Verhalen
Dit land heeft een enorm woningoverschot: ´Zo kom je er aan een gratis huis!´

Het klinkt misschien onwerkelijk: miljoenen leegstaande huizen in Japan, waarvan sommige zelfs gratis worden aangeboden. Toch is dit de realiteit in het Aziatische land. Terwijl in Nederland mensen jarenlang op wachtlijsten staan voor een woning, kampt Japan met een overschot aan huizen. Maar wat betekent dit voor Nederlanders? Kun je als buitenlander profiteren van deze bijzondere situatie? We nemen je stap voor stap mee in het fenomeen van de Japanse ‘akiya’.
Hoe ontstaat een woningoverschot van miljoenen huizen?
Japan telt momenteel ongeveer negen miljoen leegstaande woningen, ook wel bekend als akiya. De oorzaken zijn divers, maar vergrijzing speelt een hoofdrol. Het land kent een van de oudste bevolkingen ter wereld. Veel ouderen overlijden en laten hun huis na aan kinderen die zelf al in de grote steden wonen, zoals Tokio of Osaka. Voor hen is een oud huis op het platteland vaak niet aantrekkelijk of praktisch. Gevolg: het huis blijft leegstaan.
De Japanse cultuur rondom oude huizen
Naast praktische bezwaren speelt ook cultuur een belangrijke rol. Japanners hechten veel waarde aan hygiëne en nieuwbouw. Een woning waarin iemand gestorven is, of simpelweg oud is, wordt vaak als ‘onrein’ beschouwd. Renovatie is bovendien lastig vanwege de traditionele bouwtechnieken. Hierdoor worden oude huizen niet snel opgeknapt of opnieuw bewoond.
Wat zijn akiya en waar vind je ze?
De term akiya verwijst dus naar leegstaande huizen in Japan, meestal op het platteland. Veel van deze woningen worden tegen spotprijzen of zelfs gratis aangeboden. Ze staan vaak in afgelegen gebieden, maar niet allemaal. Er zijn ook exemplaren die op redelijke afstand van steden zoals Nagano liggen, met goede verbindingen naar Tokio via de shinkansen, de hogesnelheidstrein.
Kun je als Nederlander zomaar een akiya kopen?
Het verrassende antwoord is: ja. In tegenstelling tot veel andere landen mogen buitenlanders in Japan gewoon onroerend goed kopen, zonder dat ze daar permanent hoeven te wonen. Als Nederlander mag je tot 90 dagen in Japan verblijven zonder visum. Dat betekent dat je een huis kunt kopen en daar tijdelijk mag verblijven. Wil je langer blijven, dan moet je een visum aanvragen.
Welke visumopties zijn er?
Een toegankelijke visumoptie is het Specified Skills Visa. Dit visum is bedoeld voor mensen die willen werken in één van twaalf sectoren, waaronder ouderenzorg, schoonmaak, landbouw, horeca en voedselproductie. Japan heeft door de vergrijzing een groeiende behoefte aan arbeidskrachten in deze praktische sectoren. Een diploma is meestal niet nodig, alleen motivatie en inzet.
Hoe pak je dit als Nederlander aan?
Ben je serieus geïnteresseerd in een akiya, dan is het verstandig om je goed voor te bereiden. Begin bijvoorbeeld met het leren van de Japanse taal via platforms als Duolingo. De taalvaardigheid is belangrijk bij het onderhandelen met verkopers, het regelen van papierwerk en het vinden van werk. Vervolgens kun je via websites zoals Akiya Japan op zoek naar een woning die bij je past.
Zijn er ook nadelen of valkuilen?
Hoewel het aantrekkelijk klinkt, zijn er zeker ook kanttekeningen. Veel akiya’s verkeren in slechte staat en moeten flink worden opgeknapt. De regelgeving rondom renovaties kan complex zijn. Daarnaast is leven op het platteland in Japan iets heel anders dan een vakantie in Tokio. Je moet bereid zijn om je aan te passen aan lokale gebruiken en een geïsoleerd leven.
Toch interessant voor avontuurlijke Nederlanders
Toch biedt het Japanse woningoverschot interessante kansen voor avontuurlijke Nederlanders. Voor wie een droom heeft om in Japan te wonen, of simpelweg op zoek is naar een uniek project in het buitenland, is dit een kans om serieus te overwegen. Mits je goed voorbereid bent, kan een akiya een waardevol bezit zijn.

