Algemeen
Linda de Mol opnieuw zwaar onder vuur: ´Had dit dan toch eerder gedaan!´
Linda de Mol heeft na drie jaar eindelijk voor de camera gesproken over haar relatie met Jeroen Rietbergen. Dat deed ze in een interview met RTL Boulevard, waarin ze aangaf nog steeds dolverliefd te zijn op de omstreden muzikant. Maar waarom heeft ze daar zo lang mee gewacht? Volgens RTL Boulevard-presentator Luuk Ikink had ze dit al veel eerder moeten doen.

Lange stilte van Linda
Linda de Mol hield zich jarenlang stil over de misbruikbeschuldigingen tegen Jeroen Rietbergen en de schandalen rond The Voice of Holland. Ze kondigde zelfs een volledige mediaboycot aan. Nu ze zich langzaam weer openstelt voor de showpers, kon RTL Boulevard haar eindelijk een paar kritische vragen stellen. Maar echt diepgaand werd het gesprek niet.

Zo wilde Linda niets zeggen over de lopende artikel 12-procedure tegen Jeroen en ook over haar voorkennis rondom Ali B hield ze haar mond. “Daar kom ik later op terug,” beloofde ze.

‘Net twee verstandskiezen laten trekken’
Tv-kenner Rob Goossens vond dat Linda er ongemakkelijk bij zat. “Ze kwam over alsof ze net twee verstandskiezen had laten trekken. Ze had echt geen zin in dit gesprek, maar ik hoop wel voor haar dat het een opluchting was,” zegt hij in De BLVD Podcast.

Ondanks de ongemakkelijke sfeer vindt Rob het goed dat Linda eindelijk de confrontatie met de buitenwereld aangaat. “Ze heeft natuurlijk niet alles gezegd, maar ze heeft nu in elk geval het eerste moeilijke gesprek gehad.”

Luuk begrijpt het niet
Volgens Luuk Ikink had Linda deze stap veel eerder moeten zetten. “Had dit nou twee jaar eerder gedaan of zo. Dan is het ook voor jezelf veel makkelijker eigenlijk. Dan ben je er op een gegeven moment ook van af en dan kun je wat sneller door. Het heeft best wel lang geduurd eigenlijk.”

Rob is het daar deels mee eens, maar hij benadrukt dat Linda nu in elk geval heeft toegezegd later wél openheid van zaken te geven. “Ze heeft nu een soort van beloofd: als die artikel 12-procedure achter de rug is en Jeroen weet waar hij aan toe is, dan kan ze overal antwoord op geven.”

Wie spreekt de waarheid?
Ondanks haar interview blijven er nog veel vragen onbeantwoord. Eén van de grootste onduidelijkheden is het verschil tussen de verhalen van Linda en Jeroen. In zijn eerste verklaring zei Jeroen dat Linda wél van zijn wangedrag wist, terwijl Linda dat later ontkende.

“Die optelsom was raar en dat leverde vragen op,” zegt Rob. “We kunnen alleen maar gissen wat er precies gebeurd is. Feit is dat Peter Plasman niet meer de advocaat is van de familie De Mol. Daar kwamen de eerdere adviezen en verklaringen vandaan.”

‘Zo interessant!’
Luuk is gefascineerd door het mediaspektakel rondom Linda. “Ik vind het zo interessant wat daar nou allemaal precies gebeurd is. Ik vind het ook bijna wel een beetje zielig voor haar dat het niet over haar tv-programma’s gaat, omdat dit deel zo interessant is.”

Voorlopig blijft de discussie doorgaan, en de vraag wie er precies de waarheid spreekt, blijft onbeantwoord.
Algemeen
Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt
De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.
Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?
Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.
De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?
De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.
Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.
Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?
Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.
Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.
Waarom grote cashopnames aandacht trekken
Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.
Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.
De risico’s van geld in huis
Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.
Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.
Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.
Waarom mensen toch een noodbuffer willen
Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.
Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.
Veelgemaakte misverstanden
Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.
Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.
Praktische tips voor wie cash bewaart
Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.
Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.
De nuchtere middenweg
Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.
Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.