Algemeen
Patrick (58) is gestopt met werken omdat hij er moe van wordt: ‘Uitkering geeft stabiliteit’
De 58-jarige Patrick uit het Vlaams-Brabantse Hoeilaart is sinds juni vorig jaar werkloos. Hij werkte 42 jaar voor een bedrijf, maar dit ging plotseling failliet.

De man ging overal solliciteren voor een nieuwe baan. Hij kwam er algauw achter dat werken eigenlijk niet meer loont.

In gesprek met Het Laatste Nieuws legt hij uit waarom. “Als ik wil heb ik volgende week werk”, klinkt het.

“Maar ik heb alle kosten om te gaan werken en de inkomsten naast elkaar gelegd. Waarom zou ik moeite doen voor maar 200 euro extra?”

Bij zijn laatste werkgever had Patrick een auto van de zaak. Die moest hij uiteraard meteen inleveren.

Daarover zegt Patrick: “Ik zou dus moeten investeren in een nieuwe auto. Dat kost makkelijk rond de 15 à 20.000 euro. Ik wil ook geen wrak kopen. Maar over twee jaar zou ik die alweer verkopen, ik ga dan met pensioen.”

Vanwege zijn woonplaats wilde hij absoluut geen gebruik maken van het openbaar vervoer. “Voor een traject van 15 kilometer ben ik 2 uur onderweg.”

Een nieuwe auto zit er wel niet in. “Als je dan nog verzekeringen, inschrijvingsbelasting, onderhoud en kilometers moet betalen, dan kost alleen een auto me al zo’n 1.000 euro per maand.”

Naast het openbaar vervoer is er nog een groot probleem voor Patrick. Ook het salaris zit hem dwars.

Hij legt uit: “Ik krijg nu 1.400 euro werkloosheidsuitkering. Na een jaar zakt dat naar 1.200 euro. Stel dat ik een nieuwe baan zou krijgen met een loon van ongeveer 2.500 euro netto.”

“Min de kosten van de auto: dan hebben we het over een verschil van 100 tot 200 euro per maand. Dat neemt mijn motivatie wel weg, ja. En als ik dan werk zou aannemen waar je niets voor hoeft te kunnen wordt er nog minder betaald.”

Patrick heeft zich neergelegd bij de huidige situatie. Dat vindt hij helemaal prima. Naar eigen zeggen is hij zelfs niet arm.

“Ik heb ook spaargeld, dus ik eet geen boterham minder. Waarom zou ik risico’s nemen terwijl ik met een uitkering stabiliteit heb? Met alle respect, maar daar ga ik mezelf niet meer moe voor laten maken.”
Excuseer mijn directheid, maar dat noem ik NIET ‘willen werken’
De dragende schouders van onze samenleving bezwijken onder die mentaliteit, want de last wordt veel te groot. Wanneer dringt dit door?
Dit bedreigt de zorgstaat voor wie het echt nodig heeft https://t.co/6w1oJ7YysU
— Ilse Degreef (@Ilse_Degreef) February 27, 2023
Algemeen
Wederom een enorme klap voor de PVV: ‘De vernedering van rechts’

Hevige politieke en publieke reacties op nieuwe Kamervoorzitter: keuze leidt tot felle discussie
De verkiezing van een nieuwe Kamervoorzitter, normaal gesproken een procedurele stap in het parlementaire proces, groeide dit keer uit tot een moment dat Den Haag en de rest van het land in beroering bracht. Na drie stemrondes werd Thom van Campen gekozen als nieuwe voorzitter, terwijl Martin Bosma – die in de eerste twee rondes duidelijk de meeste stemmen kreeg – uiteindelijk aan de kant werd geschoven.

Wat volgde was een golf van reacties. In de Kamer, op sociale media en in talkshows werd druk gediscussieerd over de vraag of deze uitkomst het gevolg was van een eerlijke afweging van kwaliteiten, of van politieke strategie die de geloofwaardigheid van het proces onder druk zette.
Een stemronde die meer vragen opriep dan antwoorden gaf
Het contrast tussen de eerste twee rondes en de uiteindelijke uitslag viel veel mensen meteen op. Bosma stond aanvankelijk ruim bovenaan, maar bleek in de beslissende ronde niet langer de voorkeurskandidaat.
Volgens critici leek het erop dat de procedure minder draaide om het kiezen van de meest ervaren of meest natuurlijke voorzitter, maar vooral om het voorkomen van een ongewenste uitkomst. Voorstanders van Bosma benadrukten dat hij de afgelopen jaren herhaaldelijk had laten zien dat hij Kamerdebatten ordelijk en rustig kon leiden. Zelfs politieke tegenstanders roemden zijn kalme stijl en heldere manier van voorzitten.
Toch kreeg hij niet het vertrouwen van een meerderheid. Dat maakte deze voorzittersverkiezing tot een bron van debat: gaat het in zo’n functie om vakmanschap, of om politieke comfortzones?

