-

Algemeen

Populair MAFS-koppel trekt stekker eruit en vraagt scheiding aan

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Bram en Eva nemen afscheid in Married At First Sight: emotioneel einde na stille strijd

Het einde van het huidige seizoen van Married At First Sight nadert, en dat betekent dat de stellen voor het laatst samenkomen om hun ervaringen te bespreken. Tijdens het eindgesprek wordt duidelijk wie samen blijft – en wie als vrijgezel verdergaat. Eén van de koppels die daarbij veel losmaakt onder kijkers is dat van Bram (36) en Eva (31).

Hun reis begon hoopvol, met een rustige, verstandige klik. Maar zoals al vaker in het programma bleek: chemie laat zich niet afdwingen, en goede bedoelingen zijn soms niet genoeg voor liefde.


Een rustige start, maar weinig vuur

Vanaf het allereerste moment was er bij Bram en Eva sprake van een vriendelijke verstandhouding. Er was geen directe afwijzing, geen felle discussies, maar juist veel beleefdheid en wederzijds respect. Toch was er ook iets opvallends afwezig: romantiek.

Hoewel beide deelnemers hun best deden het experiment serieus te nemen, ontbrak het aan de sprankel die van vreemden geliefden maakt. Gesprekken bleven vaak oppervlakkig, knuffels voelden geforceerd en blikken ontweken elkaar vaker dan dat ze elkaar opzochten.


Kleine scheurtjes tijdens het koppelsdiner

De eerste echte barsten in hun tijdelijke huwelijk kwamen naar boven tijdens het inmiddels beruchte koppelsdiner. In het bijzijn van de andere koppels werden gevoelens besproken en moesten de stellen hun relatie een cijfer geven. En juist daar viel op dat Bram en Eva elkaar anders ervoeren dan ze dachten.

Bram gaf een beduidend lager cijfer dan Eva en onderbouwde dat met zijn gevoel van afstand en het gebrek aan diepgang. Eva reageerde zichtbaar verrast – en teleurgesteld. Ze vond dat hij zijn twijfels eerder had moeten uitspreken. Dit moment werkte als een katalysator voor verdere verwijdering tussen de twee.


Koppelsweekend: het breekpunt

Het weekend waarin de stellen samen doorbrengen op een gezamenlijke locatie werd voor Bram en Eva het definitieve keerpunt. Waar sommige koppels tijdens het weekend dichter tot elkaar komen, groeiden Bram en Eva alleen maar verder uit elkaar. De ongemakkelijke sfeer, de stille irritaties en de onuitgesproken verwachtingen bleven in de lucht hangen.

Na een reeks ongemakkelijke momenten besloten ze tijdens dit weekend gezamenlijk dat het huwelijk geen toekomst had. In overleg trokken ze de stekker uit het avontuur. Dat besluit werd met respect genomen, maar liet bij beiden ook sporen van teleurstelling na.


Een eindgesprek vol emoties

Toch kwamen de twee nog één keer samen: tijdens het officiële eindgesprek met de experts. Wat volgt, is een gesprek vol ingetogen emoties. Bram, zichtbaar geëmotioneerd, vecht tegen de tranen terwijl hij uitlegt dat hij het experiment met oprechte intenties is ingestapt.

Eva uit op haar beurt haar teleurstelling over bepaalde momenten. Ze benoemt dat Bram volgens haar soms tegenstrijdig communiceerde: eerst toenadering zoeken, dan weer afstand nemen. Bram voelt op zijn beurt juist dat Eva zich emotioneel niet openstelde, wat voor hem het grootste struikelblok was in hun poging tot opbouwen van een band.


Brieven met wederzijds respect

In het eindgesprek lezen de deelnemers traditiegetrouw een brief voor die ze speciaal voor elkaar hebben geschreven. Ondanks alle hobbels op de weg, is er ruimte voor vriendelijkheid en dankbaarheid. Eva noemt Bram “zorgzaam” en heeft “veel respect” voor zijn werk en de manier waarop hij in het leven staat.

Bram noemt Eva “een bijzondere vrouw met sterke principes” en bedankt haar voor de rust die ze in het begin samen hadden. Het zijn zachte woorden, die duidelijk maken dat het mislukken van de relatie geen gevolg is van ruzie, maar van gemis aan verbinding.


Geen boosheid, wel verdriet

De beslissing om definitief uit elkaar te gaan komt niet als een verrassing – maar makkelijk is het allerminst. Voor Bram voelt het als een mislukking, al beseft hij dat je liefde niet kunt forceren. Eva blijft realistisch en zegt: “Soms kun je het nog zo graag willen, maar als het gevoel er niet komt, dan komt het ook niet.”

