Financieel
Bitcoin versus goud: ´Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen?´
Bitcoin wordt vaak het ‘digitale goud’ genoemd. Maar klopt die vergelijking eigenlijk wel? Beide activa dienen als alternatief voor het traditionele financiële systeem en hebben de laatste tijd opnieuw de aandacht getrokken, mede door hun hoge waarderingen. Toch zijn er naast de opvallende gelijkenissen ook grote verschillen tussen deze twee investeringsopties. In dit artikel vergelijken we goud en Bitcoin op verschillende vlakken: van tastbaarheid tot volatiliteit, en van gebruik tot rendement.
De aantrekkingskracht van alternatieve waarde
Zowel goud als Bitcoin worden vaak gekozen door mensen die hun vertrouwen in het reguliere banksysteem en centrale overheden zijn kwijtgeraakt. Dit wantrouwen heeft geleid tot de opkomst van alternatieve manieren om vermogen op te slaan. Goud heeft hierin al eeuwen een gevestigde reputatie. Het staat symbool voor stabiliteit, is tastbaar en wordt al generaties lang gezien als een veilige haven tijdens economische onrust. Bitcoin daarentegen is pas in 2009 ontstaan, maar heeft zich in relatief korte tijd ontwikkeld tot een serieus alternatief voor traditioneel geld.
Wat maakt goud en Bitcoin vergelijkbaar?
Een belangrijk raakvlak tussen goud en Bitcoin is hun schaarste. Goud is een eindige grondstof: wat in de aarde zit, is wat we hebben. Bitcoin kent eveneens een absolute limiet: er zullen nooit meer dan 21 miljoen Bitcoins in omloop zijn. Dit beperkte aanbod is voor beleggers vaak reden om in te stappen, zeker in tijden van hoge inflatie. Wanneer centrale banken geld blijven bijdrukken, stijgen goud en Bitcoin vaak mee in waarde omdat ze zich daar niet aan kunnen ‘onttrekken’. Ze worden dan ook vaak gezien als een verzekering tegen geldontwaarding.
Daarnaast opereren beide buiten het traditionele financiële circuit. Je hebt geen bank nodig om Bitcoin te gebruiken of goud te kopen. Dat maakt ze aantrekkelijk voor wie zichzelf financieel onafhankelijk wil maken.
De verschillen tussen fysiek en digitaal bezit
Toch zijn er ook wezenlijke verschillen. Goud is een fysiek bezit. Je kunt het vasthouden, opbergen in een kluis en eventueel laten smelten tot sieraden of munten. Bitcoin bestaat daarentegen uitsluitend digitaal. Het wordt opgeslagen in digitale wallets en beheerd via blockchaintechnologie. Voorstanders van Bitcoin wijzen op het gemak van overdracht: een grote hoeveelheid kan binnen seconden worden verzonden, waar je bij goud een fysieke overdracht nodig hebt. Tegenstanders benadrukken juist het risico van digitale diefstal of het verliezen van toegang tot je wallet.
Ironisch genoeg is ook veel goud tegenwoordig digitaal ‘verhandeld’, bijvoorbeeld via ETF’s. Dus ook goudbezit verloopt steeds vaker zonder fysieke staven of munten. In die zin lijken goud en Bitcoin misschien meer op elkaar dan je op het eerste gezicht zou denken.
Hoe ontstaan ze?
Goud wordt via mijnbouw uit de grond gehaald, een proces dat duur, tijdrovend en milieubelastend is. Bitcoin wordt eveneens ‘gemined’, maar dan digitaal. Grote computers lossen complexe wiskundige problemen op en worden hiervoor beloond met nieuwe Bitcoins. Ook dit vergt energie, vaak veel, wat de afgelopen jaren tot stevige kritiek heeft geleid. Tegelijkertijd zien we een trend waarbij Bitcoin mining steeds duurzamer wordt door het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
Stabiliteit versus potentieel rendement
Qua prijsbewegingen zijn goud en Bitcoin elkaars tegenpolen. Goud is relatief stabiel. De koers fluctueert, maar zelden extreem. Bitcoin is daarentegen berucht om zijn volatiliteit. In korte tijd kan de waarde verdubbelen of halveren. Voor beleggers met een lange adem en hoge risicotolerantie kan Bitcoin daarom interessanter zijn qua rendement. Maar dat betekent ook dat het risico op forse verliezen veel groter is dan bij goud.
Wat past bij jou als belegger?
Ben je iemand die houdt van zekerheid, dan is goud waarschijnlijk de betere keuze. Zoek je naar potentieel snelle winst en durf je risico te nemen, dan kan Bitcoin beter bij je passen. Veel mensen kiezen voor een combinatie van beide: een deel van het vermogen in goud voor stabiliteit, en een deel in Bitcoin voor groei. Zo ontstaat een uitgebalanceerde portefeuille met spreiding over risico’s én kansen.
