Algemeen
Jet de Nijs kapot van verdriet: ´Bang dat Rob er niet meer is´
Sinds de diagnose Parkinson in 2018 werd gesteld, is de gezondheid van de geliefde zanger Rob de Nijs, inmiddels 81 jaar, steeds verder achteruitgegaan. Zijn vrouw en steunpilaar, Jet Koetschruiter, geeft regelmatig updates over zijn toestand in interviews, waarbij ze de zware realiteit van hun dagelijkse leven deelt. Jet staat voortdurend aan zijn zijde, terwijl Rob volledig afhankelijk is geworden van intensieve zorg.

Vergeetachtigheid en Verwarring
In een recent interview met LINDA vertelde Jet dat Rob soms niet meer weet in welk jaar hij leeft of in welk huis hij verblijft. De ziekte heeft niet alleen zijn lichaam, maar ook zijn geest aangetast, wat voor Rob en zijn familie een grote emotionele uitdaging is. Zijn bed staat nu in de woonkamer, zodat hij beter verzorgd kan worden, en hij is vrijwel niet meer in staat om iets zelfstandig te doen. De constante achteruitgang maakt de levensverwachting onzeker, en Jet vreest elke ochtend dat ze afscheid van hem zal moeten nemen.

Controle uit Angst
Jet vertelt hoe ze elke ochtend controleert of Rob nog ademt. Deze routine, waarbij ze meerdere keren per dag nagaat of hij nog leeft, is ontstaan uit de angst dat hij op een dag niet meer wakker zal worden. Het is een constante zorg die hen beiden in zijn greep houdt. De onzekerheid en het idee dat elk moment het laatste kan zijn, weegt zwaar op haar als partner en verzorger.

Een Levensreddende Actie
Vorig jaar kreeg Rob tijdens het televisiekijken ineens een gezondheidscrisis, waarbij hij onwel werd. Dankzij de snelle reactie van Jet, die mond-op-mondbeademing toepaste terwijl de hulpdiensten werden gebeld, kon zijn leven vermoedelijk gered worden. In het ziekenhuis vocht Rob vervolgens voor zijn leven, terwijl Jet het publiek vroeg om voor hem een kaarsje te branden. Deze oproep werd massaal opgevolgd en bood haar steun in deze zware tijd.

Geen Reanimatie Meer
Hoewel Rob uiteindelijk weer naar huis mocht na een periode in het ziekenhuis en een revalidatiecentrum, zijn er inmiddels harde afspraken gemaakt over toekomstige medische ingrepen. Mocht Rob nogmaals een ernstige gezondheidscrisis doormaken, zal er geen reanimatie meer plaatsvinden. De kans dat hij daarvan zou herstellen, is namelijk minimaal. Hoewel deze beslissing moeilijk is, begrijpt Rob de noodzaak ervan, al blijft zijn wil om te leven sterk.

De Wil Om Door te Gaan
Ondanks de uitdagende tijd waarin Rob en zijn gezin verkeren, probeert hij nog vreugde te halen uit de dingen die hem dierbaar zijn. Zo is Rob blij met de positieve ontvangst van de musical over zijn leven. De productie, waarin zijn rijke carrière wordt gevierd, geeft hem een gevoel van voldoening. Jet hoopt dat Rob volgend jaar nog in staat zal zijn om de voorstelling fysiek bij te wonen, iets wat voor hen beiden een prachtige mijlpaal zou zijn in deze moeilijke fase.

Een Zware, Maar Liefdevolle Zorgtaak
Jet Koetschruiter heeft zich de afgelopen jaren ontpopt tot de rots in de branding voor Rob. Ze zorgt dag en nacht voor hem, maar geeft ook aan hoe zwaar deze verantwoordelijkheid is. Toch blijft ze sterk voor haar man, wetende dat zijn tijd mogelijk beperkt is. Hun gezamenlijke liefde en Robs doorzettingsvermogen geven hen de kracht om door te gaan, ondanks de dagelijkse uitdagingen die Parkinson met zich meebrengt.

