Algemeen
Boodschappen worden dit jaar nóg duurder: vooral deze producten
Nederlandse consumenten moeten zich schrap zetten voor een nieuwe golf van prijsstijgingen in de supermarkt. ING-econoom Marten van Garderen waarschuwt dat de kosten voor dagelijkse boodschappen dit jaar sneller zullen stijgen dan in 2023. Dit betekent dat huishoudens opnieuw dieper in de buidel moeten tasten om hun winkelkarretje te vullen.

Volgens Van Garderen is deze ontwikkeling grotendeels af te leiden uit de FAO Food Price Index, een internationale graadmeter die prijsontwikkelingen in de voedselmarkt volgt. “Een hogere index betekent niet per se dat de prijzen in de supermarkt direct omhooggaan, maar het geeft wel een duidelijke indicatie van de richting waarin we ons bewegen,” aldus de econoom.
Welke producten worden duurder?
Hoewel prijsstijgingen al enige tijd aan de gang zijn, lijkt het erop dat bepaalde productgroepen extra hard getroffen worden. Met name zuivelproducten zullen fors in prijs toenemen. Dit is slecht nieuws voor consumenten die melk, kaas, boter of yoghurt regelmatig op hun boodschappenlijst hebben staan.

Daarnaast verwacht Van Garderen dat ook cacao en koffie aanzienlijk duurder zullen worden. De liefhebbers van een kopje koffie in de ochtend of een stukje chocolade bij de thee zullen dit direct in hun portemonnee voelen. “Wie in de komende maanden chocolade of koffie wil inslaan, kan maar beter voorbereid zijn op een flinke meerprijs,” waarschuwt de econoom.
Waarom blijven de prijzen stijgen?
De voortdurende prijsstijgingen in de supermarkten zijn niet zomaar toeval. Er zijn meerdere factoren die samen een opwaartse druk op de prijzen veroorzaken. Duurdere grondstoffen spelen een belangrijke rol, maar dat is slechts een deel van het verhaal. Ook de stijgende energiekosten en de hoge lonen in de voedselindustrie worden steeds vaker doorberekend aan de consument.

Daarnaast spelen mondiale factoren een rol. Klimaatverandering, geopolitieke spanningen en verstoringen in de logistieke keten dragen allemaal bij aan de prijsdruk. De cacao-industrie, bijvoorbeeld, heeft te maken met mislukte oogsten in West-Afrika, terwijl de koffieprijzen onder druk staan door tegenvallende productie in landen als Brazilië en Colombia.
Een andere belangrijke factor is de aanhoudende inflatie. Hoewel deze op macro-economisch niveau lijkt af te nemen, blijven de prijzen in de supermarkt opvallend hoog. “Inflatie heeft de neiging om zich te nestelen in de keten, vooral bij basisproducten,” legt Van Garderen uit. “Zelfs als de algemene inflatie daalt, zien we dat supermarkten de prijzen vaak niet laten zakken.”

Wat betekent dit voor consumenten?
Boodschappen doen is voor veel huishoudens al een uitdaging, en de nieuwe prijsverhogingen zullen de situatie alleen maar verslechteren. De verwachting is dat de inflatie hardnekkig zal blijven en dat prijsdalingen voorlopig niet in zicht zijn.
In januari 2024 lag de gemiddelde prijsstijging van supermarktproducten al op 3,3 procent ten opzichte van een jaar eerder. Over heel 2023 was er een vergelijkbare stijging, terwijl in 2022 – het eerste jaar na de coronapandemie – de voedselprijzen maar liefst 10 procent omhooggingen. Hoewel de stijging nu minder fors lijkt dan in voorgaande jaren, blijft de impact op het huishoudbudget aanzienlijk.

