-

Algemeen

Onrust rond Eva in Married at First Sight: oprechtheid zwaar betwijfeld

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Married at First Sight-kijkers twijfelen aan Eva’s bedoelingen: “Speelt ze een spel met Bram?”

In het huidige seizoen van Married at First Sight zorgt deelnemer Eva voor flink wat discussie onder de kijkers. Waar het experiment normaal gesproken draait om het opbouwen van een romantische band tussen twee wildvreemden, lijkt het bij Eva en haar match Bram een heel andere richting op te gaan. Al vanaf de eerste ontmoeting is er weinig sprake van chemie, en Eva lijkt Bram vrijwel direct in de friendzone te hebben geplaatst.

Die afstandelijke houding roept niet alleen vragen op bij kijkers, maar ook bij oud-deelnemer Jeppe, die inmiddels zijn mening deelt in een vaste column op RTL Boulevard. Hij stelt openlijk zijn twijfels bij de oprechtheid van Eva’s deelname. Is ze echt op zoek naar liefde – of probeert ze het experiment voortijdig te beëindigen?


“Ze jaagt Bram bewust weg”

In zijn column spaart Jeppe de woorden niet. Wat hem vooral opvalt, is de manier waarop Eva zich opstelt tegenover Bram: afstandelijk, koel en soms ronduit bot. Volgens Jeppe is er sprake van een patroon: “Het lijkt alsof ze een tactiek toepast om Bram zelf tot het besluit te laten komen dat het geen zin meer heeft.”

Hij noemt Eva’s houding ongemakkelijk om naar te kijken. “Ze doet zo afstandelijk, dat het bijna voelt alsof ze hem expres op afstand probeert te houden. En ik vraag me af: heeft ze dat zelf door? Of is dit haar manier om het ongemak te vermijden?”

Kijkers op sociale media herkennen zich in zijn observaties. Reacties als “Het lijkt wel alsof ze hoopt dat hij zelf stopt” en “Waarom doet ze zo onaardig als ze zegt vriendschap te willen?” komen veelvuldig voorbij op platforms als X (voorheen Twitter) en Instagram.


Geen liefde, maar ook geen vriendschap?

Hoewel beide deelnemers inmiddels hebben uitgesproken dat er geen romantische klik is, lijkt zelfs een vriendschappelijke basis lastig. Jeppe benoemt dat treffend: “Ze zitten allebei in de friendzone, zeggen ze. Maar ik betwijfel of er überhaupt echte vriendschap ontstaat. Bram lijkt zich nog in te spannen, maar Eva duwt hem steeds verder weg.”

Wat ook opvalt, is dat Eva – ondanks haar afstandelijke houding – wél geraakt is als Bram haar een laag cijfer geeft tijdens het koppeldiner. Die reactie roept bij veel kijkers verbazing op. Als je geen gevoelens hebt voor iemand, waarom raakt zo’n beoordeling je dan?


Een onverwachte draai: “Ik wil het toch proberen”

Nog opvallender is wat er ná het diner gebeurt. Eva, die eerder vooral twijfels uitte, zegt ineens dat ze het samenwonen toch een kans wil geven. Voor velen voelt die wending niet logisch. Ook Jeppe kan die draai moeilijk plaatsen: “Ik gun haar absoluut het geluk, maar dit voelt als een onverwachte move die niet klopt met haar eerdere gedrag.”

Die verandering in toon roept vooral vragen op over haar intenties. Meent ze wat ze zegt, of probeert ze tijd te rekken? Of wil ze laten zien dat ze openstaat, om kritiek te vermijden?


Publiek verdeeld over Eva’s bedoelingen

Op sociale media woedt inmiddels een stevige discussie. Een deel van de kijkers heeft begrip voor Eva’s zoektocht. “Misschien weet ze gewoon zelf niet goed wat ze voelt,” schrijft een fan. Een ander merkt op: “Ze is misschien overrompeld door het proces en beschermt zichzelf.”

Maar er is ook kritiek. Veel reacties wijzen erop dat haar gedrag haaks lijkt te staan op het doel van het programma, waarin koppels open en eerlijk het avontuur van het huwelijk zouden aangaan. De opmerkingen die Eva maakt – vaak kortaf of afwijzend – worden niet gezien als constructief.

“Als je meedoet aan Married at First Sight, moet je er ook echt voor gaan,” zegt een kijker. “Niet iemand blokkeren en dan verwachten dat het vanzelf verandert.”


