Algemeen
Dit is het perfecte vrouwenlichaam per land – wat vind je van Nederland?
Schoonheid is een concept dat net zo divers en uniek is als de talrijke culturen die het definiëren. Deze variatie in schoonheidsnormen werd in 2014 op een indrukwekkende en inzichtelijke manier geïllustreerd door een simpel, maar krachtig experiment van journaliste Esther Honig.

Zij stuurde haar eigen portretfoto naar grafische ontwerpers over de hele wereld met een simpele opdracht: “Maak mij mooi.” Dit fascinerende project bracht de subjectieve en cultureel bepaalde aard van schoonheid aan het licht, en onthulde de diepgaande invloed van culturele en maatschappelijke verwachtingen op onze perceptie van schoonheid.

Schoonheid
Het experiment van Honig werd snel een virale sensatie en inspireerde anderen om het concept verder te verkennen. Personen zoals Priscilla Yuki Wilson, een vrouw van gemengde afkomst, en Marie Southward, die een plus-size perspectief introduceerde, namen de uitdaging aan.

Hun deelname verrijkte het debat over inclusiviteit binnen de schoonheidsnormen, waardoor een bredere discussie over universele versus lokale schoonheidsstandaarden ontstond.

Het project kreeg nog een extra dimensie toen OnlineDoctor.SuperDrug.com, in samenwerking met het contentmarketingbureau Fractl, een vergelijkbaar initiatief lanceerde door een stockfoto van een vrouw in ondergoed naar ontwerpers in 18 verschillende landen te sturen, met de vraag deze aan te passen aan de lokale schoonheidsstandaarden.

Interpretaties
De uitkomsten van deze experimenten waren verbazingwekkend divers en toonden duidelijk de variatie in schoonheidsnormen wereldwijd:

Filippijnen:
De aanpassingen benadrukten een voorkeur voor een slank figuur en donker haar, wat reflecteert hoe lichamelijke vorm en haarkleur cultureel bepaalde schoonheidskenmerken kunnen zijn in de Aziatische regio.

Verenigde Staten:
Kenmerkend waren de dijbeenopening, een plattere buik, en een sterk bewerkt gezicht, wat de nadruk legt op de hoge waarde die wordt gehecht aan jeugd en slankheid in de Amerikaanse schoonheidsindustrie.

China:
Dit land leverde de meest drastische veranderingen op, waarbij het gewicht van het model aanzienlijk werd verminderd en grote aanpassingen werden gedaan aan het gezicht en de algehele uitstraling, wat de extreme schoonheidsnormen daar onderstreept.

Colombia en Spanje:
Beiden behielden een ronder figuur, wat kan wijzen op een meer ontspannen houding ten opzichte van de lichaamsvorm en een waardering voor vollere vormen.

Italië:
Net als China toonde Italië een voorkeur voor extreme slankheid, weerspiegelend de invloed van mode- en ontwerpstandaarden die vaak uit deze regio komen.

Nederland:
De aanpassingen omvatten lichter haar en dunnere benen, wat kan duiden op een regionale voorkeur voor lichtheid en slankheid.

Elk van deze voorbeelden toont aan dat wat als mooi wordt beschouwd enorm kan variëren afhankelijk van geografische en culturele contexten.

Diversiteit
Deze reeks afbeeldingen benadrukt de subjectieve en vaak tegenstrijdige natuur van schoonheidsnormen wereldwijd. Wat in het ene land als hoogst aantrekkelijk wordt gezien, kan in een ander land minder begeerd zijn.

Deze visuele representaties bevestigen dat schoonheidsnormen dynamisch zijn en sterk worden beïnvloed door lokale culturen, sociale normen en zelfs economische factoren.
Algemeen
KNMI waarschuwt de bevolking voor zware orkanen en massale stroomuitval

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) heeft een indringend rapport gepubliceerd waarin wordt gewaarschuwd dat klimaatverandering ervoor zorgt dat scenario’s die lange tijd als “onvoorstelbaar” golden, ook in Nederland realistisch worden. In het zogenoemde extreem rapport schetst het weerinstituut negen mogelijke weersituaties en gevolgscenario’s die in de nabije toekomst zouden kunnen voorkomen. Het doel van het rapport is nadrukkelijk niet om paniek te zaaien, maar om bewustwording te creëren en bestuurders, organisaties en burgers aan te zetten tot betere voorbereiding.

Bewustwording, geen paniek
Volgens KNMI-directeur Maarten van Aalst is het rapport bedoeld als een wake-upcall. “We zien dat de grenzen van wat we kennen verschuiven,” stelt hij. “Situaties die vroeger extreem zeldzaam waren, komen dichterbij. En als we ons daar niet op voorbereiden, kunnen de gevolgen groot zijn.” Van Aalst benadrukt dat het KNMI liever vooruitkijkt dan achteraf moet constateren dat schade en maatschappelijke ontwrichting voorkomen hadden kunnen worden.
De timing van het rapport is niet toevallig. Precies tien jaar geleden werd het Akkoord van Parijs gesloten, waarin werd afgesproken de wereldwijde opwarming te beperken tot maximaal 1,5 graad. Inmiddels wordt steeds duidelijker dat dit doel moeilijk haalbaar is. Daardoor neemt de kans toe op weerextremen die buiten onze historische ervaring vallen.

