Algemeen
Dit zijn de kandidaten voor Daar Gaan Ze Weer seizoen 2
Deelnemers tweede seizoen Daar Gaan Ze Weer bekendgemaakt
Na het succes van het eerste seizoen van Daar Gaan Ze Weer kunnen fans zich opmaken voor een nieuw avontuur. Op vrijdagavond werd officieel bekendgemaakt dat het tweede seizoen al op 11 februari op televisie te zien zal zijn. Maar dat is niet het enige nieuws: ook de nieuwe kandidaten zijn onthuld.

Hoewel Caroline en Debbie uit het eerste seizoen niet terugkeren, maakt het programma ruimte voor nieuwe gezichten. Ted uit B&B Vol Liefde en de familie Rutten uit Het Spaanse Dorp: Polopos voegen zich bij de oude bekenden. Hieronder stellen we alle deelnemers van het tweede seizoen aan je voor.
Bekende gezichten uit seizoen 1 keren terug
Maaike en Bart (Helemaal Het Einde & Daar Gaan Ze Weer seizoen 1)
Maaike en Bart waren al geliefd bij de kijkers van het eerste seizoen van Daar Gaan Ze Weer. Het stel verruilde Nederland samen met hun kinderen Senna en Mae voor een nieuw leven aan de Costa Brava. Daar bouwden ze een bed & breakfast op, wat bepaald niet zonder uitdagingen ging.
In het tweede seizoen krijgen we te zien hoe hun Spaanse avontuur zich verder ontwikkelt. Weten ze de B&B tot een succes te maken? En hoe gaat het met hun leven in Spanje? Dat ontdekken we vanaf 11 februari.

Aadje en Richard (Ik Vertrek & Daar Gaan Ze Weer seizoen 1)
Een van de meest iconische stellen uit het eerste seizoen was zonder twijfel Aadje en Richard. Het duo, dat eerder al meedeed aan Ik Vertrek, zorgde voor de nodige hilarische momenten in hun Spaanse B&B.
Naast het opbouwen van hun onderneming, zagen kijkers hoe Richard een huwelijksaanzoek deed aan Aadje. Maar de vraag blijft: zijn ze inmiddels getrouwd? Het tweede seizoen geeft antwoord op die prangende vraag.

Jacobien en Arjan (Kerels met een Kleintje & Daar Gaan Ze Weer seizoen 1)
Sinds hun deelname aan Daar Gaan Ze Weer heeft dit stel flink naam gemaakt. Jacobien en Arjan proberen hun droom waar te maken in Ostuni, Italië.
In het eerste seizoen werkten ze keihard om hun project van de grond te krijgen. Hoe ver zijn ze inmiddels? Zijn ze gesetteld of blijven de uitdagingen zich opstapelen? In het tweede seizoen krijgen we een kijkje in hun Italiaanse leven.

Nieuwe deelnemers: frisse gezichten in seizoen 2
Ted (B&B Vol Liefde)
Ted werd een kijkersfavoriet tijdens haar deelname aan B&B Vol Liefde. Haar zoektocht naar liefde bracht veel emotionele momenten, maar uiteindelijk vond ze haar geluk niet in een partner.
Wat ze wél vond, was een nieuw doel in haar leven: het opbouwen van een bed & breakfast op Madeira. In Daar Gaan Ze Weer krijgen we te zien hoe haar avontuur verdergaat. Is het haar gelukt om haar plannen te realiseren? Of stuit ze op onverwachte obstakels?

Familie Rutten (Het Spaanse Dorp: Polopos)
Een gloednieuwe toevoeging aan het programma is de familie Rutten, bekend van Het Spaanse Dorp: Polopos. Dit gezin bestaat uit:
- Moeder Elise
- Vader Jurgen
- Zoon Daniel
- Zijn vriendin Demi
Sinds hun deelname aan het Spaanse Dorp genieten ze van hun leven onder de Spaanse zon. Maar hoe vergaat het hen nu, jaren later? Hebben ze hun plekje gevonden, of zijn er nieuwe uitdagingen op hun pad gekomen? Het tweede seizoen geeft een update.

