen bij de afbraak van hout en het recyclen van voedingsstoffen.

Hoewel de Roodgordelbeugel soms kan worden verward met de Hoefzwam, zijn de unieke kenmerken zoals de gekleurde band en de specifieke poriestructuur nuttig bij de juiste identificatie.

Hoewel deze schimmel niet eetbaar is vanwege zijn taaie textuur, biedt hij waardevolle inzichten in de studie van bosmycologie en ecologie.

De Roodgordelbeugel blijft een fascinerend onderwerp van studie, waarbij zijn ecologische impact en taxonomische geschiedenis waardevolle inzichten bieden voor zowel wetenschappers als natuurliefhebbers.

Lees verder