Beiden verlaten het programma met een zekere rust, maar ook met het besef dat ze opnieuw zullen moeten zoeken naar een partner die écht bij hen past. Het avontuur mag dan ten einde zijn, de lessen en inzichten nemen ze mee.


Kijkers verdeeld over het stel

Op sociale media is er volop gereageerd op het verloop van Bram en Eva’s huwelijk. Veel kijkers spreken hun waardering uit voor de respectvolle manier waarop de twee met elkaar zijn omgegaan. “Niet iedereen hoeft met ruzie uit elkaar te gaan. Dit was volwassen,” schrijft iemand op X.

Toch zijn er ook kritische geluiden, vooral over Eva’s houding. Sommigen vonden haar te gesloten of zelfs kil, terwijl anderen juist bewondering hadden voor haar nuchtere en eerlijke benadering. Bram wordt vooral omschreven als emotioneel, kwetsbaar en oprecht, en krijgt veel steun voor zijn openheid tijdens het eindgesprek.


Wat blijft er over van dit MAFS-avontuur?

Hoewel Bram en Eva het programma verlaten als vrijgezellen, is hun deelname aan Married At First Sight niet zinloos geweest. Ze leerden meer over zichzelf, over wat ze zoeken in een partner en over hoe belangrijk emotionele openheid is in een relatie.

Soms is het niet het perfecte plaatje dat overblijft na afloop van een MAFS-seizoen, maar juist het besef dat liefde meer vraagt dan goede bedoelingen. Voor Bram en Eva was er geen romance – maar misschien wel een waardevolle spiegel.


Conclusie: een waardig afscheid van een mislukt huwelijk

Het huwelijk tussen Bram en Eva begon met hoop, ging door met twijfel en eindigde met een heldere conclusie: er was simpelweg geen basis om verder te gaan. Toch laten ze met hun houding tijdens het eindgesprek zien dat respect en mildheid ook in het afscheid een plek kunnen hebben.

Hun verhaal is een herinnering dat niet elk liefdesavontuur eindigt zoals gehoopt – maar dat elke ervaring, ook zonder happy end, iets kan opleveren. En dat is precies waar Married At First Sight om draait.

Algemeen

Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland

Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.

Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?

In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.


Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt

Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.

Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.

Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:

  • zonder ingewikkelde procedures,

  • zonder miljardeninvesteringen,

  • en zonder ingrijpende verbouwingen.

Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.

Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”

Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.

Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.


De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’

Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.

1. Onveiligheidsgevoel

Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.

Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.

“Je voelt je gewoon minder prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere straten naar huis moet fietsen?”

2. Verkeersveiligheid

Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:

  • rotondes

  • kruispunten

  • fietspaden

  • oversteken

  • landelijke wegen zonder vangrails

Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.

Een verkeersonderzoeker uit Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te voorkomen was.”


Is de energiewinst wel zo groot?

Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.

Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.

Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:

  • gezinnen,

  • woonwijken,

  • dorpen en steden,

terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?

De kritiek komt neer op één vraag:
Wordt de verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?

Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.


Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven

Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.

Locatiegebonden verlichtingsplannen

Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:

  • lege parkeerplaatsen na 22.00 uur

  • industrieterreinen buiten werktijden

  • fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging

  • sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn

  • parken waar geen doorstroom is

Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.

Slimme technologie als alternatief

Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:

  • LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen

  • sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging

  • slimme lantaarnpalen die onderling communiceren

Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.

De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.


Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren

Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.

Een wethouder uit Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat niet met één landelijke maatregel oplossen.”

Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:

  • bestaande verlichtingscontracten

  • onderhoudsplannen

  • oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden

Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.


De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?

Onder de oppervlakte speelt een bredere vraag:
Wie draagt het meest de gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?

Burgers zien steeds:

  • hogere energierekeningen

  • strengere regels in huis

  • discussies over zonnepanelen en warmtepompen

  • nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte

Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.

Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.


De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt

In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:

  • veiligheid

  • leefbaarheid

  • energiearmoede

  • vertrouwen in de overheid

Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.

Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.


Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?

Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.

De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:

  • slimme technologie

  • gebiedsgericht maatwerk

  • goede communicatie

  • burgerparticipatie

  • transparante data over effecten en energiewinsten

Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.


Een gesprek dat nog lang niet voorbij is

Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.

De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.

De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.

Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

Lees verder