Wouter zoekt al twee jaar naar
een huis: “De woningmarkt zit muurvast – er moet nu echt iets
gebeuren”
De woningmarkt in Nederland
piept en kraakt aan alle kanten. De prijzen blijven stijgen, het
aanbod blijft achter en met name jonge stellen merken daar
dagelijks de gevolgen van. Voor Wouter en zijn vriendin is het
vinden van een geschikte koopwoning inmiddels een frustrerende
zoektocht geworden. Al bijna twee jaar speuren ze naar een
betaalbare plek om hun toekomst op te bouwen, maar zonder
resultaat.

Elke keer als er hoop gloort,
is die van korte duur. De woningen die beschikbaar zijn, worden
razendsnel verkocht of blijken simpelweg onbetaalbaar. “Het voelt
alsof we gevangen zitten in een systeem dat weigert te bewegen,”
zegt Wouter. En hij is niet de enige. Steeds meer jonge gezinnen
lopen vast op een markt waar weinig doorstroming is en waar
starters structureel achter het net vissen.
Eén probleem, vele
gezichten
Voor Wouter zit de pijn niet
alleen in de hoge prijzen, maar vooral in het gebrek aan beweging
op de woningmarkt. “Wat ik het meest wrang vind, is dat veel ruime
gezinswoningen worden bewoond door mensen die die ruimte eigenlijk
niet meer nodig hebben,” zegt hij. Hij doelt op oudere bewoners die
al decennialang in hetzelfde huis wonen, ook nu ze met z’n tweeën –
of zelfs alleen – zijn.
Ondertussen staan jonge
stellen te trappelen om te kunnen groeien, maar botsen zij keer op
keer op een muur van stilstand. “We willen verder, maar dat lukt
niet zolang het systeem muurvast zit,” aldus Wouter.

Volgens hem wordt de situatie
alsmaar nijpender. Starters blijven hangen in kleine
huurappartementen, jonge gezinnen moeten kinderen opvoeden op te
weinig vierkante meters en anderen wonen noodgedwongen nog steeds
bij hun ouders.
Weinig doorstroming, weinig
kansen
De woningmarkt stokt vooral
omdat er te weinig doorstroming is. Er wordt wel gebouwd, maar vaak
te langzaam of op plekken waar de behoefte niet het grootst is.
Tegelijkertijd blijven grote huizen vaak onbenut – met lege
slaapkamers en ongebruikte tuinen – terwijl de vraag naar ruimte
onder jonge gezinnen alleen maar toeneemt.
Die disbalans zorgt voor
frustratie bij veel starters. Ze willen wel, maar kunnen niet. En
terwijl ze tegen hun grenzen aanlopen, blijft een deel van de
beschikbare woonruimte buiten bereik – niet omdat die er niet is,
maar omdat hij niet vrijkomt.

Geen dwang, maar slimme
stimulansen
Wouter pleit dan ook voor een
gerichte aanpak vanuit de overheid. “Het is tijd dat er beleid komt
dat het aantrekkelijk maakt voor ouderen om kleiner te gaan wonen.
Niet door mensen iets op te leggen, maar door ze te verleiden met
logische, haalbare prikkels.”
Hij denkt daarbij aan
belastingvoordelen, vergoedingen voor verhuis- en inrichtingskosten
of zelfs voorrang bij nieuwbouwprojecten gericht op senioren. Alles
om de drempel tot verhuizen te verlagen.
Volgens hem kan dat op een
manier die recht doet aan ieders belang. “We moeten het niet zien
als iets dat ouderen ‘afpakt’, maar als iets dat juist kansen
creëert – ook voor hen. Een kleinere, gelijkvloerse woning is vaak
beter afgestemd op de levensfase waarin ze zich bevinden.”
Kleiner wonen heeft
voordelen
Veel ouderen wonen nog altijd
in eengezinswoningen met meerdere verdiepingen, trappen en een
grote tuin. Dat zijn prachtige huizen, maar niet altijd praktisch
wanneer het lichaam niet meer meewerkt. Wouter: “Kleiner wonen
betekent minder onderhoud, lagere energiekosten en vaak ook een
betere ligging ten opzichte van voorzieningen zoals zorg, winkels
of openbaar vervoer.”

