Algemeen
Nicol Kremers haalt pluspunten tevoorschijn om men te overtuigen voor zonnen zonder topje
Tijdens de zomermaanden, ook wel bekend als komkommertijd, lijkt de content op televisie vaak wat ongebruikelijker te worden.

Dit fenomeen is ook merkbaar bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Recentelijk is er een opvallende video verschenen op het platform Powned, waarin realitysterren Nicol Kremers en een andere deelnemer van Ex on the Beach centraal staan. Het onderwerp van de video? Het overtuigen van strandgangers om hun bikini’s en badpakken uit te trekken tijdens het zonnen.
De Video: ‘Meloenen Showen op het Strand’
De video volgt Nicol Kremers, bekend van haar optredens in realityshows, terwijl ze strandgangers benadert met de vraag of ze bereid zijn om hun bovenstukje uit te doen tijdens het zonnen. Het doel lijkt te zijn om de culturele verschuiving in de houding van vrouwen ten opzichte van topless zonnen te onderzoeken en wellicht te beïnvloeden.
Waarom Minder Topless Zonnen?
Een van de centrale vragen in de video is waarom steeds minder vrouwen ervoor kiezen om topless te zonnen. De presentator en Nicol gaan samen op pad om meningen te verzamelen, vooral van mannelijke strandgangers.
De meeste mannen die ze spreken, geven aan dat ze denken dat de afname te wijten is aan een toegenomen schaamtegevoel onder vrouwen. Daarnaast spelen zorgen over ongewenste opnames en de verspreiding daarvan via sociale media een grote rol.

Het is geen onrealistische angst in een tijdperk waarin vrijwel alles gefilmd en online gedeeld kan worden. Dit idee wordt ondersteund door de observatie dat vrouwen, ondanks dat ze vaak in minimalistische bikini’s en strings verschijnen, zich toch terughoudender lijken op te stellen als het gaat om volledig topless zonnen.
De Reacties van de Strandgangers
Nicol Kremers maakt tijdens de video gebruik van haar bekendheid om directe reacties van mannen te krijgen. Ze stelt hen de vraag: “Wil je mij liever in badpak zien of met mijn meloenen bloot?”
De meeste mannen reageren voorspelbaar positief op het idee van topless zonnen. Deze reacties lijken de stereotype ideeën over mannelijk verlangen te bevestigen en bieden Nicol de kans om een stap verder te gaan.
Nicolekke’s Eigen Actie
Op een gegeven moment in de video besluit Nicol zelf haar topje uit te doen en haar borsten te tonen, niet omdat de mannen er specifiek om vragen, maar omdat ze zelf die beslissing neemt.
Dit wordt gepresenteerd als een spontane daad die de aandacht vestigt op haar boodschap en mogelijk ook als een pr-stunt om de video aantrekkelijker te maken voor kijkers.
De Confrontatie en Het Einde van de Video
De video neemt een onverwachte wending wanneer Nicol een man op het strand tegenkomt die haar aan iemand anders doet denken, namelijk Peter Gillis.
Deze ontmoeting blijkt niet prettig te zijn voor Nicol, die vervolgens geïrriteerd wegloopt en aangeeft klaar te zijn met de opnames. Dit abrupt einde laat een wat ongemakkelijke nasmaak achter en roept vragen op over de professionaliteit en het doel van de video.
Kritiek en Reflectie
Deze video heeft veel stof doen opwaaien en roept een aantal belangrijke vragen op over de rol en verantwoordelijkheid van publieke omroepen. Het gebruik van belastinggeld voor het produceren van dergelijke content, die voor sommigen als oppervlakkig of zelfs exploitatief kan worden gezien, heeft tot discussies geleid.
Critici stellen dat de NPO en Powned hun platform zouden moeten gebruiken voor inhoud die meer maatschappelijke waarde heeft en minder gericht is op sensatiezucht. Het feit dat er gekozen wordt voor een realityster en een vraagstuk over topless zonnen, roept vragen op over de prioriteiten van de omroep.
Culturele Verschuivingen en Zonnen
De video raakt echter ook aan bredere culturele verschuivingen. Het feit dat vrouwen zich mogelijk minder comfortabel voelen om topless te zonnen door de constante dreiging van ongevraagde opnames, reflecteert een grotere maatschappelijke trend van verminderde privacy in openbare ruimtes.
Deze zorgen zijn reëel en vragen om een serieuze discussie over respect voor persoonlijke grenzen en de rol van technologie in ons dagelijks leven.
De Balans Tussen Sensatie en Inhoud
Terwijl sommige kijkers de video misschien als vermakelijk of luchtig beschouwen, is het belangrijk om een balans te vinden tussen inhoud die puur voor sensatie zorgt en programma’s die daadwerkelijk bijdragen aan maatschappelijke discussies.
Dit incident kan dienen als een wake-up call voor de NPO en Powned om hun contentstrategie te heroverwegen en ervoor te zorgen dat hun programma’s niet alleen entertainen, maar ook informeren en verrijken.
De Impact op Nicol Kremers
Voor Nicol Kremers zelf kan deze video zowel positieve als negatieve gevolgen hebben. Aan de ene kant vergroot het haar zichtbaarheid en blijft ze relevant in de media. Aan de andere kant kan de associatie met dergelijke controversiële content haar imago schaden en haar kansen op serieuze projecten in de toekomst verminderen.
Conclusie: Een Moment van Reflectie
Deze episode met Nicol Kremers en Powned tijdens de komkommertijd biedt een kans voor reflectie over wat we als publiek verwachten van onze publieke omroepen.
Het benadrukt de noodzaak van evenwicht tussen vermakelijke content en inhoud met substantiële waarde. Terwijl topless zonnen een luchtig en cultureel relevant onderwerp kan zijn, moet de aanpak ervan zorgvuldig overwogen worden om respectvol en betekenisvol te blijven.
De discussie over de rol van publieke omroepen en het gebruik van belastinggeld voor programmamaking is essentieel. Het herinnert ons eraan dat, zelfs in komkommertijd, de kwaliteit en de doelgerichtheid van de content niet uit het oog verloren mogen worden.
Algemeen
Nieuw plan Rob Jetten roept enorme weerstand op in het hele land: ”Waar stopt dit”

