Algemeen
Rabobank waarschuwt winkeliers: ”Doe dit niet!”
De Rabobank ligt onder vuur bij een groep Nederlanders vanwege een recent bericht op hun website. In dit bericht stelt de bank dat het voor winkeliers goedkoper is om klanten met een pinpas te laten betalen.

Onderaan het bericht staat de aanbeveling: “Voorkom cashgeld en laat klanten veilig contactloos betalen.”
Pinnen vs. Contant
Volgens de Rabobank betaalt negen van de tien consumenten het liefst met hun pinpas. De bank merkt echter op dat er nog steeds ondernemers zijn waar pinnen niet mogelijk is.
De reden hiervoor zou vaak zijn dat winkeliers denken dat pinnen duurder is dan contant betalen. Maar de Rabobank vraagt zich af of dat wel klopt en biedt verrassende cijfers aan om dit te onderbouwen.
Kostenanalyse
De Rabobank heeft de kosten van pinbetalingen en contante betalingen vergeleken. Ze berekenden dat de transactiekosten voor pinbetalingen gemiddeld tussen de 0,05 en 0,25 cent per transactie liggen.
Voor contante betalingen liggen de kosten volgens de Rabobank echter hoger, namelijk gemiddeld 0,29 cent per transactie.
Waarom is contant geld duurder?
De bank legt uit dat contante betalingen duurder zijn vanwege diverse bijkomende kosten. Deze omvatten onder andere de kosten voor verzekering, het afstorten bij de bank, het wisselgeld, de tijd die nodig is om de kassalade te legen en het handmatig tellen van het geld.

Bovendien moet het geld naar de bank worden gebracht, wat ook tijd kost – en zoals de Rabobank opmerkt: “tijd is geld.”
‘Voorkom Cashgeld’
De Rabobank erkent dat een pinautomaat ook geld kost, maar wijst erop dat er veel manieren zijn om hierop te besparen.
De bank stelt dat ondernemers een pinautomaat kunnen huren of kopen, en biedt een opsomming van de verschillende mogelijkheden.
Bovendien somt de Rabobank de voordelen van een pinautomaat op, zoals snelheid, veiligheid en gemak.
De boodschap van de bank aan winkeliers is duidelijk: “Voorkom cashgeld en laat klanten veilig contactloos betalen.”
Reacties en Advies
Het advies van de Rabobank aan winkels om contante betalingen te voorkomen en over te stappen op pinbetalingen, heeft gemengde reacties opgeroepen.
Sommige mensen waarderen de financiële analyse en het gemak van contactloos betalen, terwijl anderen bezorgd zijn over de implicaties voor privacy en de toegang tot contant geld.
Uw Mening Telt
De Rabobank moedigt lezers aan om hun mening te delen over dit onderwerp. Wat vindt u van het advies om contant geld te vermijden?
Deel dit artikel en laat uw stem horen, zodat we een breder publiek kunnen bereiken en een levendige discussie kunnen voeren over de toekomst van betalingen in Nederland.

Conclusie
De Rabobank zet sterk in op het promoten van pinbetalingen als een goedkopere en veiligere optie voor winkeliers.
Hoewel er voordelen zijn aan contactloos betalen, blijft het belangrijk om de zorgen en voorkeuren van zowel ondernemers als consumenten in overweging te nemen.
Wat vindt u? Is het tijd om contant geld volledig achter ons te laten, of moeten we de keuzevrijheid voor betalingen blijven koesteren? Deel uw gedachten en help mee aan het debat over de toekomst van betalingen.
Algemeen
Studies tonen aan dat mensen met deze bloedgroep een grotere kans hebben om 100 jaar te worden

Hoe bloedwaarden voorspellen wie 100 jaar kan worden: nieuw onderzoek onthult 10 opvallende biomarkers
Dat sommige mensen zonder veel moeite de leeftijd van 100 jaar bereiken terwijl anderen eerder wegvallen, blijft een van de grootste mysteries in de medische wetenschap. Toch komen onderzoekers langzaam dichterbij een antwoord. Een grootschalig Zweeds onderzoek heeft nu tien specifieke bloedmarkers ontdekt die opmerkelijk nauwkeurig voorspellen welke mensen de grootste kans hebben om extreem oud te worden. Het gaat niet om exotische tests of genetische analyses, maar om simpele bloedwaarden die veel mensen al vanaf hun middelbare leeftijd laten controleren.

