Economie
De meeste volwassenen kunnen dit raadseltje voor kinderen niet oplossen.

Toen we nog naar school gingen, brachten we het grootste deel van onze tijd door met het oplossen van problemen. Je moest een beetje inspanning leveren om goede resultaten te halen. En in ruil daarvoor hebben je hersenen zich ontwikkeld tot wat nu je belangrijkste instrument is.
Als volwassene is het minstens even belangrijk om je brein in vorm te houden. Na het oplossen van enkele hersenkrakers voel je je altijd scherper en frisser!
Online zijn er tal van uitdagingen voor je hersenen te vinden. Het aanbod is erg divers. Er is voor ieder wat wils.
Een probleem voor kinderen
Heel wat mensen breken zich het hoofd over de puzzel van vandaag, ook al is het eigenlijk een vraagstuk voor kinderen.
Het is belangrijk om je zintuigen aan te scherpen en je hersenen aan het werk te zetten. Het helpt je ontspannen en zo ontsnap je even aan de dagelijkse stress en sleur.
Wellicht moet je even terugdenken aan je schooltijd om dit raadsel op te lossen.
Wat is het antwoord?
Hieronder zie je de uitdaging. We zien een prent met een wiskundige puzzel.
Weet jij het juiste antwoord?
Kijk goed naar de details zodat je niets over het hoofd ziet.
Hieronder geven we het antwoord weg.
Dit is het juiste antwoord
Heb jij al een antwoord klaar? Hieronder geven we een beetje uitleg.
Het juiste antwoord is 16.
Had je 17 als antwoord? Dan maakte je een vergissing die heel wat mensen maken.
Laten we de prent wat van dichterbij bekijken.
De schoenen zijn 10. Daar is iedereen het mee eens.
Dan gaan we naar de katten met een fluitje om hun nek, die zijn 5 waard. Zie je waar we naartoe gaan?
De fluitjes zijn elk 2 waard.
De meeste mensen zien dit belangrijk detail over het hoofd. De laatste kat heeft geen fluitje om, dus die is slechts 3 waard.
Dat betekent dat de kat 3 is en het fluitje 2.
Dan hebben we de waarde van de drie dingen: de schoenen zijn 10, de kat 3 en het fluitje 2.
Dan komen we uit op de vergelijking: 10 + 3 x 2.
In dat geval moet je altijd eerst vermenigvuldigen, zo krijg je:
10 + 6 = 16.
Slim, toch? De kleine details maken iets dat op het eerste zicht simpel lijkt, toch moeilijk. Had jij het goed?
Deel dit met je vrienden om ook hen uit te dagen!