Rob Jetten wil straatverlichting dimmen: waarom zijn voorstel zoveel losmaakt in Nederland
Het debat over energie, duurzaamheid en de toekomst van ons stroomnet bereikt steeds vaker de dagelijkse leefomgeving van Nederlanders. Waar de energietransitie lange tijd draaide om grote windparken, zonnepanelen en internationale klimaatdoelen, schuift die discussie nu steeds zichtbaarder richting maatregelen die bewoners direct raken. Een van de meest besproken voorstellen van dit moment komt van D66-leider Rob Jetten, die onlangs opperde om in heel Nederland de straatverlichting in de avonduren te dimmen of op rustige momenten zelfs (deels) uit te schakelen.

De gedachte daarachter is volgens Jetten eenvoudig: als Nederland slimmer met energie omgaat, kunnen we het overbelaste stroomnet ontlasten en tegelijkertijd het bewustzijn vergroten over ons eigen energieverbruik. Maar wat voor de één klinkt als een praktische stap in een groter duurzaamheidsplan, voelt voor de ander als een directe aantasting van veiligheid, leefbaarheid en comfort.
Het voorstel leidde binnen enkele uren tot een vloedgolf aan reacties. Zowel online als in lokale gemeenteraden werd fel gediscussieerd over de vraag: kan je zomaar het licht in de openbare ruimte terugschroeven?
In deze uitgebreide analyse zetten we de achtergronden, reacties, zorgen én mogelijke oplossingen op een rij.

Waarom straatverlichting volgens Jetten op tafel ligt
Rob Jetten, die zich tijdens zijn politieke loopbaan heeft ontpopt tot een van de meest zichtbare voorstanders van een duurzame toekomst, benadrukt dat Nederland op een belangrijk kruispunt staat. De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel, onder meer door de groei van elektrische auto’s, warmtepompen, datacenters en industrieën die overstappen op elektrisch produceren.
Het stroomnet raakt daardoor steeds voller. Op sommige plekken zijn er al wachtlijsten voor bedrijven, sportclubs en woningprojecten die willen aansluiten.
Volgens Jetten is het daarom noodzakelijk om te kijken waar op korte termijn ruimte gecreëerd kan worden:
-
zonder ingewikkelde procedures,
-
zonder miljardeninvesteringen,
-
en zonder ingrijpende verbouwingen.
Openbare verlichting vormt daarbij een interessant puzzelstuk. In Nederland staan ruim 3,5 miljoen lichtmasten, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het energiegebruik van gemeenten.
Dat betekent volgens Jetten niet dat het licht overal en altijd uit moet. Hij pleit voor slimme verlichting: fel waar nodig, gedimd waar mogelijk.