Online ontstond direct een storm van verontwaardiging
Binnen enkele minuten nadat de uitslag bekend werd gemaakt, barstte op sociale media een golf van woede en ongeloof los. Oud-Kamerlid Harm Beertema merkte op dat de derde ronde eerder leek op een blokkade dan op een zorgvuldige beoordeling. Zijn analyse werd duizenden keren gedeeld en onderschreven.
Veel berichten klonken in dezelfde lijn: hoe kan iemand die twee rondes bovenaan staat in de slotfase toch worden weggestemd, zonder duidelijke inhoudelijke reden?
Onder de reacties zat een voelbare frustratie over het idee dat gevestigde partijen elkaar vasthouden om een bepaalde politieke richting te voorkomen. Volgens veel commentatoren aangaf dit moment een bredere zorg: dat het parlement niet altijd aansluit bij de wens van een groot deel van de kiezers.
Ook Elbertus van Lagen uitte zorgen over het groeiende wantrouwen in de politiek. Zijn uitspraak dat het vertrouwen nóg verder zou kunnen dalen, raakte een gevoelige snaar bij veel burgers.

Journalisten zien een patroon in deze gang van zaken
De discussie bleef niet beperkt tot sociale media. Verschillende journalisten reageerden kritisch op de stemprocedure. Bart Nijman omschreef de situatie als een ‘politiek onderonsje’, een verwijzing naar het idee dat partijen soms vooral bezig zijn elkaar intern te beschermen in plaats van de beste kandidaat naar voren te schuiven.
Zijn woorden kregen veel bijval. Voor een grote groep kijkers voelde de verkiezing inderdaad als een proces waarin de uitkomst al min of meer was bepaald voordat de rondes begonnen. Niet door open debat of door inhoudelijke afweging, maar door afspraken achter de schermen.
Daardoor ervoer een deel van het publiek de uitkomst als een gemiste kans voor transparantie en professionaliteit.

Een gevoel van buitensluiting bij veel kiezers
Voor veel mensen ging de discussie niet alleen over de functie van de nieuwe Kamervoorzitter. Het voelde ook als een symbolische gebeurtenis waarin zichtbaar werd hoe grote groepen kiezers zich niet vertegenwoordigd voelen.
Na de verkiezingen, waarin de rechtse partijen een grote overwinning behaalden, leek dit moment dat gevoel verder te versterken. De boodschap die sommige burgers eruit haalden: zelfs wanneer een kandidaat op basis van stemmen en ervaring een logische keuze lijkt, kunnen politieke afspraken alsnog bepalen dat hij niet wordt gekozen.
In gesprekken rond het Binnenhof viel te horen dat de keuze mogelijk voortkomt uit een reflex die al jarenlang te zien is: het proberen te behouden van vertrouwde verhoudingen binnen het politieke midden. Het resultaat is dat veel burgers de indruk krijgen dat hun stem minder invloed heeft dan ze hopen.
Een gemiste kans om vertrouwen te herstellen
De derde stemronde werd door veel politieke analisten gezien als een belangrijk moment om te laten zien dat kwaliteit boven partijgrenzen kan worden gesteld. Dat gebeurde niet, en juist daardoor werd een kans gemist om vertrouwen bij het publiek te versterken.
Doordat de keuze uiteindelijk vooral werd gezien als een strategisch besluit, is de kloof tussen politiek en burger opnieuw zichtbaar geworden. Mensen die de stemmingen live volgden, zagen hoe een kandidaat met veel ervaring en brede erkenning toch aan de kant werd gezet.
Voor burgers die al langer twijfelen aan de manier waarop de politiek functioneert, gaf dit moment nieuwe aanleiding om zich af te vragen of het parlement werkelijk handelt op basis van transparantie en inhoud.
Het debat over vertrouwen in de politiek laait verder op
De intense reacties van burgers, journalisten en oud-politici laten zien dat de behoefte aan een opener en eerlijker politiek proces groot is. De voorzittersverkiezing werd daardoor meer dan een procedurele stap: het werd een moment waarin het grotere vraagstuk van vertrouwen opnieuw centraal kwam te staan.
Veel mensen hopen dat dit geen gesprek is dat snel wegzakt. Het is juist een kans om te bespreken hoe democratische processen beter kunnen worden bewaakt en hoe de afstand tussen burgers en politiek kan worden verkleind.
Het zou waardevol zijn als er ruimte komt voor een breed gesprek over representatie, transparantie en de rol van politieke strategie bij belangrijke beslissingen.
Praat mee over deze politieke ontwikkeling
Hoe kijk jij naar deze gang
van zaken?
Vond je de keuze logisch, of zie je het – net als veel anderen –
als een gemiste kans voor geloofwaardig leiderschap?
Deel jouw mening op onze Facebookpagina en praat mee over een onderwerp dat veel Nederlanders bezighoudt.