De groei van een bijzondere leeftijdsgroep
Honderdjarigen werden vroeger gezien als levende wonderen: uitzonderingen die je maar zelden tegenkwam. Maar dat beeld verandert razendsnel. Sinds de jaren ’70 is het aantal honderdjarigen wereldwijd meer dan verdubbeld. Betere gezondheidszorg, veiliger werk, medicijnen én algemeen bewustzijn over voeding en beweging spelen daarbij een rol. Maar zelfs met al deze factoren blijft één vraag hangen: wat onderscheidt de mensen die het écht tot 100 schoppen?
Een team wetenschappers uit Zweden besloot precies dat uit te zoeken – niet door te kijken naar hun levensstijl, maar door letterlijk hun bloedwaarden te volgen over meerdere decennia.

Het grootste onderzoek naar lange levensduur tot nu toe
De studie betrof maar liefst 44.637 inwoners van Stockholm, allemaal geboren tussen 1893 en 1920. Tussen 1985 en 1996 onderging deze hele groep routinematige bloedtesten. Vervolgens werden ze tot 35 jaar lang gevolgd via nationale gezondheidsregisters. Het ging om mensen die op het moment van bloedafname tussen de 64 en 99 jaar oud waren.
Uiteindelijk bereikten 1.224 van hen de leeftijd van 100 jaar – opvallend genoeg was ruim 84 procent daarvan vrouw, helemaal in lijn met de bekende statistiek dat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen.
De grote vraag was:
zaten er in de bloedwaarden
van deze mensen aanwijzingen die al decennia eerder konden
voorspellen wie de magische grens van 100 zou
halen?
Het antwoord: ja, en
verrassend duidelijk ook.

De 10 bloedmarkers die de grootste rol spelen
De onderzoekers analyseerden twaalf standaard bloedwaarden, waarvan tien uiteindelijk sterke voorspellers bleken voor levensduur. Het ging onder andere om:
-
Glucose (suikerspiegel)
-
Creatinine (nierfunctie)
-
Urinezuur
-
Leverwaarden zoals GGT, ALP, ASAT en LDH
-
Cholesterol
-
Albumine (voedingsstatus)
-
IJzer en TIBC (ijzerbindende capaciteit)

Wat bleek?
Extreme waarden – zowel te hoog als te laag – verminderden de kans om 100 te worden. Maar meer specifiek viel iets opmerkelijks op: bijna alle 100-plussers hadden al rond hun 60e of 70e levensjaar tamelijk stabiele en gemiddelde waarden. Geen uitschieters, geen zorgwekkende verhogingen, maar rustige, consistente bloedwaardes.
Lage glucose, creatinine en urinezuur
Onderzoeker Karin Modig verwoordde het als volgt:
“Honderdjarigen hadden al vanaf hun zestigste beduidend lagere glucose-, creatinine- en urinezuurwaarden dan leeftijdsgenoten die vroeger 0verleden.”
Zo bleek bijvoorbeeld dat bijna geen enkele honderdjarige rond zijn/haar 60e een glucosewaarde boven de 6,5 mmol/l had gehad. Ook creatininewaarden boven de 125 kwamen onder de honderdjarigen nauwelijks voor.
Ook lever- en ontstekingswaarden voorspelden veel
Lagere waarden van ASAT, LDH, ALP, GGT en TIBC bleken eveneens samen te hangen met een langere levensduur. Dat duidt op:
-
een minder zwaarbelaste lever
-
lagere ontstekingsactiviteit
-
een metabolisme dat minder stress ervaart
Een verrassende wending: cholesterol
Misschien wel de meest opvallende uitkomst van het onderzoek is dat een hoger totaal cholesterolgehalte geassocieerd bleek met een grotere kans om 100 jaar oud te worden.
Dat statement botst frontaal met moderne richtlijnen, waarin juist vaak wordt gestreefd naar lage cholesterolwaarden. Maar deze bevinding sluit wél aan bij eerdere studies die aantonen dat bij zeer oude mensen een te laag cholesterol juist risicovol kan zijn, bijvoorbeeld doordat het kan wijzen op ondervoeding of chronische z!ekte.
Het sleutelwoord is dus opnieuw: balans, en vooral géén extreme waarden.
IJzer werkt hetzelfde: te laag is probleem, niet te hoog
Ook ijzerwaarden lieten een duidelijke trend zien: mensen met te lage ijzerwaarden bleken een veel kleinere kans te hebben om 100 te worden. Een te hoog ijzergehalte kan óók risico’s opleveren, maar extreem lage waarden bleken in deze studie een belangrijke voorspeller van sterfte op latere leeftijd.

