Algemeen
Steenrijk, Straatarm-kijkers zeggen allemaal hetzelfde over arm gezin
Steenrijk, Straatarm ontroert met aflevering over Fred en Ziggy: “Eindelijk ruimte om te ademen”
De nieuwste aflevering van Steenrijk, Straatarm heeft veel losgemaakt bij kijkers. In het programma, waarin twee gezinnen met totaal verschillende financiële situaties tijdelijk van leven ruilen, zagen we deze week het ontroerende verhaal van Fred en zijn zoon Ziggy. Het tweetal uit Enschede leeft doorgaans met een beperkt weekbudget en kreeg voor één week de kans om het luxe leven te ervaren op Curaçao.
Tegenover hen stond het leven van Adriaan en Meibi, een welgesteld koppel dat zich aanpaste aan de bescheiden leefstijl van Fred. Het werd een aflevering vol emotie, inzichten én discussie op sociale media.
Van Enschede naar Curaçao: een droom wordt werkelijkheid
Fred en Ziggy, vader en zoon, leven in hun thuissituatie van zo’n 120 euro per week. Hoewel zij hiermee proberen rond te komen, is er weinig ruimte voor extra’s. Hun deelname aan het programma betekende voor hen niet alleen een uitje, maar een zeldzame kans om even te voelen hoe het is om zonder financiële zorgen te leven.
Bij aankomst op Curaçao krijgen ze het bedrag te horen dat ze die week mogen besteden: ongeveer 3.000 Antilliaanse guldens – omgerekend zo’n 1.500 euro. Fred kan zijn emoties nauwelijks bedwingen. “We kunnen eindelijk dingen doen die normaal buiten ons bereik liggen,” zegt hij, zichtbaar geëmotioneerd. “Het is een prachtig bedrag. Ik ga er intens van genieten, echt waar. Met een hoofdletter G.”
Een klein gebaar, een groot gevoel
Wat voor anderen vanzelfsprekend lijkt, is voor Fred en Ziggy iets groots. Voor het eerst in drie jaar lukt het Fred om nieuwe schoenen te kopen – voor zichzelf én voor zijn zoon. Het moment dat hij dit vertelt, raakt veel kijkers.
“Nu hebben we eindelijk het geld ervoor,” zegt Fred met tranen in zijn ogen. “Ik krijg er weer kippenvel van. Het betekent echt heel veel voor me.” Over zijn oude schoenen zegt hij: “Soms droeg ik ze en dacht ik: wat ruik ik? Dan schaamde ik me ontzettend. Zelfs in het vliegtuig voelde ik die schaamte.”
Luxe versus eenvoud: het contrast raakt beide kanten
Aan de andere kant van de wereld proberen Adriaan en Meibi te leven van het weekbudget van Fred. Al snel merken ze hoeveel invloed een beperkt inkomen heeft op het dagelijks comfort. Zo blijkt het bed in Freds slaapkamer verouderd en oncomfortabel. “Mijn rug doet pijn,” klaagt Meibi. In plaats van zich enkel te beklagen, besluiten zij direct actie te ondernemen. Ze schakelen hun netwerk in en zorgen dat er een nieuw bed wordt geregeld voor Fred – zonder dat hij dit weet.
Deze daad van medemenselijkheid raakt een gevoelige snaar bij veel kijkers. Waar de aflevering aanvankelijk vooral draait om het financiële verschil, ontstaat er gaandeweg een veel dieper verhaal over compassie en wederzijds respect.
Een warme verrassing bij thuiskomst
Na een indrukwekkende week op Curaçao keren Fred en Ziggy terug naar hun bescheiden woning in Enschede. Wat hen daar te wachten staat, hadden ze niet verwacht: een brief van Adriaan en Meibi met een boodschap vol waardering én een verrassing.
“Hebben ze een nieuw bed voor me geregeld?” zegt Fred, nauwelijks in staat het te geloven. Zijn zoon rent meteen naar de slaapkamer en test enthousiast het nieuwe matras. “Wauw, dit is echt prachtig. En supercomfortabel!”
Alsof dat nog niet genoeg is, besluiten Adriaan en Meibi ook het geld dat zij overhielden aan hun weekbudget – 55 euro – te schenken aan Ziggy. Een klein gebaar met grote symboliek, dat het slotstuk vormt van een aflevering die bol stond van menselijke verbinding.
Kijkers zijn geroerd, maar ook kritisch
Op sociale media werd na afloop van de aflevering veel gedeeld en besproken. De ontroering was groot, zeker rond de emoties van Fred en de vreugde van Ziggy. Velen spraken hun bewondering uit voor hun veerkracht en bescheidenheid.
Toch was er ook kritiek. Een aantal kijkers gaf aan dat zij 120 euro per week niet per se als ‘straatarm’ beschouwen. In online reacties klinkt: “Er zijn mensen die met nog minder rond moeten komen” en “Het programma zou wat duidelijker moeten maken wat onder ‘straatarm’ wordt verstaan.”
Anderen wezen juist op het verschil tussen cijfers en context. “Het gaat niet alleen om het bedrag,” schreef iemand. “Het gaat erom wat je er allemaal níét van kunt doen: geen schoenen, geen uitjes, geen rust.” De aflevering bracht daarmee niet alleen emotie, maar ook discussie over armoede, beleving en beeldvorming.
Herkenbaarheid en verbondenheid
Wat deze aflevering van Steenrijk, Straatarm zo bijzonder maakt, is dat het niet alleen draait om geld, maar om menselijkheid. Fred en Ziggy laten zien wat het betekent om met weinig toch alles te geven voor elkaar. Vader en zoon delen een hechte band, waarin kleine momenten – zoals een ijsje op het strand of een paar nieuwe schoenen – groots aanvoelen.
Tegelijkertijd lieten Adriaan en Meibi zien dat luxe niet vanzelfsprekend hoeft te zijn, en dat een warm gebaar veel meer waarde heeft dan geld. Hun betrokkenheid en open houding maakten de uitwisseling oprecht en leerzaam voor beide kanten.
Conclusie: een aflevering die blijft hangen
De aflevering van Steenrijk, Straatarm met Fred en Ziggy was er één die kijkers niet snel zullen vergeten. De emotionele momenten, de herkenbare zorgen en het warme slot zorgden voor een uitzending die raakte én stof tot nadenken gaf.
Of 120 euro per week nu ‘straatarm’ is of niet, werd misschien niet definitief beantwoord – maar het verhaal van Fred en Ziggy maakte één ding duidelijk: armoede is niet alleen een getal, het is een gevoel van beperking. En elke vorm van verlichting, hoe klein ook, kan van onschatbare waarde zijn.
Was het nou 120 euro per week alleen voor de boodschappen? Nee toch ? #steenrijkstraatarm
— Marjan (@Nicenurse1966) May 7, 2025
Hoezeer ik het vader en zoon gun…. 120 per week, is niet fijn,maar ook niet straatarm #steenrijkstraatarm
— zeeuwswuufje 🫧 (@sidie1970) May 7, 2025
Ik ben modaal 2 pubers en vent en doe de boodschappen gemiddeld voor 160 euro in de week…mag ik nu ook meedoen? Want 120 euro voor 2 man is schijnbaar straatarm en kun je niet eten…. #steenrijkstraatarm
— Antoinette Winters (@twetjewinters) May 7, 2025
Algemeen
Martijn Krabbé deelt verdrietig nieuws: ”Naast haar wil ik begraven worden”