Wat kunnen we verwachten van seizoen 2?
Met een mix van oude bekenden en nieuwe gezichten belooft het tweede seizoen van Daar Gaan Ze Weer opnieuw vol verrassingen te zitten. Deelnemers laten hun leven in Nederland achter zich om hun droom in het buitenland na te jagen.
Maar zoals eerder bleek, is het niet altijd rozengeur en maneschijn. Het starten van een B&B of een nieuw leven in een ander land brengt hoge verwachtingen, maar ook teleurstellingen met zich mee. Zal het de deelnemers lukken om hun dromen waar te maken?
Vanaf 11 februari kunnen we het allemaal volgen op televisie. Eén ding is zeker: het wordt een seizoen vol emoties, uitdagingen en onvergetelijke momenten!
Algemeen
Kabinet zet concrete stap richting volledig boerkaverbod

Na bijna twintig jaar debat, politieke omwegen en halfslachtige compromissen lijkt Nederland opnieuw op een kruispunt te staan in een van de meest gevoelige maatschappelijke dossiers van de afgelopen decennia. Het demissionaire kabinet zet stappen richting een uitbreiding van het huidige boerkaverbod, waarmee gezichtsbedekkende kleding niet langer alleen in specifieke gebouwen verboden zou zijn, maar ook in alle openbare ruimtes.

Dat betekent: niet alleen in het openbaar vervoer, zorginstellingen, scholen en overheidsgebouwen, maar ook op straat, in winkels, op markten en andere publiek toegankelijke plekken. De aankondiging zorgt direct voor felle discussies, maar tegelijkertijd klinkt bij veel mensen ook opluchting. Het gevoel overheerst dat de politiek eindelijk een knoop wil doorhakken die al veel te lang vooruit is geschoven.
Van gedeeltelijk verbod naar één duidelijke regel
Sinds 2019 geldt in Nederland een gedeeltelijk boerkaverbod. Gezichtsbedekkende kleding is sindsdien verboden in een beperkt aantal publieke instellingen, maar in de openbare ruimte bleef het toegestaan. Die constructie was destijds bedoeld als compromis, maar heeft in de praktijk juist geleid tot onduidelijkheid.
Voor burgers is het vaak onbegrijpelijk waarom iets in een tram verboden is, maar een paar meter verderop op het perron weer wel mag. Voor handhavers is het minstens zo ingewikkeld. Zij moeten ter plekke inschatten of een locatie onder de wet valt, wat regelmatig leidt tot discussies, spanningen en terughoudend optreden.
Wat bedoeld was als nuance, werd zo door velen ervaren als een halfslachtige oplossing die niemand echt tevreden stelt.

Kabinet wil helderheid en uniformiteit
Het kabinet onderzoekt nu hoe het verbod kan worden uitgebreid naar alle openbare ruimtes, met als doel één uniforme regel te creëren. Daarbij wordt benadrukt dat dit moet gebeuren binnen de kaders van de Grondwet en internationale verdragen.
Hoewel de toon voorzichtig is, is de politieke boodschap duidelijk: het huidige systeem werkt niet. Meerdere partijen pleiten al jaren voor een heldere norm zonder uitzonderingen. Niet om te provoceren, maar om duidelijkheid te scheppen.
Het uitgangspunt dat nu centraal staat is eenvoudig: wie zich in de openbare ruimte begeeft, moet herkenbaar zijn. Ongeacht overtuiging, afkomst of reden.