Hoop Voor de Toekomst
Hoewel de toekomst onzeker blijft, hopen Rob en Jet dat ze nog mooie momenten samen kunnen beleven. De musical over Robs leven is een lichtpuntje voor het gezin, en ondanks de sombere vooruitzichten blijft de wil om te genieten van de kleine dingen aanwezig. Het verhaal van Rob en Jet is een krachtig voorbeeld van liefde, veerkracht en steun, zelfs in de moeilijkste tijden.

Voor fans van Rob de Nijs is het een geruststelling dat de zanger, ondanks zijn fysieke beperkingen, nog steeds wordt omringd door liefde en zorg. Zijn levensverhaal, gevierd door de musical, zal een blijvende nalatenschap zijn voor zijn fans en dierbaren.
Algemeen
Dit zijn de nieuwe strenge regels voor 2026 met contant geld in huis

Contant geld in huis bewaren is de afgelopen jaren weer onderwerp van gesprek geworden. Waar digitaal betalen lange tijd vanzelfsprekend was, zorgen recente pinstoringen, cyberincidenten en zorgen over digitale kwetsbaarheid ervoor dat steeds meer mensen nadenken over een financiële back-up in contanten. Tegelijkertijd blijft het grootste deel van ons betalingsverkeer digitaal verlopen en lijkt cash voor velen iets van vroeger. Juist dat spanningsveld roept vragen op: hoeveel contant geld mag je eigenlijk thuis bewaren, wat zijn de risico’s en waar moet je rekening mee houden?

Waarom contant geld weer aandacht krijgt
De aanleiding is helder. In de afgelopen jaren hebben meerdere landelijke pinstoringen laten zien hoe afhankelijk we zijn geworden van digitale systemen. Supermarkten waar niet afgerekend kan worden, tankstations die tijdelijk sluiten en betaalautomaten die uitvallen: het zijn situaties die veel mensen aan het denken zetten. Contant geld wordt daardoor weer gezien als een vangnet, iets wat zekerheid biedt als digitale betalingen even niet werken.
Daarnaast speelt ook een breder gevoel van onzekerheid mee. Cyberdreiging, geopolitieke spanningen en zorgen over de stabiliteit van systemen maken dat mensen zich willen voorbereiden op uitzonderlijke situaties. Cash voelt tastbaar en betrouwbaar, omdat het niet afhankelijk is van elektriciteit, netwerken of software.

Is er een wettelijk maximum voor cash thuis?
Een van de meest gestelde vragen is of er een maximum bestaat voor hoeveel contant geld je thuis mag bewaren. Het korte antwoord: nee. In Nederland is er geen wet die bepaalt dat je maar een bepaald bedrag in huis mag hebben. Juridisch gezien mag je elk bedrag aan contanten thuis bewaren, zolang het geld op legale wijze is verkregen.
De verwarring ontstaat vaak door fiscale regels. Die gaan niet over wat je mág bezitten, maar over hoe vermogen wordt belast. Contant geld valt namelijk onder je vermogen en moet worden opgegeven bij de belastingaangifte als je boven bepaalde vrijstellingen uitkomt.

Hoe zit het fiscaal precies?
De Belastingdienst beschouwt contant geld als onderdeel van box 3, samen met spaargeld en beleggingen. Er geldt een aparte vrijstelling voor contanten. Voor 2025 ligt die vrijstelling op 661 euro voor alleenstaanden en 1322 euro voor fiscale partners samen. Bedragen boven deze grens tellen mee als vermogen.
Dat betekent overigens niet automatisch dat je belasting betaalt. Of je daadwerkelijk box 3-belasting verschuldigd bent, hangt af van je totale vermogen en de algemene vrijstelling. Pas als je boven die algemene drempel uitkomt, wordt er belasting geheven over een fictief rendement.
Vanaf 2025 rekent de Belastingdienst voor banktegoeden en contant geld met een fictief rendement van 1,44 procent. Over dat veronderstelde rendement betaal je 36 procent belasting. Het gaat dus niet om belasting over het volledige cashbedrag, maar over een theoretische opbrengst.

