Algemeen
John de Wolf deelt verschr1kkelijk nieuws: ‘Rust zacht’
Op de laatste dag van de Nederlandse transfermarkt, waarin de sp@nning te snijden is, ligt de focus voor velen op Feyenoord. De vraag die iedereen bezighoudt is of de club zich nog zal versterken. Te midden van deze hectiek komt er echter tr@gisch nieuws naar buiten: John de Wolf, assistent-trainer bij Feyenoord, deelt dat zijn collega Jeffrey Oost is 0verleden.

0verlijden van Jeffrey Oost
Via Instagram heeft John de Wolf het verdr1etige nieuws gedeeld dat zijn collega en vriend, Jeffrey Oost, is 0verleden. Jeffrey, die 68 jaar oud werd, was lange tijd verbonden aan Feyenoord. John plaatste een foto van Jeffrey met de tekst: “Rust zacht, Jeff.” Het nieuws van zijn 0verlijden komt als een sch0k voor de Feyenoord-gemeenschap, waar Oost een bekende en geliefde figuur was.

Carrière bij Feyenoord
Jeffrey Oost begon zijn carrière bij Feyenoord in 1992, waar hij de jeugdteams Onder 12, Onder 13 en later ook Onder 15 onder zijn hoede had. Zijn invloed op de ontwikkeling van jonge talenten was groot, en zijn passie voor het vak werd door velen gewaardeerd. Na zijn periode bij de jeugdelftallen van Feyenoord, vertrok hij in 2005 naar Ghana. Daar vervulde hij de rol van technisch coördinator bij de Feyenoord Fetteh Academy, een belangrijke stap in zijn loopbaan.

In 2007 keerde Oost terug naar Nederland en hervatte hij zijn werk bij de jeugd van Feyenoord. Wederom nam hij de leiding over de Onder 15 en andere jeugdteams, waar hij zijn kennis en ervaring deelde met de volgende generatie voetballers.

Persoonlijk l**d van John de Wolf
Naast het verl1es van zijn collega, gaat John de Wolf zelf door een moeilijke periode. Recent maakte hij bekend dat het slecht gaat met zijn moeder, die lijdt aan de z1ekte van @lzheimer. De z1ekte heeft een punt bereikt waarop zijn moeder hem niet meer herkent. “Toen ik bij haar kwam, zei ik: ‘Ik ben het, John, je zoon.’ Maar ze antwoordde: ‘Dat kunnen ze allemaal wel zeggen.'”

John beschrijft de 1ngrijpende veranderingen in het karakter van zijn moeder. “Het is nog steeds mijn moeder, maar eigenlijk ook niet meer,” vertelt hij met verdr1et in zijn stem. De situatie raakt hem diep, vooral omdat hij ziet hoe de z1ekte haar leven heeft 0ntnomen. “Er zit geen leven meer in haar,” deelde hij in een interview met weekblad Privé. Het is duidelijk dat John moeite heeft om met deze situatie om te gaan. “Het is mens0nterend en het doet mij zoveel p1jn, maar vooral verdr1et.”

Deze gebeurtenissen laten zien dat, ondanks de hectiek en sp@nning van de voetbalwereld, persoonlijke traged1es diepe impact hebben. Het verl1es van een collega en de strijd tegen een slopende ziekte herinneren ons aan de kw*tsbaarheid van het leven, zelfs voor degenen die bekend staan om hun kracht en doorzettingsvermogen.
Algemeen
Studies tonen aan dat mensen met deze bloedgroep een grotere kans hebben om 100 jaar te worden

Hoe bloedwaarden voorspellen wie 100 jaar kan worden: nieuw onderzoek onthult 10 opvallende biomarkers
Dat sommige mensen zonder veel moeite de leeftijd van 100 jaar bereiken terwijl anderen eerder wegvallen, blijft een van de grootste mysteries in de medische wetenschap. Toch komen onderzoekers langzaam dichterbij een antwoord. Een grootschalig Zweeds onderzoek heeft nu tien specifieke bloedmarkers ontdekt die opmerkelijk nauwkeurig voorspellen welke mensen de grootste kans hebben om extreem oud te worden. Het gaat niet om exotische tests of genetische analyses, maar om simpele bloedwaarden die veel mensen al vanaf hun middelbare leeftijd laten controleren.

