-

Algemeen

Meest hilarische afwijzing ooit in Lang Leve de Liefde: ´Blijkbaar toch niet lekker!´

Avatar foto

Gepubliceerd

op

In Lang Leve de Liefde hoop je natuurlijk de liefde van je leven tegen te komen. Voor veel mensen kan het moeilijk zijn om nieuwe mensen te ontmoeten. Datingapps en programma’s zoals First Dates en LLDL (Lang Leve de Liefde) zijn dan ook een uitkomst. Deze platforms helpen je om aan de hand van je voorkeuren en die van anderen aan elkaar gekoppeld te worden. Anders dan in First Dates krijg je in LLDL álle tijd om elkaar echt goed te leren kennen.

Luxe Villa en Ontspanning

In de luxueuze villa van LLDL kunnen deelnemers in alle rust met elkaar optrekken. Ze hebben de tijd om samen te koken, een filmpje te kijken, de haard aan te steken of te ontspannen in de hottub.

Deze hottub is bijzonder populair onder de deelnemers en wordt vaak gebruikt om intieme momenten te delen. Echter, niet iedere ervaring in de hottub verloopt zoals gehoopt.

Eerste Kusjes en Teleurstellingen

Een van de deelnemers, mevrouw X, had hoge verwachtingen van haar date. Ze was op zoek naar iemand met een sterke persoonlijkheid, intelligentie en diepgaande gesprekken. Toen ze echter ontdekte dat haar date vooral op zoek was naar fysieke intimiteit, besloot ze om hem in de hottub te benaderen. Ze zwom naar hem toe, vastbesloten om een romantisch moment te creëren.

De Kus die Niet Werd Geaccepteerd

Toen ze bij hem aankwam, probeerde ze de situatie romantisch te maken met een paar kusjes. Terwijl ze de vraag stelde: “Dat vind je wel lekker, heh?” kwam het verwoestende antwoord van haar date als een koude douche.

Het bleek dat hij totaal niet op deze intieme benadering zat te wachten. Het antwoord van de man was helder en duidelijk: hij was niet geïnteresseerd in de romantische benadering die mevrouw hem bood.

Conclusie

Dit voorval benadrukt dat zelfs in een omgeving zoals LLDL, waar de opzet is om liefde te vinden, de verwachtingen en verlangens niet altijd op één lijn liggen. De zoektocht naar liefde en connectie kan complex en uitdagend zijn, zelfs in de luxe omgeving van een villa en hottub.

Algemeen

Nieuwe inzichten over bescherming na vaccinatie: wat onderzoek naar AstraZeneca onthult over de neusimmuniteit

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Voor veel mensen betekende vaccinatie tegen het coronavirus een belangrijke stap richting bescherming en gemoedsrust. Toch komen er voortdurend nieuwe wetenschappelijke inzichten bij die ons helpen om die bescherming beter te begrijpen en eventueel bij te stellen. Een recente studie van het Universitair Ziekenhuis Gent richt zich specifiek op de rol van neusimmuniteit, en daaruit blijkt een opmerkelijk verschil tussen vaccins.

In het bijzonder komt het AstraZeneca-vaccin minder krachtig naar voren dan bijvoorbeeld het Pfizer-vaccin als het gaat om de opbouw van antistoffen in het neusslijmvlies. Dat roept vragen op, zeker nu het virus in de samenleving blijft circuleren en nieuwe varianten de kop opsteken.


Waarom juist de neus zo belangrijk is

Het coronavirus verspreidt zich hoofdzakelijk via de luchtwegen. De neus is daarbij het eerste contactpunt, de frontlinie van ons immuunsysteem. Als het virus daar wordt herkend en geneutraliseerd door antistoffen, kan verdere besmetting en verspreiding vaak worden voorkomen.

Het UZ Gent onderzocht specifiek de aanwezigheid van neutraliserende antistoffen in de neus na vaccinatie. Dit type afweerstoffen speelt een cruciale rol bij het blokkeren van de eerste stap in het infectieproces: de hechting van het virus aan de cellen in het neusslijmvlies.

Volgens prof. dr. Philippe Gevaert, specialist neus-keel-oorheelkunde, kan bescherming in de neus cruciaal zijn in de strijd tegen luchtweginfecties. “Als de immuniteit lokaal sterk is, vormt dat een belangrijke barrière,” zegt hij. “Het is de eerste verdedigingslinie tegen infectie en transmissie.”


Het onderzoek: Pfizer versus AstraZeneca

In de studie werden gevaccineerde proefpersonen vergeleken op basis van hun opgebouwde antistoffen in het neusslijmvlies. De resultaten toonden een duidelijk verschil aan tussen mensen die het Pfizer-vaccin kregen en zij die gevaccineerd werden met AstraZeneca.

Bij proefpersonen die het Pfizer-vaccin ontvingen, had 96 procent meetbare antistoffen in de neus. Bij de AstraZeneca-groep lag dat percentage veel lager, namelijk op 59 procent.

Maar het ging niet alleen om de hoeveelheid antistoffen. Ook de kwaliteit van deze afweerstoffen bleek verschillend. “De antistoffen opgewekt door het Pfizer-vaccin vertoonden een sterkere neutraliserende werking op het spike-eiwit van het virus,” aldus de onderzoekers. Dat spike-eiwit is cruciaal voor het binnendringen van het virus in de menselijke cel.


Eerdere besmetting biedt geen extra voordeel in de neus

Opmerkelijk is dat het doormaken van een eerdere coronabesmetting geen merkbare extra bescherming bood in de neus. Zelfs personen die eerst besmet raakten en daarna een vaccin kregen, toonden geen verhoogde neusimmuniteit ten opzichte van gevaccineerden zonder infectiegeschiedenis.