Waarom zichtbaarheid zo’n kernpunt is
Zichtbaarheid speelt een fundamentele rol in het dagelijks samenleven. In een open samenleving is het normaal dat mensen elkaar kunnen zien, aanspreken en herkennen. Dat vormt de basis voor vertrouwen, veiligheid en sociale interactie.
Wanneer iemand volledig onherkenbaar is, verandert die dynamiek. Cameratoezicht verliest effect, communicatie wordt lastiger en het gevoel van veiligheid kan afnemen. Dit speelt niet alleen bij toezicht, maar ook bij hulpverlening en noodsituaties.
In een tijd waarin maatschappelijke spanningen en polarisatie toenemen, zien veel mensen zichtbaarheid als een minimale voorwaarde voor wederzijds respect.
Vrijheid versus sociale druk
Tegenstanders van een volledig verbod wijzen op individuele vrijheid en religieuze expressie. Dat argument is belangrijk en raakt aan fundamentele rechten. Tegelijkertijd roept het ook vragen op.
Hoe vrij is een keuze wanneer die onder sociale, culturele of religieuze druk wordt gemaakt? Uit verhalen van vrouwen die afstand namen van gezichtsbedekkende kleding blijkt regelmatig dat zij zich beperkt of gecontroleerd voelden.
Voorstanders van een verbod stellen daarom dat vrijheid niet alleen gaat over mogen, maar ook over bescherming tegen dwang. In die redenering is het stellen van grenzen juist een manier om autonomie te versterken.
Internationale voorbeelden als referentie
Nederland staat niet alleen in deze discussie. Verschillende Europese landen, waaronder Frankrijk, België, Denemarken, Oostenrijk en Zwitserland, voerden al eerder een algemeen verbod op gezichtsbedekkende kleding in de openbare ruimte in.
In al deze landen werd dezelfde afweging gemaakt tussen individuele rechten en maatschappelijke belangen zoals veiligheid, gelijkwaardigheid en openheid. De wetten hielden stand bij juridische toetsing, wat ook in Nederland meeweegt bij de huidige overwegingen.
Veiligheid en gelijkheid voor de wet
Een belangrijk punt in het debat is dat een uitgebreid verbod niet exclusief religieus is. Het zou ook gelden voor andere vormen van gezichtsbedekking, zoals maskers en bivakmutsen.
Het uitgangspunt is gelijkheid voor de wet: geen uitzonderingen op basis van overtuiging. Dat maakt beleid eenvoudiger, eerlijker en beter handhaafbaar. Voor toezichthouders en hulpdiensten betekent het duidelijkheid, voor burgers voorspelbaarheid.

Vrijheid heeft grenzen in de publieke ruimte
Vrijheid is een kernwaarde in Nederland, maar geen absolute. In de publieke ruimte gelden regels die het samenleven mogelijk maken. Geluidsnormen, verkeersregels en identificatieplicht zijn daar voorbeelden van.
Volledige anonimiteit past voor veel mensen niet binnen dat kader. Elkaar kunnen zien en herkennen wordt gezien als een minimale voorwaarde voor wederzijds vertrouwen.
Het debat over gezichtsbedekkende kleding gaat daarmee niet alleen over religie of kleding, maar over de vraag hoe een open samenleving eruitziet.

Eindelijk een besluit na jaren debat
Het boerkadebat loopt al sinds het midden van de jaren 2000. In die tijd passeerden talloze commissies, wetsvoorstellen en compromissen de revue. Toch bleef de maatschappelijke spanning bestaan.
De huidige stap van het kabinet wordt door voorstanders gezien als een poging om eindelijk duidelijkheid te scheppen. Niet langer eindeloos uitstellen, maar een norm formuleren die voor iedereen geldt.
Dat zal ongetwijfeld leiden tot stevige reacties, maar juist dat hoort bij een democratie die moeilijke keuzes niet blijft vermijden.

Een signaal over Nederlandse kernwaarden
Voorstanders zien de uitbreiding van het verbod als een bevestiging van kernwaarden als openheid, gelijkwaardigheid en veiligheid. Niet als een aanval op geloof, maar als een afbakening van wat thuishoort in de publieke ruimte.
Door duidelijke grenzen te stellen, blijft samenleven mogelijk. Een samenleving zonder regels is immers geen vrije samenleving, maar een onduidelijke.
Conclusie: duidelijkheid boven onzekerheid
Met deze stap lijkt Nederland afscheid te nemen van halfslachtig beleid. Of het volledige boerkaverbod er daadwerkelijk komt, hangt af van juridische toetsing en politieke steun, maar één ding is duidelijk: de tijd van wegkijken en uitstellen lijkt voorbij.
Voor veel mensen voelt deze ontwikkeling niet als een beperking van vrijheid, maar juist als bescherming ervan. De komende periode zal uitwijzen of Nederland kiest voor één heldere regel in de openbare ruimte – en daarmee voor duidelijkheid boven voortdurende onzekerheid.