Gaat dit over genen of levensstijl?
De grote vraag is natuurlijk wat deze biomarkers zeggen over oorzaken. Want bloedwaarden op zichzelf vertellen nog niet waarom ze goed of slecht zijn.
Volgens Modig:
“We kunnen niet exact zeggen welke levensstijl of genetische factoren zorgen voor deze bloedwaardes, maar voeding, alcoholgebruik en algemene metabole gezondheid spelen waarschijnlijk een grote rol.”
Ook onderstreept ze dat geluk – toevallige afwezigheid van ernstige z!ektes – altijd een factor blijft in extreme ouderdom.
Maar één ding is zeker: de verschillen zagen de onderzoekers al tientallen jaren vóór 0verlijden. Dat wijst erop dat zowel leefstijl als erfelijke aanleg een langdurige invloed heeft.

Wat kunt u zelf met deze informatie?
De studie is géén handleiding om meteen allerlei bloedwaarden te proberen te verlagen of verhogen. De belangrijkste lessen zijn veel subtieler – en vooral veel realistischer.
Hier zijn de rode lijnen:
1. Het gaat om stabiele, gemiddelde waarden
De honderdjarigen bleken geen “perfecte” bloedwaarden te hebben, maar vooral:
-
niet te hoog
-
niet te laag
-
nauwelijks schommelingen
Een rustige metabole gezondheid blijkt goud waard.
2. Een gezonde bloedsuikerspiegel is cruciaal
Hier is geen discussie over: lagere, stabiele glucosewaarden geven een grotere kans op een lang leven.
3. Let op nierfunctie en ontstekingswaarden
Creatinine en urinezuur lijken veel te zeggen over de algemene gezondheid op de lange termijn. Lage, stabiele waarden waren een duidelijke voorspeller.
4. Extreme diëten die cholesterol té laag maken zijn mogelijk niet gunstig
Cholesterol blijft complex, maar té laag is zeker niet altijd beter.
5. Houd uw lever gezond
Lage ALP, GGT en ASAT stonden vrijwel altijd gelijk aan een langere levensduur.
6. IJzer moet in balans zijn
Vooral een tekort op oudere leeftijd bleek nadelig.

Simpel gezegd: je hoeft niet perfect te zijn, maar je moet in balans blijven
Gezond eten, voldoende bewegen, goede slaap, matigheid met alcohol en regelmatige check-ups bij de huisarts liggen dus volkomen in lijn met de bloedwaardes van de honderdjarigen. Ze leefden niet extreem streng, maar wel consequent gezond.
Daarbij geldt: hoe eerder in het leven de bloedwaarden binnen een gezond bereik vallen, hoe gunstiger de voorspelling.

Denkt u na over uw eigen gezondheid?
Deze studie laat zien dat de basis van een lang leven, deels al vanaf middelbare leeftijd zichtbaar wordt. Niet als garantie, maar als richtingaanwijzer. Routinecontroles kunnen helpen trends in bloedwaarden vroeg op te merken, zodat u tijdig bij kunt sturen.
Of het nu gaat om bewegen, gezonde voeding, minder stress of simpelweg beter slapen: elke kleine verbetering telt mee voor de lange termijn.