“Het gaat niet om besparen om het besparen,” benadrukte hij. “Het gaat om bewust omgaan met energie op momenten dat het net overbelast is.”
Hij wijst erop dat veel gemeenten al experimenteren met sensoren, dimschema’s en energiezuinige LED-verlichting. In sommige dorpen gaat het licht automatisch feller branden zodra er iemand langsloopt; op andere plekken wordt verlichting ’s nachts al deels gedimd.
Toch vindt Jetten dat dit niet langer afhankelijk mag zijn van individuele gemeenten: er moet een landelijke strategie komen.

De zorgen van burgers: ‘Een donkere straat voelt niet veilig’
Waar Jetten vooral kijkt naar duurzaamheid en het efficiënt inzetten van energie, klinkt bij veel Nederlanders een heel andere zorg: veiligheid.
1. Onveiligheidsgevoel
Vooral vrouwen, ouderen en ouders van tieners spreken zich daar duidelijk over uit. Donkere straten worden al snel geassocieerd met onoverzichtelijke situaties, minder zicht en een groter gevoel van kwetsbaarheid.
Het gaat daarbij niet alleen om daadwerkelijke risico’s, maar vooral om het gevoel dat ontstaat wanneer een buurt minder verlicht is.
“Je voelt je gewoon minder
prettig in het donker,” schrijft een gebruiker op X.
“Hoe leg ik mijn dochter van 15 uit dat ze voortaan door donkere
straten naar huis moet fietsen?”
2. Verkeersveiligheid
Verkeersdeskundigen wijzen daarnaast op de gevaren van te weinig licht op:
-
rotondes
-
kruispunten
-
fietspaden
-
oversteken
-
landelijke wegen zonder vangrails
Nederland is een fietsland, en goede zichtbaarheid is een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. Vooral in de herfst- en wintermaanden, wanneer veel scholieren vroeg vertrekken en laat thuiskomen, kan dimmen volgens experts tot verwarrende of gevaarlijke situaties leiden.
Een verkeersonderzoeker uit
Utrecht verwoordde het zo:
“Het is een begrijpelijke maatregel vanuit energiebesparing, maar
we moeten ontzettend voorzichtig zijn. Je wilt geen risico dat te
voorkomen was.”
Is de energiewinst wel zo groot?
Een andere lijn van kritiek richt zich op de vraag of deze maatregel überhaupt veel oplevert. Straatverlichting zou volgens sceptici maar een klein deel zijn van het totale energieverbruik in Nederland.
Critici noemen het daarom symboolpolitiek: zichtbaar, maar niet substantieel.
Waarom, zo vragen zij, ligt de focus op:
-
gezinnen,
-
woonwijken,
-
dorpen en steden,
terwijl energie-intensieve sectoren zoals industrie, datacenters, agrarische bedrijven en luchtvaart minder vaak onderwerp zijn van dergelijke maatregelen?
De kritiek komt neer op één
vraag:
Wordt de
verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld?
Jetten reageerde daarop door te zeggen dat de energietransitie een gezamenlijke inspanning is, waarbij zowel grote als kleine maatregelen bijdragen aan het geheel.
Experts vragen om nuance: niet overal hoeft het licht aan te blijven
Hoewel veel Nederlanders moeite hebben met het voorstel, klinkt er ook constructieve feedback.
Locatiegebonden verlichtingsplannen
Steeds meer experts pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak. Niet elke straat hoeft dezelfde hoeveelheid licht. Mogelijke plekken waar dimmen wél verantwoord kan zijn:
-
lege parkeerplaatsen na 22.00 uur
-
industrieterreinen buiten werktijden
-
fietspaden met sensoren die licht aanzetten bij beweging
-
sportcomplexen die ’s nachts gesloten zijn
-
parken waar geen doorstroom is
Deze aanpak wordt in delen van Duitsland en Scandinavië al toegepast.
Slimme technologie als alternatief
Nederland loopt technisch voorop en beschikt over:
-
LED-lampen die 90% minder energie verbruiken dan oude lampen
-
sensoren die licht automatisch laten oplichten bij beweging
-
slimme lantaarnpalen die onderling communiceren
Volgens ingenieurs is het zelfs mogelijk om verlichting volledig te laten reageren op het aantal voorbijgangers, de verkeersdrukte en weersomstandigheden.
De vraag is dus niet óf er bespaard kan worden, maar hoe dat kan zonder dat mensen zich onveilig voelen.
Gemeenten zitten klem: zij moeten het uiteindelijk uitvoeren
Gemeentebesturen reageren verdeeld. Veel gemeenten willen wel bijdragen aan energiebesparing, maar benadrukken dat zij dagelijks verantwoordelijk zijn voor de leefbaarheid van wijken.
Een wethouder uit
Noord-Brabant zei hierover:
“Wij zijn de eersten die gebeld worden wanneer een lantaarnpaal uit
staat. Mensen voelen het meteen in hun eigen straat. Je kunt dat
niet met één landelijke maatregel oplossen.”
Daarnaast zitten veel gemeenten vast aan:
-
bestaande verlichtingscontracten
-
onderhoudsplannen
-
oude infrastructuur die niet zomaar aangepast kan worden
Een landelijke verplichting zou daarom niet alleen gevoelig liggen, maar ook technisch lastig uitvoerbaar zijn.

