-

Verhalen

Zonnepaneel met stekker: ´Zo veel geld verdien je in 10 jaar´

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Zonnepanelen die je zelf kunt installeren en gewoon in het stopcontact steekt? Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, maar plug-and-play zonnepanelen zijn anno 2025 werkelijkheid. Ze zijn goedkoop, eenvoudig te gebruiken en winnen snel aan populariteit. Maar hoeveel stroom leveren ze daadwerkelijk op? En wat levert dat financieel op over de jaren heen? We duiken in de feiten en rekenen het voor je uit.

Wat is een plug-and-play zonnepaneel precies?

Een plug-and-play zonnepaneel is een losstaand zonnepaneel dat je zonder technische kennis kunt installeren. Je plaatst het op een geschikte plek – denk aan een balkon, een plat dak of een schuur – sluit het aan met de meegeleverde stekker en begint direct met het opwekken van stroom. Meestal krijg je er een omvormer bij, die de opgewekte gelijkstroom omzet naar wisselstroom, zodat je apparaten er direct gebruik van kunnen maken. Het is wel van belang dat je meterkast over een vrije groep beschikt die dit vermogen aankan.

Waarom zijn deze panelen ineens zo populair?

Waar klassieke zonnepanelen enkele jaren geleden nog razend populair waren, is die markt enigszins ingestort. Panelen stapelen zich op in magazijnen, terwijl plug-and-play varianten een verkoopgroei van 300% lieten zien in Nederland in 2024. Die groei komt vooral doordat het systeem zo laagdrempelig is. Voor een paar honderd euro kun je beginnen met zelfvoorzienend stroomgebruik, zonder tussenkomst van installateurs of ingewikkelde subsidiesystemen.

Wat levert zo’n zonnepaneel aan stroom op?

Laten we een realistisch voorbeeld nemen: een zonnepaneel van 400 watt, met een begrensde output van 320 wattpiek via de omvormer. Stel je woont in Midden-Nederland, waar je gemiddeld 1.700 zonuren per jaar mag verwachten. Dan wek je jaarlijks ongeveer 350 kWh op. In Zuid-Nederland is dat iets meer, in het noorden iets minder. Omdat het systeem niet teruglevert aan het net, bestaat je financiële voordeel puur uit de stroom die je zelf gebruikt.

Hoeveel bespaar je dan per jaar?

De gemiddelde stroomprijs in een vast contract ligt momenteel rond de 30 cent per kWh. Met een jaarlijkse opbrengst van 350 kWh bespaar je dus ongeveer 105 euro per jaar, mits je de volledige opbrengst ook daadwerkelijk verbruikt. In de praktijk zal dit iets lager liggen. Realistisch is een verbruik van ongeveer 90%, wat neerkomt op 315 kWh oftewel 94,50 euro per jaar.

Wanneer verdien je het zonnepaneel terug?

Als je uitgaat van een aanschafprijs van 349 euro, dan heb je het paneel in iets minder dan vier jaar terugverdiend. Na 3 jaar en 8 maanden ben je ‘uit de kosten’ en ga je winst maken. Over een periode van 10 jaar levert het paneel je ongeveer 945 euro aan bespaarde stroomkosten op. Trek daar de aanschafprijs vanaf, dan blijft er 596 euro aan winst over.

En na 25 jaar?

Zonnepanelen gaan steeds langer mee. Zelfs als je rekening houdt met een afname van de efficiëntie tot 70% na 25 jaar, blijft de totale opbrengst indrukwekkend. Je komt dan uit op ongeveer 6.300 kWh. Tegen een constante stroomprijs van 0,30 euro per kWh betekent dit een besparing van 1.890 euro. Na aftrek van de initiële investering van 349 euro, houd je dus 1.541 euro over.

Zijn er nog extra voordelen?

Ja, zeker. Vooral met een dynamisch energiecontract kun je profiteren van marktschommelingen. Soms is stroom zó goedkoop dat de prijs negatief wordt. In plaats van stroom te leveren, kun je dan juist goedkope energie inkopen op momenten dat het bijna geld oplevert. Slim gebruik van je apparaten in combinatie met een plug-and-play zonnepaneel kan de winst dus nog verder verhogen.

Is een zonnepaneel met stekker iets voor jou?

Een plug-and-play zonnepaneel is vooral interessant voor wie geen dak vol panelen wil of kan leggen, maar toch wil besparen op de energiekosten. Je hebt weinig technische kennis nodig en kunt snel beginnen. Woon je in een appartement met balkon of heb je een schuur in de zon? Dan is dit een kleine investering met een redelijke opbrengst. Geen grote jackpot, maar wel een slimme zet richting duurzaamheid én een lagere energierekening.