De groei van een bijzondere leeftijdsgroep
Honderdjarigen werden vroeger gezien als levende wonderen: uitzonderingen die je maar zelden tegenkwam. Maar dat beeld verandert razendsnel. Sinds de jaren ’70 is het aantal honderdjarigen wereldwijd meer dan verdubbeld. Betere gezondheidszorg, veiliger werk, medicijnen én algemeen bewustzijn over voeding en beweging spelen daarbij een rol. Maar zelfs met al deze factoren blijft één vraag hangen: wat onderscheidt de mensen die het écht tot 100 schoppen?
Een team wetenschappers uit Zweden besloot precies dat uit te zoeken – niet door te kijken naar hun levensstijl, maar door letterlijk hun bloedwaarden te volgen over meerdere decennia.

Het grootste onderzoek naar lange levensduur tot nu toe
De studie betrof maar liefst 44.637 inwoners van Stockholm, allemaal geboren tussen 1893 en 1920. Tussen 1985 en 1996 onderging deze hele groep routinematige bloedtesten. Vervolgens werden ze tot 35 jaar lang gevolgd via nationale gezondheidsregisters. Het ging om mensen die op het moment van bloedafname tussen de 64 en 99 jaar oud waren.
Uiteindelijk bereikten 1.224 van hen de leeftijd van 100 jaar – opvallend genoeg was ruim 84 procent daarvan vrouw, helemaal in lijn met de bekende statistiek dat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen.
De grote vraag was:
zaten er in de bloedwaarden
van deze mensen aanwijzingen die al decennia eerder konden
voorspellen wie de magische grens van 100 zou
halen?
Het antwoord: ja, en
verrassend duidelijk ook.

De 10 bloedmarkers die de grootste rol spelen
De onderzoekers analyseerden twaalf standaard bloedwaarden, waarvan tien uiteindelijk sterke voorspellers bleken voor levensduur. Het ging onder andere om:
-
Glucose (suikerspiegel)
-
Creatinine (nierfunctie)
-
Urinezuur
-
Leverwaarden zoals GGT, ALP, ASAT en LDH
-
Cholesterol
-
Albumine (voedingsstatus)
-
IJzer en TIBC (ijzerbindende capaciteit)

Wat bleek?
Extreme waarden – zowel te hoog als te laag – verminderden de kans om 100 te worden. Maar meer specifiek viel iets opmerkelijks op: bijna alle 100-plussers hadden al rond hun 60e of 70e levensjaar tamelijk stabiele en gemiddelde waarden. Geen uitschieters, geen zorgwekkende verhogingen, maar rustige, consistente bloedwaardes.
Lage glucose, creatinine en urinezuur
Onderzoeker Karin Modig verwoordde het als volgt:
“Honderdjarigen hadden al vanaf hun zestigste beduidend lagere glucose-, creatinine- en urinezuurwaarden dan leeftijdsgenoten die vroeger 0verleden.”
Zo bleek bijvoorbeeld dat bijna geen enkele honderdjarige rond zijn/haar 60e een glucosewaarde boven de 6,5 mmol/l had gehad. Ook creatininewaarden boven de 125 kwamen onder de honderdjarigen nauwelijks voor.
Ook lever- en ontstekingswaarden voorspelden veel
Lagere waarden van ASAT, LDH, ALP, GGT en TIBC bleken eveneens samen te hangen met een langere levensduur. Dat duidt op:
-
een minder zwaarbelaste lever
-
lagere ontstekingsactiviteit
-
een metabolisme dat minder stress ervaart
Een verrassende wending: cholesterol
Misschien wel de meest opvallende uitkomst van het onderzoek is dat een hoger totaal cholesterolgehalte geassocieerd bleek met een grotere kans om 100 jaar oud te worden.
Dat statement botst frontaal met moderne richtlijnen, waarin juist vaak wordt gestreefd naar lage cholesterolwaarden. Maar deze bevinding sluit wél aan bij eerdere studies die aantonen dat bij zeer oude mensen een te laag cholesterol juist risicovol kan zijn, bijvoorbeeld doordat het kan wijzen op ondervoeding of chronische z!ekte.
Het sleutelwoord is dus opnieuw: balans, en vooral géén extreme waarden.
IJzer werkt hetzelfde: te laag is probleem, niet te hoog
Ook ijzerwaarden lieten een duidelijke trend zien: mensen met te lage ijzerwaarden bleken een veel kleinere kans te hebben om 100 te worden. Een te hoog ijzergehalte kan óók risico’s opleveren, maar extreem lage waarden bleken in deze studie een belangrijke voorspeller van sterfte op latere leeftijd.