Stormen met ongekende kracht
Een van de scenario’s in het rapport gaat over zware stormen die hun oorsprong vinden boven warmer zeewater. Door stijgende zeetemperaturen kunnen stormsystemen meer energie opnemen. Dat vergroot de kans dat zeer krachtige stormen ook West-Europa bereiken.
Als voorbeeld wordt verwezen naar een zware storm die vorig jaar over Frankrijk trok, nadat deze onverwacht richting Europa was afgebogen. Onderzoek laat zien dat zo’n systeem ook Nederland had kunnen treffen, met zeer zware windstoten en aanzienlijke schade aan natuur, infrastructuur en gebouwen. Niet alleen materiële schade speelt hierbij een rol, maar ook de mentale impact op bewoners en hulpdiensten.
Kwetsbaarheid van het energiesysteem
Een ander belangrijk aandachtspunt in het rapport is de kwetsbaarheid van het elektriciteitsnet. Niet zozeer door één extreem weertype, maar door een combinatie van factoren. Denk aan een langdurig hogedrukgebied in de winter, met weinig wind en zon, terwijl de energievraag juist hoog is.

Onderzoekers hebben doorgerekend wat er gebeurt als windmolens nauwelijks draaien en zonnepanelen weinig opleveren, terwijl huishoudens en bedrijven veel stroom gebruiken. In zo’n situatie zou tijdelijk niet aan de volledige vraag kunnen worden voldaan. Hoewel de kans hierop klein is, onderstreept het rapport dat dit soort scenario’s serieus genomen moeten worden bij de inrichting van het energiesysteem.
Extreme hitte in steden
Steden zijn extra kwetsbaar voor hitte. Het KNMI kijkt daarom ook naar het scenario van een zeer zware en langdurige hitteperiode, vooral in dichtbebouwde gebieden zoals Amsterdam. In eerdere zomers is al gebleken dat infrastructuur zoals spoorlijnen, bruggen en openbaar vervoer gevoelig is voor langdurige hoge temperaturen.
Volgens het rapport had een eerdere hittegolf al ernstiger gevolgen kunnen hebben als verkoelende weersystemen iets later waren gearriveerd. In een toekomstscenario met langdurige extreme hitte kan de druk op zorg, hulpdiensten en energievoorziening sterk toenemen. Dat vraagt om gerichte maatregelen, zoals vergroening van steden, schaduwplekken en hitteplannen voor kwetsbare groepen.

Gezondheid en nieuwe risico’s
Klimaatverandering heeft niet alleen invloed op het weer, maar ook op de volksgezondheid. In het rapport wordt aandacht besteed aan het mogelijke vaker voorkomen van bepaalde ziekteverwekkers die profiteren van warmere omstandigheden. Zo wordt gekeken naar virussen die via insecten worden overgedragen.
Onderzoekers geven aan dat langere, warmere zomers het leefgebied van bepaalde insecten kunnen vergroten. Daardoor kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijker verspreiden. Dit betekent niet dat er direct reden is tot ongerustheid, maar wel dat monitoring, onderzoek en preventie belangrijker worden.
Wateroverlast en overstromingen
Nederland is van oudsher gewend om met water te leven, maar klimaatverandering stelt dat vermogen op de proef. Het rapport beschrijft scenario’s met extreme neerslag in korte tijd, wat kan leiden tot wateroverlast in stedelijke gebieden en druk op dijken en waterkeringen.
Hoewel Nederland goed beschermd is, benadrukt het KNMI dat systemen ontworpen zijn op basis van historische gegevens. Als die omstandigheden veranderen, moeten ook de veiligheidsnormen en plannen mee-evolueren.
Samenhang van gevolgen
Wat het rapport vooral duidelijk maakt, is dat extremen zelden op zichzelf staan. Een hittegolf kan leiden tot stroomproblemen, druk op zorg en verminderde mobiliteit. Een zware storm kan infrastructuur beschadigen en economische schade veroorzaken. Die samenhang maakt voorbereiding complex, maar ook noodzakelijk.
Van Aalst noemt dit “meervoudige risico’s”: “Het gaat niet om één gebeurtenis, maar om de keten van gevolgen die daarop volgt. Juist daar moeten we beter op anticiperen.”
Vooruitdenken als sleutel
Het KNMI benadrukt dat veel schade voorkomen kan worden door tijdig beleid en aanpassingen. Dat betekent investeren in klimaatbestendige infrastructuur, het aanpassen van steden, het versterken van energie- en watersystemen en goede communicatie richting burgers.
Het rapport roept bestuurders op om scenario’s niet weg te zetten als onwaarschijnlijk, maar ze te gebruiken als oefenmateriaal. “Als je weet wat er kan gebeuren, kun je betere keuzes maken,” aldus Van Aalst.
Wat betekent dit voor inwoners?
Voor inwoners betekent het rapport vooral dat het verstandig is om bewust te zijn van veranderende omstandigheden. Dat kan variëren van voorbereid zijn op hitte, tot het volgen van adviezen bij extreem weer. Tegelijk blijft Nederland een veilig en goed georganiseerd land, waar veel kennis en middelen beschikbaar zijn om risico’s te beperken.
Een realistische blik vooruit
Het extreem rapport van het KNMI schetst geen doembeeld, maar een realistische blik op een veranderend klimaat. Door mogelijke scenario’s nu al te benoemen, ontstaat ruimte om te handelen voordat situaties zich voordoen. De boodschap is helder: wat ooit ondenkbaar leek, vraagt nu om aandacht, planning en samenwerking.
Niet uit angst, maar uit verantwoordelijkheid voor de toekomst.