Martijn Krabbé heeft dinsdagavond bij RTL Tonight een van de meest openhartige interviews uit zijn carrière gegeven. Niet als presentator, maar als mens. Samen met zijn vrouw Deborah zat hij aan de keukentafel en sprak hij over zijn z!ekte, zijn angsten en de manier waarop hij probeert om het leven, ondanks alles, zo vol mogelijk te blijven leven. De 57-jarige televisiepersoonlijkheid kampt met een ongeneeslijke vorm van longk*nker met uitzaaiingen, een realiteit die zijn blik op alles voorgoed heeft veranderd.

Geen angst voor het einde, wel voor wat achterblijft
Wat direct opvalt in het gesprek, is de kalme manier waarop Martijn spreekt over iets wat voor veel mensen onuitspreekbaar is. Hij benadrukt dat zijn grootste angst niet ligt bij wat hem zelf te wachten staat, maar bij de mensen die hij straks moet achterlaten. Zijn vrouw Deborah en hun kinderen staan daarbij centraal.
“Mijn angst gaat eigenlijk altijd over hen,” vertelt hij. Vooral ’s nachts komen die gedachten hard binnen. “In de nacht ben je alleen. Dan is er geen afleiding, geen drukte, geen gesprekken. Dan kunnen zorgen zich opstapelen en kan ik echt wakker liggen.” Toch weigert Martijn om zich door die angst te laten verlammen. “Je wordt weer wakker, je staat op en je maakt er iets van. Elke dag telt.”

Leven met scherpte en dankbaarheid
Sinds duidelijk is dat genezing niet meer mogelijk is, leeft Martijn met een andere intensiteit. Hij noemt het confronterend, maar ook verhelderend. Waar het leven vroeger soms aan hem voorbij leek te razen, staat hij nu bewuster stil bij kleine momenten. “Je bent altijd bezig, altijd onderweg. En dan ineens word je gedwongen om te kijken. En dan zie je pas hoe mooi alles eigenlijk is.”
Die scherpte zit niet alleen in grote inzichten, maar juist in alledaagse dingen: samen ontbijten, een gesprek voeren zonder haast, lachen om kleine absurditeiten. Martijn spreekt over het belang van geen enkele dag als vanzelfsprekend te beschouwen. “Geen dag zomaar verspillen,” zegt hij resoluut. “Elke dag is er één.”