Gaat dit over genen of levensstijl?
De grote vraag is natuurlijk wat deze biomarkers zeggen over oorzaken. Want bloedwaarden op zichzelf vertellen nog niet waarom ze goed of slecht zijn.
Volgens Modig:
“We kunnen niet exact zeggen welke levensstijl of genetische factoren zorgen voor deze bloedwaardes, maar voeding, alcoholgebruik en algemene metabole gezondheid spelen waarschijnlijk een grote rol.”
Ook onderstreept ze dat geluk – toevallige afwezigheid van ernstige z!ektes – altijd een factor blijft in extreme ouderdom.
Maar één ding is zeker: de verschillen zagen de onderzoekers al tientallen jaren vóór 0verlijden. Dat wijst erop dat zowel leefstijl als erfelijke aanleg een langdurige invloed heeft.

Wat kunt u zelf met deze informatie?
De studie is géén handleiding om meteen allerlei bloedwaarden te proberen te verlagen of verhogen. De belangrijkste lessen zijn veel subtieler – en vooral veel realistischer.
Hier zijn de rode lijnen:
1. Het gaat om stabiele, gemiddelde waarden
De honderdjarigen bleken geen “perfecte” bloedwaarden te hebben, maar vooral:
-
niet te hoog
-
niet te laag
-
nauwelijks schommelingen
Een rustige metabole gezondheid blijkt goud waard.
2. Een gezonde bloedsuikerspiegel is cruciaal
Hier is geen discussie over: lagere, stabiele glucosewaarden geven een grotere kans op een lang leven.
3. Let op nierfunctie en ontstekingswaarden
Creatinine en urinezuur lijken veel te zeggen over de algemene gezondheid op de lange termijn. Lage, stabiele waarden waren een duidelijke voorspeller.
4. Extreme diëten die cholesterol té laag maken zijn mogelijk niet gunstig
Cholesterol blijft complex, maar té laag is zeker niet altijd beter.
5. Houd uw lever gezond
Lage ALP, GGT en ASAT stonden vrijwel altijd gelijk aan een langere levensduur.
6. IJzer moet in balans zijn
Vooral een tekort op oudere leeftijd bleek nadelig.

Simpel gezegd: je hoeft niet perfect te zijn, maar je moet in balans blijven
Gezond eten, voldoende bewegen, goede slaap, matigheid met alcohol en regelmatige check-ups bij de huisarts liggen dus volkomen in lijn met de bloedwaardes van de honderdjarigen. Ze leefden niet extreem streng, maar wel consequent gezond.
Daarbij geldt: hoe eerder in het leven de bloedwaarden binnen een gezond bereik vallen, hoe gunstiger de voorspelling.

Denkt u na over uw eigen gezondheid?
Deze studie laat zien dat de basis van een lang leven, deels al vanaf middelbare leeftijd zichtbaar wordt. Niet als garantie, maar als richtingaanwijzer. Routinecontroles kunnen helpen trends in bloedwaarden vroeg op te merken, zodat u tijdig bij kunt sturen.
Of het nu gaat om bewegen, gezonde voeding, minder stress of simpelweg beter slapen: elke kleine verbetering telt mee voor de lange termijn.