Huishoudens met een krap budget zullen extra goed moeten nadenken over hun uitgaven. Specialisten adviseren om slimmer boodschappen te doen, bijvoorbeeld door:
- Seizoensgebonden producten te kopen, die vaak goedkoper zijn dan geïmporteerde alternatieven.
- Meer aanbiedingen in de gaten te houden en groot in te slaan bij kortingen.
- Alternatieve merken of huismerken te proberen, die doorgaans voordeliger zijn dan A-merken.
- Producten langer houdbaar te maken door bijvoorbeeld brood en vlees in te vriezen.
Wat kunnen supermarkten doen?
Supermarkten staan voor een moeilijke keuze. Aan de ene kant willen ze hun klanten niet afschrikken met torenhoge prijzen, maar aan de andere kant moeten ze hun eigen kosten ook dekken. Grote supermarktketens onderhandelen met leveranciers om de prijsstijgingen zo veel mogelijk te beperken, maar dat lukt niet altijd.

Sommige ketens proberen de klap op te vangen door meer te investeren in huismerken, die vaak goedkoper zijn dan de bekende A-merken. Daarnaast worden er vaker promotieacties opgezet om klanten tegemoet te komen.
Echter, consumenten moeten realistisch blijven. De kans dat supermarktprijzen de komende maanden weer dalen, is klein. “Prijsverhogingen werken vaak blijvend door in de keten. Wat duurder wordt, wordt zelden weer goedkoper,” aldus Van Garderen.
Blijvende onzekerheid over voedselprijzen
Een van de grootste uitdagingen op de wereldwijde voedselmarkt is de onzekerheid. De productie van veel voedingsmiddelen is afhankelijk van weersomstandigheden, energieprijzen en politieke ontwikkelingen. Een mislukte graanoogst in Oekraïne of een staking in een grote haven kan grote gevolgen hebben voor de wereldwijde voedselprijzen.

Ook handelsbeperkingen en protectionistische maatregelen spelen een rol. Zo heeft India recent de export van rijst beperkt, wat wereldwijd voor prijsstijgingen heeft gezorgd. In veel landen zijn overheden en beleidsmakers dan ook bezig met strategieën om voedselprijzen onder controle te houden, maar voor de gemiddelde consument blijft het lastig om grip te krijgen op de situatie.
Wat kunnen we verwachten?
De voorspellingen van ING wijzen erop dat consumenten zich moeten voorbereiden op een blijvende stijging van de supermarktprijzen in 2024. Producten zoals zuivel, koffie en chocolade worden flink duurder, en dit zal naar verwachting ook andere productcategorieën beïnvloeden.
Toch zijn er enkele lichtpuntjes. Supermarkten en fabrikanten zoeken naar innovatieve oplossingen om kosten te verlagen, zoals efficiëntere productiemethoden en alternatieve grondstoffen. Daarnaast kan een stabielere wereldeconomie ervoor zorgen dat sommige prijsstijgingen minder heftig uitvallen dan verwacht.

Voor nu is de boodschap echter duidelijk: boodschappen worden opnieuw duurder, en dat zal de consument in de portemonnee voelen. Of het nu gaat om een pak melk, een reep chocolade of een kop koffie in de ochtend, de stijgende prijzen zijn een realiteit waar niemand omheen kan.
Wil jij besparen op je boodschappen? Houd aanbiedingen in de gaten en wees creatief met je aankopen. Deel jouw beste bespaartips in de reacties!
Algemeen
Ingewijden melden doorbraak in formatie: DEZE partijen willen nu met elkaar gaan samenwerken

Formatie lijkt vastgelopen, maar onverwachte doorbraak brengt drie partijen weer samen aan tafel
De kabinetsformatie kende de afgelopen weken meer stilstand dan vooruitgang. Waar informateur Sybrand Buma eind vorige week nog stelde dat de gesprekken muurvast zaten, blijkt er nu toch beweging te ontstaan. Na een weekend vol telefoontjes, spoedoverleggen en stille consultaties is duidelijk geworden dat slechts drie partijen bereid zijn om met elkaar door te praten. Dat is opvallend en zelfs behoorlijk onverwacht, zeker gezien de politieke verhoudingen van de afgelopen maanden.