Conclusie: niet of-of, maar en-en
Goud en Bitcoin zijn in veel opzichten tegenpolen, maar dienen vaak hetzelfde doel: bescherming tegen inflatie en economische onzekerheid. De een is oud en vertrouwd, de ander modern en digitaal. De een straalt stabiliteit uit, de ander avontuur. Het is geen wedstrijd met een winnaar, maar eerder een kwestie van persoonlijke voorkeur en financiële strategie. Of misschien wel allebei.
Of je nu een tweedehands auto wil kopen, een hoger salaris probeert te onderhandelen of een huis wilt bieden onder de vraagprijs – onderhandelen blijft voor velen spannend en ongemakkelijk. De neiging om snel toe te geven en ‘gewoon akkoord te gaan’ is groot. Toch kun je met de juiste strategie veel meer bereiken. En die strategie? Die komt verrassend genoeg uit het handboek van de FBI.
Waarom onderhandelen zo lastig voelt
Voor veel mensen is onderhandelen beladen. Je wilt niemand teleurstellen, niet te gretig overkomen, of simpelweg geen ‘nee’ horen. Of het nu gaat om die gebruikte BMW of om je jaarsalaris: als de andere partij niet meteen toegeeft, voel je je al snel ongemakkelijk. Je zwicht, stemt in met een compromis, en blijft achter met een licht knagend gevoel dat je meer had kunnen krijgen.
Chris Voss: van gijzelingen naar salarisonderhandelingen
Chris Voss, voormalig toponderhandelaar bij de FBI, bracht zijn jarenlange ervaring samen in het boek Never Split the Difference. Daarin leert hij dat onderhandelen draait om psychologie, empathie en een gestructureerde aanpak – niet om hard zijn of bluffen. Eén van de meest praktische technieken uit zijn arsenaal is de zogenaamde Ackerman-methode, vernoemd naar CIA-agent Mike Ackerman.
Wat is de Ackerman-methode?
De Ackerman-methode is een onderhandelingsstrategie die je stap voor stap begeleidt naar een gunstig eindresultaat. De kracht ervan ligt in de combinatie van een doordachte opbouw, precieze getallen en het inspelen op het onderbewustzijn van de ander. Deze methode wordt ingezet bij internationale crisissituaties, maar werkt net zo goed tijdens een gesprek over jouw loonsverhoging.
Zo werkt het Ackerman-systeem
1. Bepaal jouw doelbedrag
Wat wil je echt krijgen of betalen? Stel dat je een salaris van 100.000 euro wilt, dan is dat jouw einddoel. Vanaf hier bouw je je strategie op.
2. Start laag (of hoog)
Begin bij 65% van je doelbedrag. Dus bij salaris: open met 135.000 euro. Het klinkt brutaal, maar het zet een stevig anker.
3. Verhoog in stappen
Doe daarna biedingen in drie toenemende stappen, waarbij je steeds dichter bij jouw doelbedrag komt:
-
Tweede bod: 115.000 euro
-
Derde bod: 105.000 euro
-
Laatste bod: 99.750 euro (precies, niet afgerond)
4. Gebruik empathie en blijf vriendelijk
Stel vragen, toon begrip voor de andere partij, maar blijf bij jouw standpunt. Zeg ‘nee’ op een manier die niet agressief is, maar beslist.
5. Eindig met een exact bedrag
Rond je laatste bod af op een vreemd bedrag, bijvoorbeeld 99.750 euro in plaats van 100.000. Dat geeft het gevoel dat je zorgvuldig hebt gerekend en echt op je grens zit.
6. Voeg iets kleins toe
Bied iets symbolisch aan – iets dat jou niets kost maar vertrouwen wekt. Denk aan: “En ik gooi die oude schuur erbij” of “Ik neem de administratie van vorig kwartaal voor mijn rekening.”
Waarom het werkt
Deze methode is krachtig omdat het inspeelt op het menselijk brein. De aanvankelijke extreme positie creëert ruimte. De kleine stappen geven het gevoel dat je al veel water bij de wijn hebt gedaan. En die vreemde, nauwkeurige bedragen geven het idee dat je tot de cent hebt doorgerekend. Voeg daar empathie aan toe en je komt over als iemand die weet wat hij wil, zonder onredelijk te zijn.
Toepasbaar in elke situatie
Of je nu onderhandelt over je huurprijs, een freelance tarief bespreekt of een nieuwe fiets koopt – het Ackerman-systeem kun je altijd inzetten. Zelfs als de andere partij de techniek niet herkent, voelt hij intuïtief aan dat je voorbereid en doelgericht bent.
Tot slot: oefenen, oefenen, oefenen
Onderhandelen is geen trucje, maar een vaardigheid. Hoe vaker je oefent, hoe zelfverzekerder je wordt. Begin klein, bijvoorbeeld bij een kringloopwinkel of marktkraam, en pas het systeem later toe in serieuze gesprekken. Oefening baart succes – en meer geld.