Algemeen
Johan Derksen slaat weer ongenadig hard toe: ´Trijntje Oosterhuis is een slap wijf!´
Johan Derksen, bekend om zijn uitgesproken meningen en niet-om-de-hete-brij-draaien stijl, heeft zich deze keer gemengd in de controverse rond de Ladies of Soul: Berget Lewis, Edsilia Rombley en Trijntje Oosterhuis. De reden? De drie zangeressen hebben zich opnieuw gedistantieerd van hun voormalige collega Glennis Grace, na haar gewelddadige uitbarsting in een Jumbo-filiaal. Dit schoot bij Derksen in het verkeerde keelgat. Volgens hem zijn de dames niets meer dan ‘slappe wijven’ die hun vriendin in de steek laten wanneer het moeilijk wordt.

Johan’s steun voor Glennis
Het is een opmerkelijke keuze van Derksen, die normaliter niet aarzelt om zijn mening te geven over grensoverschrijdend gedrag. Desondanks kiest hij zonder enige twijfel de kant van Glennis, die na haar incident volledig in de ban werd gedaan door het publiek en haar carrière daar ernstig onder leidde. Derksen lijkt niet onder de indruk van de beslissing van de Ladies of Soul om Glennis te laten vallen, ondanks de ernstige gevolgen voor hun eigen imago. “Je laat je vriendin niet vallen als het even tegenzit,” zegt hij fel in de talkshow Vandaag Inside.

Solidariteit ontbreekt volgens Johan
Volgens Johan hadden de drie zangeressen zich solidair moeten opstellen en voor hun vriendin moeten blijven staan, zelfs als dit henzelf in gevaar had gebracht. “Als je samen een groep vormt, blijf je bij elkaar. Ook als er eentje in de problemen zit,” briest hij, duidelijk geërgerd. Derksen vindt dat de Ladies of Soul hun vriendin hadden moeten steunen, in plaats van hun eigen hachje te redden door zich van haar te distantiëren.

Zakelijke redenen voor beslissing
Wilfred Genee probeert het gesprek wat te nuanceren door te wijzen op de zakelijke overwegingen van de dames. De beslissing om Glennis uit de groep te zetten kwam volgens Genee niet uit de lucht vallen, maar was een gevolg van de dalende kaartverkoop, die volgens de Ladies of Soul aan het incident met Glennis te wijten was.

Maar Derksen blijft bij zijn standpunt: “Dat zeggen ze. Maar ik geloof daar niks van. Ze wilden er gewoon van af.” Johan beschouwt de situatie als een uitdrukking van lafheid en vindt het hypocriet dat de zangeressen zich hebben laten meeslepen door de publieke opinie.

De lastige situatie van Glennis
Wat Johan blijkbaar negeert, is dat de problemen binnen de groep pas begonnen ná het incident met Glennis. Terwijl de andere dames probeerden de schade te beperken en de boel te redden, bleef Glennis vasthouden aan haar plek binnen de groep, wat uiteindelijk de situatie onhoudbaar maakte. De drie zangeressen voelden zich gedwongen om in te grijpen, wat resulteerde in hun besluit om haar te laten vallen. Toch vindt Johan dat ze haar hadden moeten steunen, in plaats van haar ‘een trap na te geven’.

Verdeeldheid in de studio
Het gesprek in de studio van Vandaag Inside liep hoog op. Genee benadrukte opnieuw dat de beslissing zakelijk was, maar Derksen bleef vasthouden aan zijn overtuiging dat de Ladies of Soul Glennis hadden laten stikken. “Dat doe je niet,” herhaalt hij met verontwaardiging. De vraag blijft of Derksen dit echt meent, of dat hij simpelweg geniet van de ophef die hij veroorzaakt. Wat er ook van zij, één ding is zeker: Glennis Grace heeft onverwacht een bondgenoot in Johan Derksen gevonden.

