-

Algemeen

Monique moet breuk met André Hazes officieel bevestigen: ´Hier gaan we weer!´

Avatar foto

Gepubliceerd

op

De volgers van Monique Westenberg hadden het al gemerkt: André Hazes was de afgelopen tijd opvallend afwezig op haar Instagram. Dit leidde tot speculaties en vragen, waarop Monique zich genoodzaakt voelde om een verklaring te geven.

Hij is er weer

In een recente video op haar Instagram Stories deelt Monique een vrolijke update. “Ik heb een verrassing voor jullie,” zegt ze terwijl ze de camera draait naar André. “Hij is er weer. We hebben hem echt gemist. Het was zó druk, zoveel aan het werk.” De opluchting is duidelijk zichtbaar bij Monique, die blij is om André weer thuis te hebben.

Speculaties over relatieproblemen

Monique vertelt dat de afwezigheid van André en zijn hond Robbie te maken had met praktische redenen. “Robbie kon niet bij ons vanwege Gioia, want die moest natuurlijk even rust hebben,” legt ze uit.

Door de situatie ontstonden er echter geruchten. “Ik krijg berichten: ‘Ik zie niets van jullie samen!’ Mensen dachten dat er misschien problemen waren. Maar nee, er werd gewoon hard gewerkt. Nu is hij er weer,” benadrukt ze.

Robbie’s streken

De afwezigheid van Robbie bij Monique had ook zijn gevolgen. André deelde eerder deze week een hilarisch filmpje op zijn eigen Instagram, waarin hij de ravage liet zien die Robbie had aangericht.

“Het is weer zo ver,” zuchtte André in de video. “Je gaat het niet geloven. Hij staat hier, je denkt: super lief. Maar waar is mijn gordijn?” Het gordijn lag duidelijk op de grond. André sprak zijn ondeugende hond lachend toe: “Je bent zó stout. Hoe heb je dit gedaan?”

Terug naar het normale leven

Met André weer thuis lijkt alles weer in rustiger vaarwater te komen. Zowel Monique als haar volgers zijn blij dat het gezin weer compleet is.

De grappige escapades van Robbie vormen daarbij een luchtige noot in hun dagelijkse leven, terwijl de geruchten over relatieproblemen definitief van tafel zijn.

Algemeen

Studies tonen aan dat mensen met deze bloedgroep een grotere kans hebben om 100 jaar te worden

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Hoe bloedwaarden voorspellen wie 100 jaar kan worden: nieuw onderzoek onthult 10 opvallende biomarkers

Dat sommige mensen zonder veel moeite de leeftijd van 100 jaar bereiken terwijl anderen eerder wegvallen, blijft een van de grootste mysteries in de medische wetenschap. Toch komen onderzoekers langzaam dichterbij een antwoord. Een grootschalig Zweeds onderzoek heeft nu tien specifieke bloedmarkers ontdekt die opmerkelijk nauwkeurig voorspellen welke mensen de grootste kans hebben om extreem oud te worden. Het gaat niet om exotische tests of genetische analyses, maar om simpele bloedwaarden die veel mensen al vanaf hun middelbare leeftijd laten controleren.

De groei van een bijzondere leeftijdsgroep

Honderdjarigen werden vroeger gezien als levende wonderen: uitzonderingen die je maar zelden tegenkwam. Maar dat beeld verandert razendsnel. Sinds de jaren ’70 is het aantal honderdjarigen wereldwijd meer dan verdubbeld. Betere gezondheidszorg, veiliger werk, medicijnen én algemeen bewustzijn over voeding en beweging spelen daarbij een rol. Maar zelfs met al deze factoren blijft één vraag hangen: wat onderscheidt de mensen die het écht tot 100 schoppen?

Een team wetenschappers uit Zweden besloot precies dat uit te zoeken – niet door te kijken naar hun levensstijl, maar door letterlijk hun bloedwaarden te volgen over meerdere decennia.

Het grootste onderzoek naar lange levensduur tot nu toe

De studie betrof maar liefst 44.637 inwoners van Stockholm, allemaal geboren tussen 1893 en 1920. Tussen 1985 en 1996 onderging deze hele groep routinematige bloedtesten. Vervolgens werden ze tot 35 jaar lang gevolgd via nationale gezondheidsregisters. Het ging om mensen die op het moment van bloedafname tussen de 64 en 99 jaar oud waren.

Uiteindelijk bereikten 1.224 van hen de leeftijd van 100 jaar – opvallend genoeg was ruim 84 procent daarvan vrouw, helemaal in lijn met de bekende statistiek dat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen.

De grote vraag was: zaten er in de bloedwaarden van deze mensen aanwijzingen die al decennia eerder konden voorspellen wie de magische grens van 100 zou halen?
Het antwoord: ja, en verrassend duidelijk ook.


De 10 bloedmarkers die de grootste rol spelen

De onderzoekers analyseerden twaalf standaard bloedwaarden, waarvan tien uiteindelijk sterke voorspellers bleken voor levensduur. Het ging onder andere om:

  • Glucose (suikerspiegel)

  • Creatinine (nierfunctie)

  • Urinezuur

  • Leverwaarden zoals GGT, ALP, ASAT en LDH

  • Cholesterol

  • Albumine (voedingsstatus)

  • IJzer en TIBC (ijzerbindende capaciteit)

Wat bleek?

