-

Algemeen

Katja Schuurman logeert in asielcentrum en beleeft nachtmerrie: ´Dit nooit meer!´

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Katja Schuurman heeft recentelijk een nacht doorgebracht in een zogenaamd ‘Hotel AZC’, een nagebouwd asielzoekerscentrum in Amsterdam. Deze bijzondere actie had als doel aandacht te vragen voor de situatie van vluchtelingen in Nederland. Schuurman, die zich al langer inzet voor vluchtelingen, was niet van plan om gewoon in een bed te liggen. De actrice had weliswaar een ongemakkelijke ervaring, maar benadrukt hiermee de moeilijke omstandigheden waar veel asielzoekers dagelijks mee te maken hebben.

VluchtelingenWerk en het ‘Hotel AZC’

Het nagebouwde asielzoekerscentrum was een initiatief van VluchtelingenWerk Nederland, een organisatie die zich inzet voor de rechten van vluchtelingen. Schuurman werd uitgenodigd om te overnachten om de onvrede rondom de asielinstroom te adresseren. Veel Nederlanders denken, zo stelt Schuurman, dat vluchtelingen worden verwelkomd in luxe vijfsterrenhotels, wat een misverstand is. “Dit gebouw is gemaakt om te laten zien dat vluchtelingen allesbehalve in luxe verblijven,” zegt ze.

De harde realiteit voor vluchtelingen

De omstandigheden in Nederlandse azc’s zijn voor veel vluchtelingen verre van ideaal. Schuurman kreeg tijdens haar verblijf een goed gevoel van wat deze realiteit inhoudt. “De asielzoekers in Nederland worden vaak behandeld als criminelen, terwijl ze hier komen om te ontsnappen aan oorlog en vervolging,” zegt ze. De situatie in de opvangcentra is vaak verre van menswaardig, en Schuurman pleit dan ook voor betere voorzieningen en een hartelijke ontvangst van deze mensen.

Vluchtelingen en menselijke empathie

Schuurman uit haar zorgen over de manier waarop vluchtelingen in Nederland worden behandeld. “Ik wil dat we weer handelen vanuit ons menselijke empathisch vermogen,” zegt ze. Ze gelooft dat vluchtelingen, ondanks hun verschillende achtergronden, net als ieder ander recht hebben op respect en een veilige opvang. “We zijn allemaal hetzelfde, we zijn gewoon op een andere plek geboren,” voegt ze eraan toe. Deze uitspraak benadrukt haar pleidooi voor een inclusievere en gastvrijere samenleving.

Een nacht vol onrust

Na haar overnachting in het Hotel AZC reflecteert Schuurman op haar ervaring. Ze had gehoopt dat het verblijf haar meer inzicht zou geven in de leefomstandigheden van vluchtelingen, maar de nacht was allesbehalve comfortabel. “Het was een onrustige nacht. Het lawaai was ongelooflijk,” vertelt ze. Ze was geconfronteerd met huilende baby’s, telefoons die afgingen en mensen die door de gangen kletsten. Dit was voor haar een enorme uitdaging. “Je kunt niet ontsnappen aan het geluid, je kunt de knop niet uitzetten,” zegt ze.

Gevoel van claustrofobie

Het lawaai en de constante afleiding maakten de ervaring erg intens voor Schuurman. “Ik kan eigenlijk overal slapen als ik moe ben, maar dit was anders. Het geluid was zo overweldigend dat het echt claustrofobisch aanvoelde,” legt ze uit. Dit gevoel van opgesloten zitten geeft haar een beter begrip van wat vluchtelingen ervaren in de opvangcentra, waar de omstandigheden vaak verre van ideaal zijn.

Impact van de ervaring

Schuurman geeft aan dat de ervaring haar meer heeft geholpen om de situatie van vluchtelingen te begrijpen. Ondanks de onrustige nacht, is het haar duidelijk geworden hoe belangrijk het is om empathie en begrip te tonen voor de mensen die in Nederland asiel zoeken. Haar doel is niet om medelijden op te wekken, maar om bewustzijn te creëren en verandering te bewerkstelligen.

Aandacht voor betere opvang

Schuurman blijft pleiten voor een betere opvang van vluchtelingen in Nederland. Ze hoopt dat haar ervaring en haar publieke pleidooi zullen bijdragen aan een positievere kijk op de vluchtelingenproblematiek. “Laten we vluchtelingen niet behandelen als criminelen, maar als mensen die in de meest extreme situaties hebben moeten vluchten,” zegt ze met klem. Schuurman blijft zich inzetten voor een wereld waarin vluchtelingen welkom zijn en hun mensenrechten worden gerespecteerd.

Algemeen

Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt

De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.

Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?

Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.

De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?

De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.

Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.

Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?

Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.

Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.

Waarom grote cashopnames aandacht trekken

Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.

Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.

De risico’s van geld in huis

Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.

Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.

Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.

Waarom mensen toch een noodbuffer willen

Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.

Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.

Veelgemaakte misverstanden

Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.

Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.

Praktische tips voor wie cash bewaart

Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.

Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.

De nuchtere middenweg

Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.

Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.

Lees verder