Deze rel voegt wederom een nieuw hoofdstuk toe aan de al jaren durende saga rondom de Ladies of Soul en de persoonlijke en zakelijke strijd die hen heeft verdeeld. De vraag of de Ladies of Soul ooit nog samen zullen optreden, lijkt met de dag onwaarschijnlijker te worden, maar één ding blijft: de dynamiek binnen de groep zal altijd onderwerp van gesprek blijven.
Algemeen
Kabinet zet concrete stap richting volledig boerkaverbod

Na bijna twintig jaar debat, politieke omwegen en halfslachtige compromissen lijkt Nederland opnieuw op een kruispunt te staan in een van de meest gevoelige maatschappelijke dossiers van de afgelopen decennia. Het demissionaire kabinet zet stappen richting een uitbreiding van het huidige boerkaverbod, waarmee gezichtsbedekkende kleding niet langer alleen in specifieke gebouwen verboden zou zijn, maar ook in alle openbare ruimtes.

Dat betekent: niet alleen in het openbaar vervoer, zorginstellingen, scholen en overheidsgebouwen, maar ook op straat, in winkels, op markten en andere publiek toegankelijke plekken. De aankondiging zorgt direct voor felle discussies, maar tegelijkertijd klinkt bij veel mensen ook opluchting. Het gevoel overheerst dat de politiek eindelijk een knoop wil doorhakken die al veel te lang vooruit is geschoven.
Van gedeeltelijk verbod naar één duidelijke regel
Sinds 2019 geldt in Nederland een gedeeltelijk boerkaverbod. Gezichtsbedekkende kleding is sindsdien verboden in een beperkt aantal publieke instellingen, maar in de openbare ruimte bleef het toegestaan. Die constructie was destijds bedoeld als compromis, maar heeft in de praktijk juist geleid tot onduidelijkheid.
Voor burgers is het vaak onbegrijpelijk waarom iets in een tram verboden is, maar een paar meter verderop op het perron weer wel mag. Voor handhavers is het minstens zo ingewikkeld. Zij moeten ter plekke inschatten of een locatie onder de wet valt, wat regelmatig leidt tot discussies, spanningen en terughoudend optreden.
Wat bedoeld was als nuance, werd zo door velen ervaren als een halfslachtige oplossing die niemand echt tevreden stelt.

Kabinet wil helderheid en uniformiteit
Het kabinet onderzoekt nu hoe het verbod kan worden uitgebreid naar alle openbare ruimtes, met als doel één uniforme regel te creëren. Daarbij wordt benadrukt dat dit moet gebeuren binnen de kaders van de Grondwet en internationale verdragen.
Hoewel de toon voorzichtig is, is de politieke boodschap duidelijk: het huidige systeem werkt niet. Meerdere partijen pleiten al jaren voor een heldere norm zonder uitzonderingen. Niet om te provoceren, maar om duidelijkheid te scheppen.
Het uitgangspunt dat nu centraal staat is eenvoudig: wie zich in de openbare ruimte begeeft, moet herkenbaar zijn. Ongeacht overtuiging, afkomst of reden.