En dat biedt ook mentaal
ruimte: een frisse start in een woning die beter past bij de
behoeften van nu. “Als de overheid daarin investeert, creëer je
iets waar iedereen baat bij heeft,” zegt hij. “Niet alleen jonge
gezinnen, maar ook ouderen zelf.”
Verbinding tussen
generaties
Volgens Wouter is het
belangrijk dat het gesprek hierover met wederzijds begrip wordt
gevoerd. “Het gaat niet om wij tegen zij. Het gaat erom dat we met
z’n allen naar de toekomst kijken. En daar hoort bij dat we soms
ruimte maken voor elkaar.”
Hij erkent dat niet iedere
oudere staat te springen om te verhuizen. “Dat snap ik volledig.
Maar laten we dan in elk geval zorgen dat wie wél wil verhuizen,
ook echt geholpen wordt. Nu is dat vaak nog te ingewikkeld of
financieel onaantrekkelijk.”

Nieuwe kansen voor de
bouwsector
Ook voor de bouwsector zou
een gericht doorstroombeleid positief uitpakken. Meer vraag naar
levensloopbestendige woningen betekent nieuwe bouwprojecten,
werkgelegenheid en architectonische vernieuwing. Als de overheid
daar duidelijke kaders en financiële steun aan koppelt, ontstaat er
opnieuw beweging op een vastgelopen markt.
“Er wordt nu veel gebouwd,
maar vaak niet in de juiste categorie,” stelt Wouter. “Er is
behoefte aan slimme appartementen, hofjes en gelijkvloerse woningen
– geen extra villa’s in het buitengebied.”
Geen taboe op
verandering
Voorstellen zoals die van
Wouter kunnen gevoelig liggen. Sommige ouderen voelen zich
aangesproken of zelfs aangevallen wanneer de discussie over
‘doorschuiven’ gevoerd wordt. Maar volgens Wouter is het gesprek
noodzakelijk. “We moeten het niet uit de weg gaan. Niet vanuit
verwijt, maar vanuit verantwoordelijkheid.”

Hij benadrukt dat niemand
zijn woning gedwongen hoeft te verlaten. “Daar gaat het niet om.
Maar het zou de samenleving enorm helpen als we met elkaar het
gesprek aangaan over hoe we de beschikbare ruimte beter
benutten.”
Door het taboe te doorbreken
en met empathie te kijken naar ieders behoeften, ontstaat er ruimte
voor begrip – en voor oplossingen die écht werken.
Tijd voor actie
Wouter’s oproep is helder: de
woningmarkt moet in beweging komen. Dat kan alleen als er beleid
komt dat eerlijk, doordacht en gericht is op het hele systeem. “We
hebben het lang genoeg over de symptomen gehad. Tijd om de oorzaak
aan te pakken.”

Doorstroming is daarbij een
sleutelwoord. Niet als verplichting, maar als uitnodiging. Als
ouderen de ruimte krijgen om vrijwillig en comfortabel te verhuizen
naar een woning die beter past, ontstaat er lucht op alle niveaus
van de woningmarkt.
Samen bouwen aan
toekomst
De frustratie van Wouter is
herkenbaar voor veel leeftijdsgenoten. Zijn boodschap aan de
politiek, de bouwsector én de samenleving: denk in oplossingen die
iedereen dienen. Want wonen is meer dan een dak boven je hoofd –
het is de basis van iemands leven.
Zolang grote huizen leeg
blijven terwijl jonge mensen geen begin kunnen maken, gaat er iets
fundamenteel mis. Het is tijd voor solidariteit tussen generaties.
Niet vanuit plicht, maar vanuit de wens om het samen beter te
maken.