Hoeveel kun je eigenlijk pinnen?
Wie contant geld wil aanhouden, moet het natuurlijk eerst opnemen. Ook daar gelden regels. Banken hanteren opname- en daglimieten die per bank en per klant kunnen verschillen. Die limieten zijn bedoeld om fraude, diefstal en witwaspraktijken tegen te gaan.
Standaardlimieten liggen vaak rond enkele honderden euro’s per dag, maar kunnen tijdelijk worden verhoogd als je dat aanvraagt. Bij grotere bedragen is het verstandig om vooraf contact op te nemen met de bank. Zo voorkom je dat opnames worden geweigerd of dat er later vragen ontstaan.
Waarom grote cashopnames aandacht trekken
Grote of frequente contante transacties vallen op. Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te monitoren in het kader van anti-witwaswetgeving. Dat betekent niet dat je iets fout doet, maar wel dat je mogelijk vragen krijgt over de herkomst of het doel van het geld.
Wie contant geld opneemt voor een duidelijk doel en dit kan uitleggen, heeft doorgaans niets te vrezen. Bonnetjes bewaren en overzicht houden helpt. Onverklaarbare patronen of chaotisch cashverkeer kan juist extra aandacht opleveren.
De risico’s van geld in huis
Contant geld thuis bewaren klinkt veilig, maar brengt duidelijke risico’s met zich mee. Inbraak is de meest voor de hand liggende. Contant geld is niet traceerbaar en bij diefstal vrijwel altijd definitief verdwenen. Ook brand of waterschade kan ervoor zorgen dat het geld verloren gaat.
Daar komt bij dat inboedelverzekeringen contant geld vaak maar beperkt vergoeden. Veel polissen keren maximaal 250 tot 500 euro uit bij verlies of diefstal van cash. Grotere bedragen zijn meestal niet verzekerd, tenzij daar expliciete afspraken over zijn gemaakt.
Een kluis kan het risico verminderen, maar biedt geen volledige garantie. Verzekeraars stellen vaak eisen aan het type kluis, de verankering en de locatie. Bovendien verandert een kluis niets aan fiscale verplichtingen.
Waarom mensen toch een noodbuffer willen
Ondanks de risico’s kiezen veel mensen toch voor een beperkte hoeveelheid contant geld in huis. De belangrijkste reden is praktische zekerheid. Bij storingen of calamiteiten kun je met cash nog steeds essentiële aankopen doen, zoals boodschappen of brandstof.
Adviesorganen benadrukken al langer dat een bescheiden noodvoorraad verstandig kan zijn. Het gaat daarbij niet om grote bedragen, maar om genoeg geld om enkele dagen te overbruggen. Hoeveel dat is, verschilt per huishouden en leefstijl.
Veelgemaakte misverstanden
Een veelgehoorde gedachte is dat “meer beter is”. In de praktijk geldt vaak het tegenovergestelde. Hoe meer contant geld je bewaart, hoe groter het risico en hoe minder het bijdraagt aan extra veiligheid. Een paar dagen aan basisuitgaven is meestal voldoende.
Ook vergeten mensen soms dat contant geld geen rendement oplevert en bij inflatie zelfs aan waarde verliest. Het is dus geen spaarvorm, maar een noodvoorziening.
Praktische tips voor wie cash bewaart
Wie besluit contant geld in huis te houden, doet er goed aan dit zorgvuldig te doen. Bewaar het op een discrete plek, deel de informatie met zo min mogelijk mensen en leg het niet samen met belangrijke documenten zoals paspoorten. Houd daarnaast administratief bij wanneer en waarom het geld is opgenomen.
Fiscaal gezien is transparantie belangrijk. Geef het bedrag op als het boven de vrijstelling uitkomt. Verzwijgen levert meer risico dan voordeel op.
De nuchtere middenweg
Contant geld is geen wondermiddel en ook geen overblijfsel uit een ver verleden. Het is een hulpmiddel voor uitzonderlijke situaties. Juridisch mag het, fiscaal zijn er duidelijke spelregels en praktisch zijn er risico’s die niet genegeerd mogen worden.
Wie kiest voor een bescheiden, goed opgeborgen noodbuffer en zich houdt aan de regels, combineert rust met realisme. Uiteindelijk draait het niet om de vraag of contant geld goed of slecht is, maar om wat past bij jouw situatie en gevoel van zekerheid.