De grotere discussie: wie draagt de last van de energietransitie?
Onder de oppervlakte speelt
een bredere vraag:
Wie draagt het meest de
gevolgen van duurzaamheidsmaatregelen?
Burgers zien steeds:
-
hogere energierekeningen
-
strengere regels in huis
-
discussies over zonnepanelen en warmtepompen
-
nu ook mogelijke aanpassingen in de openbare ruimte
Daarbij ontstaat het gevoel dat huishoudens veel moeten inleveren, terwijl grote bedrijven minder zichtbare offers brengen.
Jetten benadrukt dat dit beeld niet klopt en dat het bedrijfsleven juist zware transitie-eisen krijgt opgelegd. Toch blijft het gevoel bestaan dat de balans niet altijd eerlijk voelt—een gevoel dat eerder al opdook in debatten over stikstof, klimaatplannen en woningbouw.

De politieke dimensie: waarom het voorstel gevoelig ligt
In de politiek wordt het voorstel nauwlettend in de gaten gehouden, omdat het raakt aan gevoelige thema’s zoals:
-
veiligheid
-
leefbaarheid
-
energiearmoede
-
vertrouwen in de overheid
Voor oppositiepartijen vormt het voorstel een kans om vragen te stellen over de koers van het klimaatbeleid. Coalitiepartners worstelen juist met de balans tussen ambitie en uitvoerbaarheid.
Er wordt gevreesd dat een maatregel die als “klein en praktisch” wordt gepresenteerd, in de praktijk kan uitgroeien tot een bron van grote maatschappelijke weerstand.

Waar liggen de kansen voor een gezamenlijk plan?
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat niemand in Nederland zit te wachten op onveilige situaties. Maar veel Nederlanders zien wél dat energiebesparing gewenst is.
De oplossing lijkt daarom te liggen in een combinatie van:
-
slimme technologie
-
gebiedsgericht maatwerk
-
goede communicatie
-
burgerparticipatie
-
transparante data over effecten en energiewinsten
Een landelijke strategie kan werken — maar alleen als deze rekening houdt met de diversiteit van Nederlandse straten, wijken en inwoners.

Een gesprek dat nog lang niet voorbij is
Het voorstel van Rob Jetten heeft losgemaakt wat veel Nederlanders al langer voelen: de energietransitie schuift steeds dichter naar het persoonlijke domein. Waar het eerst ging over windmolens, CO₂-doelen en internationale afspraken, gaat het nu over de straat waarin je woont en de route die je ’s avonds fietst.
De behoefte aan duidelijkheid, nuance en veiligheid is groter dan ooit.
De komende maanden zullen bepalend zijn voor hoe dit voorstel verder wordt opgepakt. Gemeenten, experts, bewoners en politici zullen hun stemmen laten horen. Want hoe noodzakelijk energiebesparing ook is, de manier waarop dat gebeurt moet passen bij het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.
Wat vind jij?
Moet Nederland slimmer omgaan met verlichting, of is dit een grens
die niet overschreden mag worden?
Praat mee op onze Facebookpagina en deel je mening.