Volgens ingewijden, die vertrouwelijk spraken met RTL Nieuws, gaat het om D66, CDA en VVD. Daarmee vallen GroenLinks-PvdA en JA21 voorlopig af als directe gesprekspartners. Hoewel er nog geen officiële mededeling vanuit het formatieproces is gedaan, lijkt deze constatering inmiddels breed gedeeld in Den Haag.
Hoe deze nieuwe fase eruit gaat zien, is minder zeker. Een minderheidskabinet ligt voor de hand, maar kent stevige uitdagingen — vooral omdat de drie partijen samen slechts 66 zetels hebben. Dat is tien zetels minder dan nodig voor een meerderheid in de Tweede Kamer.
De situatie van vorige week: totaal vastgelopen
Vrijdag klonk informateur Sybrand Buma nog somberder dan ooit. “De boel zit vast,” zei hij openlijk na opnieuw teleurstellende gesprekken. Daarom riep hij vijf partijen bijeen om te onderzoeken of er überhaupt nog een weg vooruit mogelijk was.
Die partijen waren:
-
D66
-
CDA
-
VVD
-
GroenLinks-PvdA
-
JA21
Het idee van Buma was dat een bredere bijeenkomst tot nieuwe inzichten zou leiden. Maar achter de schermen werd al snel duidelijk dat het juist de breuklijnen blootlegde die al langer sluimerden.

De PVV buitenspel: Wilders weer geweerd van de formatietafel
Het besluit om de PVV niet uit te nodigen in deze gesprekken zorgde direct voor stevige reacties. PVV-leider Geert Wilders zei dat hij zich opnieuw buitengesloten voelde, iets wat volgens hem niet te rijmen is met de verkiezingsuitslag waarin zijn partij wederom groot werd.
De werkelijkheid achter de schermen is dat alle grote partijen behalve de PVV zelf een samenwerking met Wilders’ partij uitsluiten. Dat geldt voor D66, CDA, VVD én GroenLinks-PvdA. De politieke afstand op thema’s zoals rechtsstaat, migratie, Europa en grondrechten blijkt onoverbrugbaar.
Het gevolg: elk formatiepad waarin de PVV een rol zou spelen, is feitelijk geblokkeerd. Daarmee blijft de puzzel van een stabiel kabinet bijzonder lastig.

Het weekend van de telefoontjes: de echte doorbraak
In het weekend dat volgde, werd door alle betrokkenen intensief overleg gevoerd. De partijleiders belden elkaar over en weer, verkenners spraken met strategen en fracties stemden intern af wat hen nog acceptabel leek.
Uiteindelijk is daar een verrassende conclusie uit voortgekomen: alleen VVD, D66 en CDA zijn nog bereid om met elkaar verder te praten.
Het is een combinatie die de afgelopen maanden vaker is genoemd, maar steeds vroegtijdig sneuvelde door wederzijds wantrouwen, politieke vermoeidheid en uiteenlopende ambities.
Dat deze drie partijen nu tóch opnieuw om tafel gaan, geeft aan dat zij zich realiseren dat er simpelweg weinig alternatieven meer over zijn.

