Nieuwste
Nederlandse dokter in Zuid-Afrika: ‘Omnicron zou weleens zegen kunnen zijn’

Drie weken terug is de omnicronvariant van het coronavirus voor het eerst vastgesteld in Zuid-Afrika. Sindsdien verspreidt het zich razendsnel over de hele wereld. Toch lijken de symptomen een stuk milder. Hugo Tempelman, een Nederlandse arts werkzaam in Zuid-Afrika, denkt dat dit wel eens gunstig zou kunnen zijn.
Tempelman verklaart: “Omnicron is zo sterk dat het in twee weken tijd delta van de kaart heeft geveegd.” De arts was van dichtbij betrokken bij de ontdekking van de variant en voert er nu ook onderzoek naar.
Besmettelijker
Tempelman geeft aan dat de variant inderdaad veel besmettelijker is. Wel zijn er minder overlijdens. “Ook het ziektebeeld is veel milder. Of dat nu te maken heeft met de infectie zelf, of met het feit dat 60 procent van de Zuid-Afrikanen al een eerste keer ingeënt is, is niet duidelijk. Maar we zien dus wel een bescherming tegen erge ziekte.”
Minder respiratoire aandoeningen
De tendens in de ziekenhuizen is eveneens hoopgevend. “We zien druk op de ziekenhuizen, maar dat is vooral op de eerstelijnszorg, waar mensen met medicatie naar huis kunnen. We zien veel minder mensen met respiratoire aandoeningen, veel minder langdurige COVID, veel minder geur- en smaakverlies, veel minder longontsteking. We zien nu mensen met keelpijn, gewrichtspijn, abdominale pijn.”
Zegen?
Tempelman maakt wel de nuance dat we pas binnen zes maanden echt kunnen zeggen of omnicron een zegen was.
Daarover zegt hij: “Het is nog te vroeg en te gevaarlijk om te spreken van een blessing. Iedereen die ziek wordt activeert wel zijn immuunsysteem en maakt antilichamen aan. Misschien kunnen we het over een paar maanden wél zeggen. Zoveel mensen zijn ziek geweest en hebben antilichamen, waardoor een volgende strain minder kans heeft.”