De wens om zijn gezin ‘goed’ achter te laten
Een terugkerend thema in het gesprek is Martijns diepe wens om zijn gezin zo goed mogelijk achter te laten. Hij weet dat hij hen niet kan behoeden voor verdriet, maar wil wel alles doen om hen zo sterk mogelijk te maken voor wat komt. “Ik zou ze het liefst gelukkig achterlaten,” zegt hij eerlijk. “Maar dat is misschien te veel gevraagd. Wat ik wel kan doen, is er nu zijn. Praten. Dingen zeggen die anders misschien nooit gezegd zouden worden.”
Die openheid typeert het gesprek aan tafel. Er is ruimte voor emotie, maar ook voor realisme. Martijn en Deborah vermijden grote woorden, maar laten zien hoe belangrijk eerlijkheid is, juist in moeilijke tijden.

Deborah als houvast in de nacht
Deborah speelt een cruciale rol in hoe Martijn met zijn z!ekte omgaat. Hij noemt haar zonder aarzeling zijn houvast. “Ik mag haar altijd wakker maken,” vertelt hij. “Ook midden in de nacht. Al is het elke nacht.” Deborah knikt en glimlacht. “Als dat geen echte liefde is,” zegt Martijn zacht.
Deborah bevestigt dat die gesprekken soms zwaar zijn, maar benadrukt dat ze proberen er niet in te blijven hangen. “We willen het leven zo normaal mogelijk blijven leven,” zegt ze. Dat betekent ook: blijven lachen, blijven plannen maken, blijven kijken naar wat wél kan.
Praten over het ondenkbare
Een van de meest aangrijpende momenten in het interview is wanneer Martijn vertelt dat hij samen met zijn familie zijn laatste rustplaats heeft uitgezocht. Dat klinkt zwaar, maar ook hier weet hij het verhaal te laden met menselijkheid en zelfs humor. Samen met zijn vader, Jeroen Krabbé, bezocht hij de plek waar hij uiteindelijk begraven zal worden.
“Het is misschien gek om te zeggen,” vertelt Martijn, “maar ik heb nog nooit zo gelachen.” Zijn vader maakte zelfs grapjes tijdens het regelen. “Hij vroeg of hij nog een annuleringsverzekering kon afsluiten.” Het moment was intens, maar ook verbindend. De plek ligt vast: naast zijn oma.
Humor als familietrek
Volgens Martijn zegt dat veel over zijn familie. “Mijn vader stond letterlijk met één been in mijn toekomstige graf en met het andere in het graf van zijn moeder,” vertelt hij. “En als je dan nog kunt lachen, dan kom je uit een heel bijzonder gezin.” Die combinatie van ernst en luchtigheid zit diep verankerd in wie ze zijn.
Het bezoek aan de begraafplaats werd zo geen moment van louter verdriet, maar ook van verbondenheid. “Ik dacht alleen maar: wat heb ik toch geweldige ouders,” zegt Martijn dankbaar.
Openheid als nalatenschap
Wat Martijn vooral wil nalaten, is geen groots statement, maar eerlijkheid. Hij praat openlijk met zijn kinderen, niet om hen bang te maken, maar om hen mee te nemen in wat er gebeurt. “Ik wil dat ze weten wat er speelt. Dat ze niet achteraf denken: had ik dit maar gevraagd, had ik dat maar gezegd.”
Die openheid geldt ook voor het publiek. Door zijn verhaal te delen, hoopt Martijn iets los te maken bij anderen. Niet medelijden, maar bewustwording. “Sta vaker stil,” lijkt hij te zeggen. “Niet pas als het moet.”
Geen slachtofferrol, wel kwetsbaarheid
Opvallend is dat Martijn zich nergens als slachtoffer neerzet. Hij ontkent de zwaarte niet, maar weigert zich erin te verliezen. Zijn toon is rustig, soms zelfs licht. Dat maakt het gesprek des te indringender. Het is geen televisie voor effect, maar een inkijk in hoe iemand probeert om waardig en bewust om te gaan met iets wat niemand ooit wil meemaken.
Dankbaarheid als rode draad
Aan het einde van het gesprek overheerst geen wanhoop, maar dankbaarheid. Voor zijn gezin. Voor zijn ouders. Voor de liefde die hij voelt en ontvangt. “We hebben er echt iets van gemaakt,” zegt hij over het bezoek aan zijn laatste rustplaats. Die zin lijkt symbool te staan voor hoe hij nu leeft: niet wegkijken, maar er iets van maken.
Martijn Krabbé laat met dit gesprek zien dat kwetsbaarheid geen zwakte is, maar kracht. Dat praten over angst niet betekent dat je opgeeft, maar dat je durft te leven met alles wat erbij hoort. En misschien is dat wel zijn grootste nalatenschap: laten zien dat zelfs in de moeilijkste fase van het leven ruimte blijft voor liefde, humor en betekenis.