Hoge verwachtingen, lage verbinding

Jeppe vermoedt dat Eva het programma is ingestapt met te hoge verwachtingen. “We kunnen niet allemaal met een Brad Pitt daten,” schrijft hij scherp. Daarmee wijst hij op de mogelijkheid dat Eva Bram simpelweg niet aantrekkelijk genoeg vindt, en daar moeilijk overheen komt.

Toch voelt het contrast tussen haar woorden en daden vreemd aan voor veel kijkers. Enerzijds zegt ze open te staan voor het proces, anderzijds maakt ze opmerkingen die Bram duidelijk raken. Het lijkt erop dat ze moeite heeft om haar houding te laten aansluiten bij de intentie van het programma.


Hoe voelt Bram zich hierin?

In tegenstelling tot Eva probeert Bram – ondanks de afwijzingen – het gesprek aan te blijven gaan. Hij blijft respectvol, maar de teleurstelling druipt er soms vanaf. Tijdens het koppeldiner, waar hij Eva een laag cijfer geeft, lijkt hij voor het eerst duidelijk aan te geven dat hij zich niet gewaardeerd voelt.

Bram lijkt zich bewust van het feit dat hij in een lastige positie zit. Hij zit vast in een huwelijk waarin weinig ruimte is voor verbinding. Zijn reactie is beheerst, maar zijn blik spreekt boekdelen.


Kan dit nog goedkomen?

Voor veel kijkers lijkt het huwelijk tussen Eva en Bram aan een zijden draadje te hangen. De spanningen, het gebrek aan klik en de emotionele afstand vormen een cocktail die moeilijk nog een romantische uitkomst lijkt op te leveren. Toch geeft Eva aan nog niet klaar te zijn om het op te geven. De vraag blijft alleen: is dat oprecht?

Of dit koppel het experiment nog een eerlijke kans gaat geven, hangt af van hun bereidheid om open naar elkaar te blijven luisteren. Maar zoals het er nu voor staat, lijkt het erop dat er meer afstand dan toenadering is.


Conclusie: twijfels blijven hangen

Wat begon als een veelbelovende match, lijkt langzaam te ontrafelen. Eva’s gedrag roept vragen op, haar woorden en daden lijken elkaar te tegenspreken en kijkers blijven achter met twijfels. Is ze nog zoekende naar haar gevoel, of probeert ze bewust afstand te creëren?

Wat wel zeker is: haar deelname heeft het publiek flink aan het denken gezet. En zolang de intenties onduidelijk blijven, blijft Married at First Sight voer voor discussie – met Eva dit seizoen als één van de meest besproken deelnemers.

Algemeen

Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland

Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.

Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?

In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.


Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt

Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.

Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.

Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:

  • zonder ingewikkelde procedures,

  • zonder miljardeninvesteringen,

  • en zonder ingrijpende verbouwingen.

Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.

Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”

Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.

Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.


De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’

Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.

1. Onveiligheidsgevoel

Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.

Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.

“Je voelt je gewoon minder prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere straten naar huis moet fietsen?”

2. Verkeersveiligheid

Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:

  • rotondes

  • kruispunten

  • fietspaden

  • oversteken

  • landelijke wegen zonder vangrails

Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.

Een verkeersonderzoeker uit Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te voorkomen was.”


Is de energiewinst wel zo groot?

Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.

Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.

Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:

  • gezinnen,

  • woonwijken,

  • dorpen en steden,

terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?

De kritiek komt neer op één vraag:
Wordt de verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?

Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.


Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven

Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.

Locatiegebonden verlichtingsplannen

Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:

  • lege parkeerplaatsen na 22.00 uur

  • industrieterreinen buiten werktijden

  • fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging

  • sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn

  • parken waar geen doorstroom is

Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.

Slimme technologie als alternatief

Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:

  • LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen

  • sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging

  • slimme lantaarnpalen die onderling communiceren

Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.

De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.


Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren

Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.

Een wethouder uit Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat niet met één landelijke maatregel oplossen.”

Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:

  • bestaande verlichtingscontracten

  • onderhoudsplannen

  • oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden

Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.


De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?

Onder de oppervlakte speelt een bredere vraag:
Wie draagt het meest de gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?

Burgers zien steeds:

  • hogere energierekeningen

  • strengere regels in huis

  • discussies over zonnepanelen en warmtepompen

  • nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte

Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.

Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.


De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt

In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:

  • veiligheid

  • leefbaarheid

  • energiearmoede

  • vertrouwen in de overheid

Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.

Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.


Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?

Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.

De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:

  • slimme technologie

  • gebiedsgericht maatwerk

  • goede communicatie

  • burgerparticipatie

  • transparante data over effecten en energiewinsten

Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.


Een gesprek dat nog lang niet voorbij is

Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.

De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.

De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.

Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.

Lees verder