Verhalen

Hoogleraar beweert: ´Personeelstekort in Nederland is heel simpel op te lossen´

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Werkgevers klagen nog steeds over personeelstekorten, maar volgens hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer is de krapte op de arbeidsmarkt inmiddels verleden tijd. De cijfers onderbouwen zijn stelling, en de oorzaken van het aanhoudende tekort liggen volgens hem grotendeels bij de werkgevers zelf. Tijd om de balans op te maken: hoe staat het nu echt met de Nederlandse arbeidsmarkt?

Cijfers spreken boekdelen

In het eerste kwartaal van 2025 zijn er volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 395.000 vacatures. Het aantal werklozen ligt op 407.000. In theorie zijn er dus genoeg werkzoekenden beschikbaar om alle openstaande banen in te vullen. Ter vergelijking: in 2022 was dit nog andersom. Toen waren er 464.000 vacatures tegenover slechts 329.000 werklozen. Het is duidelijk dat de spanning op de arbeidsmarkt flink is afgenomen.

Waarom is er dan nog steeds een tekort?

Toch blijven veel werkgevers hardnekkig roepen dat ze geen personeel kunnen vinden. Volgens De Beer is dat geen kwestie van vergrijzing of structurele tekorten, maar van onwil of onvermogen aan werkgeverszijde. De coronacrisis heeft tijdelijk voor extra beweging op de arbeidsmarkt gezorgd. Mensen gingen kritischer nadenken over hun werk en maakten vaker een carrièreswitch. Daardoor ontstond een tijdelijke keten van openstaande vacatures, die nu grotendeels is opgelost.

De impact van slechte arbeidsvoorwaarden

De Beer is uitgesproken over de rol van werkgevers. Volgens hem zijn het vooral slechte arbeidsomstandigheden die zorgen voor personeelstekorten. Dit speelt bijvoorbeeld in sectoren zoals de land- en tuinbouw, waar het werk zwaar is en de beloning mager. Alleen buitenlandse arbeidskrachten zijn vaak nog bereid om dit werk te doen. In de zorg ligt het probleem niet alleen bij het salaris, maar vooral bij de hoge werkdruk en bureaucratie.

De zorg als voorbeeld van een oplosbaar probleem

De uitstroom van personeel in de zorg is al jaren een groot probleem. Volgens De Beer is dit echter te keren zonder dat er direct hogere lonen nodig zijn. Door praktische maatregelen te nemen, zoals minder administratieve lasten, betere kinderopvang en meer autonomie in werktijden, kunnen zorginstellingen hun personeel beter behouden. Als de uitstroom afneemt, is het tekort binnen een half jaar verleden tijd, stelt hij.

Niet overal is het probleem denkbeeldig

Toch zijn er ook sectoren waar het tekort wél reëel is. Technologische bedrijven zoals ASML zoeken mensen met zeer specialistische kennis die in Nederland maar mondjesmaat te vinden zijn. Daar is het onvermijdelijk om naar het buitenland te kijken voor nieuw talent. Maar dit zijn uitzonderingen op de regel.

De mythe van structurele krapte

Demissionair minister Van Hijum sprak onlangs over personeelstekorten als een ‘fact of life’. De Beer veegt dit resoluut van tafel. Volgens hem is het geen onvermijdelijk gevolg van vergrijzing of economische trends, maar het resultaat van keuzes die werkgevers zélf maken. Kiezen zij voor betere omstandigheden, dan zullen de vacatures sneller vervuld raken.

Nieuwe manieren van werven: open hiring

Een innovatieve oplossing voor werkgevers is het zogenoemde ‘open hiring’. Hierbij hoeven werkzoekenden niet te solliciteren. Iedereen die wil werken, krijgt een kans. Dit verlaagt de drempel voor veel mensen die normaliter buiten de boot vallen, zoals langdurig werklozen of mensen zonder diploma’s. In een arbeidsmarkt met meer werklozen dan vacatures kan dit model effectief zijn om vacatures in te vullen.

Conclusie: het personeelstekort is geen natuurverschijnsel

De conclusie van Paul de Beer is helder: het huidige personeelstekort is in de meeste sectoren geen onoplosbaar probleem. Werkgevers hebben het grotendeels zelf in de hand. Wie goede arbeidsvoorwaarden biedt, slim werft en creatief omgaat met personeelsbeleid, hoeft geen lege roosters of stilvallende productie te vrezen. De arbeidsmarkt is in beweging, maar zeker niet onverbiddelijk.

Lees verder