Dat onderstreept volgens de onderzoekers dat vooral het type vaccin bepalend is voor de opbouw van lokale immuniteit in de slijmvliezen. En die lokale immuniteit is volgens steeds meer wetenschappers belangrijker dan tot nu toe werd gedacht.


Waarom dit inzicht ertoe doet

In de beginfase van de pandemie lag de focus vooral op het voorkomen van ernstige ziekte en ziekenhuisopnames, en daarin hebben vrijwel alle goedgekeurde vaccins hun waarde bewezen. Maar met de komst van nieuwe virusvarianten – die zich vaak sneller verspreiden – komt de nadruk steeds meer te liggen op het voorkómen van infectie en transmissie. En daar speelt de neus een sleutelrol in.

Als antistoffen al in het neusslijmvlies aanwezig zijn, wordt de kans dat het virus zich verspreidt naar de rest van het lichaam kleiner. Tegelijkertijd wordt ook de overdracht naar anderen bemoeilijkt. Dat maakt neusimmuniteit niet alleen persoonlijk relevant, maar ook op maatschappelijk niveau.


UZ Gent pleit voor vervolgonderzoek

De wetenschappers achter de studie benadrukken dat deze resultaten een eerste stap zijn. Ze pleiten voor verder onderzoek naar de verschillen in lokale immuniteitsopbouw tussen vaccins. Daarbij zou ook moeten worden gekeken naar nieuwe vormen van vaccinatie, zoals neussprays of mucosale vaccins, die rechtstreeks inspelen op de eerste verdedigingslinie van het lichaam.

“Dit is geen reden tot paniek,” zegt prof. Gevaert, “maar wel een moment van heroverweging. We moeten blijven leren van wat het immuunsysteem ons laat zien.”


Wat betekent dit voor mensen met AstraZeneca?

Voor mensen die zijn gevaccineerd met AstraZeneca betekent deze studie niet dat hun vaccin waardeloos is. Integendeel: het AstraZeneca-vaccin biedt nog steeds een goede bescherming tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname – wat altijd de prioriteit is geweest in de volksgezondheid.

Wel kan het zijn dat de bescherming tegen milde infecties of transmissie iets minder krachtig is, vooral in de neus. In dat licht kan het voor sommige mensen zinvol zijn om, in overleg met een arts, te kiezen voor een booster met een ander type vaccin dat mogelijk een breder immunologisch profiel biedt.


Moeten mensen zich zorgen maken?

Zorg is niet per se nodig, maar bewustzijn wél. De wetenschappelijke inzichten veranderen voortdurend, en het is belangrijk dat burgers goed geïnformeerd blijven. Vaccinatie is geen absolute garantie, maar een middel om risico’s sterk te verlagen.

De keuze voor een bepaald vaccin was voor velen destijds niet persoonlijk, maar afhankelijk van beschikbaarheid. Dat maakt het des te belangrijker dat nieuw onderzoek leidt tot eerlijke, transparante communicatie én flexibele strategieën.


Toekomstige varianten vragen om extra aandacht

De onderzoekers wijzen erop dat toekomstige virusvarianten mogelijk andere eigenschappen hebben die het immuunsysteem op nieuwe manieren uitdagen. Daarbij zou lokale bescherming – zoals antistoffen in de neus – een nog belangrijkere rol kunnen spelen.

Daarom wordt er internationaal al geëxperimenteerd met inhalatievaccins, neusdruppels en andere vormen van toediening die gericht zijn op het slijmvlies. Deze innovaties zouden in de toekomst een aanvulling kunnen zijn op de bestaande vaccinstrategie.


Eén vaccin, meerdere effecten

Het onderzoek onderstreept ook hoe verschillend vaccins kunnen werken, zelfs als ze allemaal als ‘veilig en effectief’ zijn goedgekeurd. Pfizer en AstraZeneca zijn beide waardevolle middelen in de strijd tegen COVID-19, maar richten zich mogelijk op verschillende aspecten van het immuunsysteem.

Waar het AstraZeneca-vaccin vooral een sterke respons in het bloed opwekt, lijkt Pfizer ook krachtiger te zijn in het activeren van de lokale slijmvliesimmuniteit. Die kennis kan van belang zijn voor toekomstige keuzes bij boosters of nieuwe vaccinatiestrategieën.


Conclusie: wetenschap blijft evolueren – en dat is goed

De studie van het Universitair Ziekenhuis Gent biedt belangrijke inzichten die helpen bij het verfijnen van onze aanpak tegen het coronavirus. Het roept op tot verdere studie, nuance in communicatie en – waar nodig – bijstelling van strategieën.

Voor mensen die met AstraZeneca zijn gevaccineerd, is er geen reden tot paniek. Het vaccin blijft waardevol. Wel kunnen deze inzichten aanleiding zijn om met de huisarts of GGD te spreken over vervolgstappen, zoals boosters of aanvullende bescherming.

De kernboodschap: niet elk vaccin werkt op dezelfde manier, en daar moeten we ons bewust van blijven. Wetenschap is geen statisch geheel, maar een voortdurend proces van bijstellen, verbeteren en vooruitkijken. En dat is precies wat nodig is om met vertrouwen naar de toekomst te kijken.


Blijf op de hoogte van het laatste gezondheidsnieuws en nieuwe inzichten over vaccins, bescherming en publieke gezondheid – schrijf je in voor onze nieuwsbrief of volg ons op social media.

Lees verder