De blokkade van de VVD richting GroenLinks-PvdA
Een van de belangrijkste oorzaken voor deze nieuwe koers, is de houding van de VVD. De partij van Dilan Yeşilgöz heeft de deur naar GroenLinks-PvdA definitief gesloten. Hoewel deze combinatie in theorie wél een stabiel meerderheidskabinet zou kunnen vormen, zijn de verschillen op thema’s zoals belastingen, klimaat en migratie te groot gebleken.
Bovendien vreest de VVD dat GroenLinks-PvdA de koers van een kabinet sterk zou domineren, vooral op sociaal-economische onderwerpen. Daardoor blijft samenwerking tussen deze twee blokken uitgesloten.
Door deze harde lijn vervalt ook de optie van een extraparlementair kabinet met brede steun, omdat daar minstens bereidheid tot samenwerking voor nodig is.
Buma presenteert dinsdag zijn rapport
Informateur Buma zal dinsdag zijn verslag aanbieden aan de Tweede Kamer. Daar staan de belangrijkste bevindingen in, waaronder het feit dat drie partijen hebben aangegeven te willen doorpraten.
In dat verslag zal waarschijnlijk ook worden toegelicht waarom de vijf-partijenoptie geen haalbare route bleek en waarom alternatieven zoals een meerderheidskabinet of constructieve steun van buiten de coalitie onvoldoende basis vonden.
Minderheidskabinet: kansrijk of kansloos?
Hoewel VVD, D66 en CDA nu verder praten, wil dat niet automatisch zeggen dat er daadwerkelijk een minderheidskabinet komt. Er zijn nog veel vragen onbeantwoord:
-
Hoe zorgen deze drie partijen voor genoeg “gedoogsteun” in de Tweede Kamer?
Ze hebben 66 zetels — tien te weinig. Zonder een partij die op cruciale momenten bereid is om mee te stemmen, is regeren onmogelijk. -
Hoe stabiel is zo’n minderheidskabinet?
In Nederland zijn minderheidskabinetten zeldzaam en vaak kort van duur. -
Wie zou bereid zijn af en toe mee te stemmen?
JA21? GroenLinks-PvdA? Volt? Nieuw Sociaal Contract? Dat is nog totaal niet duidelijk.
Rol van JA21: voorlopig buiten beeld
Formeel is JA21 nog niet volledig afgeserveerd, maar D66 heeft al laten weten weinig te voelen voor een samenwerking. De partijen verschillen onderling sterk op onderwerpen zoals migratie, kunst & cultuur, internationale samenwerking en gelijke rechten.
Bovendien levert JA21 vanuit een rekenkundig perspectief weinig op:
-
In de Tweede Kamer komen VVD, CDA, D66 en JA21 samen tot 75 zetels — precies één zetel te weinig.
-
In de Eerste Kamer halen deze vier partijen slechts 14 van de 75 zetels. Een ongekend lage basis voor stabiel beleid.
Daarmee lijkt JA21 op dit moment geen sleutelspeler.
GroenLinks-PvdA: steun op afstand wél, kabinet niet
Een minderheidskabinet zonder JA21 kan in de Kamer soms rekenen op steun van GroenLinks-PvdA, bijvoorbeeld op sociaal beleid, klimaat of onderwijs. Maar daar zit een belangrijke nuance: GroenLinks-PvdA heeft zich herhaaldelijk uitgesproken tegen een minderheidskabinet en ziet het liefst een volwaardig meerderheidskabinet met duidelijke afspraken.
De partij van Jesse Klaver wil dat er verantwoordelijkheid wordt genomen, niet alleen incidenteel steun wordt gegeven. Daardoor is het allerminst zeker dat zij bereid zijn om structureel mee te bewegen.
De politieke werkelijkheid: weinig opties, veel druk
Wat nu ontstaat, is een situatie waarin drie partijen die elkaar eerder niet konden vinden, tóch opnieuw om tafel gaan. Niet omdat de samenwerking ineens ideaal is, maar omdat de alternatieven simpelweg ontbreken.
De druk vanuit de samenleving én de internationale context speelt daarbij mee:
-
Europa staat voor grote uitdagingen op het gebied van veiligheid en economie.
-
Binnen Nederland zijn er dringende dossiers zoals woningbouw, klimaat, zorg en migratie.
-
De tijd begint te dringen: een land kan niet te lang zonder duidelijke koers blijven.
Voor Buma en voor de drie partijen is nu de vraag of dit “doorpraten” een echte doorbraak kan worden — of slechts weer een tijdelijke pauze voor een volgende impasse.
Conclusie: voorzichtig optimisme, maar nog geen oplossing
De formatie is dus nog niet uit de problemen, maar er ligt wél een nieuwe route op tafel. VVD, D66 en CDA gaan verder praten, terwijl GroenLinks-PvdA en JA21 voorlopig niet direct betrokken zijn.
Wat dit concreet betekent — een minderheidskabinet, een extraparlementaire variant of nóg een nieuwe poging — zal de komende weken moeten blijken.
Voor nu is er één zekerheid: dit was een onverwachte, maar belangrijke verschuiving in een formatie die tot voor kort volledig muurvast leek te zitten.