Waarom zichtbaarheid zo’n kernpunt is
Zichtbaarheid speelt een fundamentele rol in het dagelijks samenleven. In een open samenleving is het normaal dat mensen elkaar kunnen zien, aanspreken en herkennen. Dat vormt de basis voor vertrouwen, veiligheid en sociale interactie.
Wanneer iemand volledig onherkenbaar is, verandert die dynamiek. Cameratoezicht verliest effect, communicatie wordt lastiger en het gevoel van veiligheid kan afnemen. Dit speelt niet alleen bij toezicht, maar ook bij hulpverlening en noodsituaties.
In een tijd waarin maatschappelijke spanningen en polarisatie toenemen, zien veel mensen zichtbaarheid als een minimale voorwaarde voor wederzijds respect.
Vrijheid versus sociale druk
Tegenstanders van een volledig verbod wijzen op individuele vrijheid en religieuze expressie. Dat argument is belangrijk en raakt aan fundamentele rechten. Tegelijkertijd roept het ook vragen op.
Hoe vrij is een keuze wanneer die onder sociale, culturele of religieuze druk wordt gemaakt? Uit verhalen van vrouwen die afstand namen van gezichtsbedekkende kleding blijkt regelmatig dat zij zich beperkt of gecontroleerd voelden.
Voorstanders van een verbod stellen daarom dat vrijheid niet alleen gaat over mogen, maar ook over bescherming tegen dwang. In die redenering is het stellen van grenzen juist een manier om autonomie te versterken.
Internationale voorbeelden als referentie
Nederland staat niet alleen in deze discussie. Verschillende Europese landen, waaronder Frankrijk, België, Denemarken, Oostenrijk en Zwitserland, voerden al eerder een algemeen verbod op gezichtsbedekkende kleding in de openbare ruimte in.
In al deze landen werd dezelfde afweging gemaakt tussen individuele rechten en maatschappelijke belangen zoals veiligheid, gelijkwaardigheid en openheid. De wetten hielden stand bij juridische toetsing, wat ook in Nederland meeweegt bij de huidige overwegingen.
Veiligheid en gelijkheid voor de wet
Een belangrijk punt in het debat is dat een uitgebreid verbod niet exclusief religieus is. Het zou ook gelden voor andere vormen van gezichtsbedekking, zoals maskers en bivakmutsen.
Het uitgangspunt is gelijkheid voor de wet: geen uitzonderingen op basis van overtuiging. Dat maakt beleid eenvoudiger, eerlijker en beter handhaafbaar. Voor toezichthouders en hulpdiensten betekent het duidelijkheid, voor burgers voorspelbaarheid.

Vrijheid heeft grenzen in de publieke ruimte
Vrijheid is een kernwaarde in Nederland, maar geen absolute. In de publieke ruimte gelden regels die het samenleven mogelijk maken. Geluidsnormen, verkeersregels en identificatieplicht zijn daar voorbeelden van.
Volledige anonimiteit past voor veel mensen niet binnen dat kader. Elkaar kunnen zien en herkennen wordt gezien als een minimale voorwaarde voor wederzijds vertrouwen.
Het debat over gezichtsbedekkende kleding gaat daarmee niet alleen over religie of kleding, maar over de vraag hoe een open samenleving eruitziet.

Eindelijk een besluit na jaren debat
Het boerkadebat loopt al sinds het midden van de jaren 2000. In die tijd passeerden talloze commissies, wetsvoorstellen en compromissen de revue. Toch bleef de maatschappelijke spanning bestaan.
De huidige stap van het kabinet wordt door voorstanders gezien als een poging om eindelijk duidelijkheid te scheppen. Niet langer eindeloos uitstellen, maar een norm formuleren die voor iedereen geldt.
Dat zal ongetwijfeld leiden tot stevige reacties, maar juist dat hoort bij een democratie die moeilijke keuzes niet blijft vermijden.

Een signaal over Nederlandse kernwaarden
Voorstanders zien de uitbreiding van het verbod als een bevestiging van kernwaarden als openheid, gelijkwaardigheid en veiligheid. Niet als een aanval op geloof, maar als een afbakening van wat thuishoort in de publieke ruimte.
Door duidelijke grenzen te stellen, blijft samenleven mogelijk. Een samenleving zonder regels is immers geen vrije samenleving, maar een onduidelijke.
Conclusie: duidelijkheid boven onzekerheid
Met deze stap lijkt Nederland afscheid te nemen van halfslachtig beleid. Of het volledige boerkaverbod er daadwerkelijk komt, hangt af van juridische toetsing en politieke steun, maar één ding is duidelijk: de tijd van wegkijken en uitstellen lijkt voorbij.
Voor veel mensen voelt deze ontwikkeling niet als een beperking van vrijheid, maar juist als bescherming ervan. De komende periode zal uitwijzen of Nederland kiest voor één heldere regel in de openbare ruimte – en daarmee voor duidelijkheid boven voortdurende onzekerheid.