Verhalen
Hoogleraar beweert: ´Personeelstekort in Nederland is heel simpel op te lossen´

Werkgevers klagen nog steeds over personeelstekorten, maar volgens hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer is de krapte op de arbeidsmarkt inmiddels verleden tijd. De cijfers onderbouwen zijn stelling, en de oorzaken van het aanhoudende tekort liggen volgens hem grotendeels bij de werkgevers zelf. Tijd om de balans op te maken: hoe staat het nu echt met de Nederlandse arbeidsmarkt?
Cijfers spreken boekdelen
In het eerste kwartaal van 2025 zijn er volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 395.000 vacatures. Het aantal werklozen ligt op 407.000. In theorie zijn er dus genoeg werkzoekenden beschikbaar om alle openstaande banen in te vullen. Ter vergelijking: in 2022 was dit nog andersom. Toen waren er 464.000 vacatures tegenover slechts 329.000 werklozen. Het is duidelijk dat de spanning op de arbeidsmarkt flink is afgenomen.
Waarom is er dan nog steeds een tekort?
Toch blijven veel werkgevers hardnekkig roepen dat ze geen personeel kunnen vinden. Volgens De Beer is dat geen kwestie van vergrijzing of structurele tekorten, maar van onwil of onvermogen aan werkgeverszijde. De coronacrisis heeft tijdelijk voor extra beweging op de arbeidsmarkt gezorgd. Mensen gingen kritischer nadenken over hun werk en maakten vaker een carrièreswitch. Daardoor ontstond een tijdelijke keten van openstaande vacatures, die nu grotendeels is opgelost.
De impact van slechte arbeidsvoorwaarden
De Beer is uitgesproken over de rol van werkgevers. Volgens hem zijn het vooral slechte arbeidsomstandigheden die zorgen voor personeelstekorten. Dit speelt bijvoorbeeld in sectoren zoals de land- en tuinbouw, waar het werk zwaar is en de beloning mager. Alleen buitenlandse arbeidskrachten zijn vaak nog bereid om dit werk te doen. In de zorg ligt het probleem niet alleen bij het salaris, maar vooral bij de hoge werkdruk en bureaucratie.
De zorg als voorbeeld van een oplosbaar probleem
De uitstroom van personeel in de zorg is al jaren een groot probleem. Volgens De Beer is dit echter te keren zonder dat er direct hogere lonen nodig zijn. Door praktische maatregelen te nemen, zoals minder administratieve lasten, betere kinderopvang en meer autonomie in werktijden, kunnen zorginstellingen hun personeel beter behouden. Als de uitstroom afneemt, is het tekort binnen een half jaar verleden tijd, stelt hij.
Niet overal is het probleem denkbeeldig
Toch zijn er ook sectoren waar het tekort wél reëel is. Technologische bedrijven zoals ASML zoeken mensen met zeer specialistische kennis die in Nederland maar mondjesmaat te vinden zijn. Daar is het onvermijdelijk om naar het buitenland te kijken voor nieuw talent. Maar dit zijn uitzonderingen op de regel.
De mythe van structurele krapte
Demissionair minister Van Hijum sprak onlangs over personeelstekorten als een ‘fact of life’. De Beer veegt dit resoluut van tafel. Volgens hem is het geen onvermijdelijk gevolg van vergrijzing of economische trends, maar het resultaat van keuzes die werkgevers zélf maken. Kiezen zij voor betere omstandigheden, dan zullen de vacatures sneller vervuld raken.
Nieuwe manieren van werven: open hiring
Een innovatieve oplossing voor werkgevers is het zogenoemde ‘open hiring’. Hierbij hoeven werkzoekenden niet te solliciteren. Iedereen die wil werken, krijgt een kans. Dit verlaagt de drempel voor veel mensen die normaliter buiten de boot vallen, zoals langdurig werklozen of mensen zonder diploma’s. In een arbeidsmarkt met meer werklozen dan vacatures kan dit model effectief zijn om vacatures in te vullen.
Conclusie: het personeelstekort is geen natuurverschijnsel
De conclusie van Paul de Beer is helder: het huidige personeelstekort is in de meeste sectoren geen onoplosbaar probleem. Werkgevers hebben het grotendeels zelf in de hand. Wie goede arbeidsvoorwaarden biedt, slim werft en creatief omgaat met personeelsbeleid, hoeft geen lege roosters of stilvallende productie te vrezen. De arbeidsmarkt is in beweging, maar zeker niet onverbiddelijk.