Extreme waarden – zowel te hoog als te laag – verminderden de kans om 100 te worden. Maar meer specifiek viel iets opmerkelijks op: bijna alle 100-plussers hadden al rond hun 60e of 70e levensjaar tamelijk stabiele en gemiddelde waarden. Geen uitschieters, geen zorgwekkende verhogingen, maar rustige, consistente bloedwaardes.

Lage glucose, creatinine en urinezuur

Onderzoeker Karin Modig verwoordde het als volgt:

“Honderdjarigen hadden al vanaf hun zestigste beduidend lagere glucose-, creatinine- en urinezuurwaarden dan leeftijdsgenoten die vroeger 0verleden.”

Zo bleek bijvoorbeeld dat bijna geen enkele honderdjarige rond zijn/haar 60e een glucosewaarde boven de 6,5 mmol/l had gehad. Ook creatininewaarden boven de 125 kwamen onder de honderdjarigen nauwelijks voor.

Ook lever- en ontstekingswaarden voorspelden veel

Lagere waarden van ASAT, LDH, ALP, GGT en TIBC bleken eveneens samen te hangen met een langere levensduur. Dat duidt op:

  • een minder zwaarbelaste lever

  • lagere ontstekingsactiviteit

  • een metabolisme dat minder stress ervaart


Een verrassende wending: cholesterol

Misschien wel de meest opvallende uitkomst van het onderzoek is dat een hoger totaal cholesterolgehalte geassocieerd bleek met een grotere kans om 100 jaar oud te worden.

Dat statement botst frontaal met moderne richtlijnen, waarin juist vaak wordt gestreefd naar lage cholesterolwaarden. Maar deze bevinding sluit wél aan bij eerdere studies die aantonen dat bij zeer oude mensen een te laag cholesterol juist risicovol kan zijn, bijvoorbeeld doordat het kan wijzen op ondervoeding of chronische z!ekte.

Het sleutelwoord is dus opnieuw: balans, en vooral géén extreme waarden.


IJzer werkt hetzelfde: te laag is probleem, niet te hoog

Ook ijzerwaarden lieten een duidelijke trend zien: mensen met te lage ijzerwaarden bleken een veel kleinere kans te hebben om 100 te worden. Een te hoog ijzergehalte kan óók risico’s opleveren, maar extreem lage waarden bleken in deze studie een belangrijke voorspeller van sterfte op latere leeftijd.


Gaat dit over genen of levensstijl?

De grote vraag is natuurlijk wat deze biomarkers zeggen over oorzaken. Want bloedwaarden op zichzelf vertellen nog niet waarom ze goed of slecht zijn.

Volgens Modig:

“We kunnen niet exact zeggen welke levensstijl of genetische factoren zorgen voor deze bloedwaardes, maar voeding, alcoholgebruik en algemene metabole gezondheid spelen waarschijnlijk een grote rol.”

Ook onderstreept ze dat geluk – toevallige afwezigheid van ernstige z!ektes – altijd een factor blijft in extreme ouderdom.

Maar één ding is zeker: de verschillen zagen de onderzoekers al tientallen jaren vóór 0verlijden. Dat wijst erop dat zowel leefstijl als erfelijke aanleg een langdurige invloed heeft.


Wat kunt u zelf met deze informatie?

De studie is géén handleiding om meteen allerlei bloedwaarden te proberen te verlagen of verhogen. De belangrijkste lessen zijn veel subtieler – en vooral veel realistischer.

Hier zijn de rode lijnen:

1. Het gaat om stabiele, gemiddelde waarden

De honderdjarigen bleken geen “perfecte” bloedwaarden te hebben, maar vooral:

  • niet te hoog

  • niet te laag

  • nauwelijks schommelingen

Een rustige metabole gezondheid blijkt goud waard.

2. Een gezonde bloedsuikerspiegel is cruciaal

Hier is geen discussie over: lagere, stabiele glucosewaarden geven een grotere kans op een lang leven.

3. Let op nierfunctie en ontstekingswaarden

Creatinine en urinezuur lijken veel te zeggen over de algemene gezondheid op de lange termijn. Lage, stabiele waarden waren een duidelijke voorspeller.

4. Extreme diëten die cholesterol té laag maken zijn mogelijk niet gunstig

Cholesterol blijft complex, maar té laag is zeker niet altijd beter.

5. Houd uw lever gezond

Lage ALP, GGT en ASAT stonden vrijwel altijd gelijk aan een langere levensduur.

6. IJzer moet in balans zijn

Vooral een tekort op oudere leeftijd bleek nadelig.


Simpel gezegd: je hoeft niet perfect te zijn, maar je moet in balans blijven

Gezond eten, voldoende bewegen, goede slaap, matigheid met alcohol en regelmatige check-ups bij de huisarts liggen dus volkomen in lijn met de bloedwaardes van de honderdjarigen. Ze leefden niet extreem streng, maar wel consequent gezond.

Daarbij geldt: hoe eerder in het leven de bloedwaarden binnen een gezond bereik vallen, hoe gunstiger de voorspelling.


Denkt u na over uw eigen gezondheid?

Deze studie laat zien dat de basis van een lang leven, deels al vanaf middelbare leeftijd zichtbaar wordt. Niet als garantie, maar als richtingaanwijzer. Routinecontroles kunnen helpen trends in bloedwaarden vroeg op te merken, zodat u tijdig bij kunt sturen.

Of het nu gaat om bewegen, gezonde voeding, minder stress of simpelweg beter slapen: elke kleine verbetering telt mee voor de lange termijn.

Lees verder