-

Algemeen

Joost Klein reageert voor het eerst, verkeert in shock

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Joost Klein heeft geen deel uitgemaakt van het Eurovisie Songfestival, maar de stilte rondom zijn diskwalificatie is doorbroken.

Cornald Maas, die zich kritisch uitlaat over de European Broadcasting Union (EBU), heeft contact gehad met de zanger.

Volgens Maas was Joost volledig verrast door de diskwalificatie en keek hij uit naar zijn optreden.

“Iedereen was totaal in shock toen vanochtend bleek dat de EBU de beslissing niet wilde herzien,” aldus Maas.

De huidige verblijfplaats van Joost is onbekend, maar de muziekwereld is in rep en roer over de situatie.

Verschillende landen hebben opgeroepen om Joost te steunen. De Albanese deelnemer, die de finale niet heeft gehaald, heeft openlijk zijn steun betuigd via X.

Uit een verklaring van AVROTROS blijkt dat er een incident heeft plaatsgevonden dat eigenlijk nauwelijks noemenswaardig is.

Na zijn optreden op donderdag liep Joost van het podium en wenste niet gefilmd te worden. Een medewerker negeerde zijn verzoek en bleef filmen.

Ondanks herhaalde verzoeken om te stoppen, ging de cameravrouw door.

Volgens de verklaring maakte Joost een ‘dre!gende beweging’ naar de camera, maar heeft hij niemand aangeraakt. De cameravrouw heeft echter de p0litie ingeschakeld.

Na verhoor van Joost, de betreffende medewerkster en getuigen, heeft de EBU besloten Joost te diskwalificeren.

Dit besluit wordt door AVROTROS, NPO en velen anderen als zwaar overdreven beschouwd.

Bovendien is bekend geworden dat de EBU zelfs een vlag van Joost heeft afgepakt van een bezoeker, wat de controverse rondom de situatie verder aanwakkert.

De actie van de EBU om een vlag van Joost af te pakken, voegt nog meer brandstof toe aan het vuur van verontwaardiging.

Het lijkt erop dat de beslissing om Joost te diskwalificeren en de daaropvolgende acties van de EBU een storm van kritiek hebben veroorzaakt, niet alleen binnen Nederland, maar ook internationaal.

De steunbetuigingen aan Joost blijven binnenstromen, niet alleen van fans, maar ook van andere artiesten en delegaties die de gang van zaken als onrechtvaardig beschouwen.

De oproepen tot solidariteit met Joost komen niet alleen van landen die deelnamen aan het Songfestival, maar ook van landen die niet aan de competitie deelnamen.

Deze solidariteit illustreert de brede verontwaardiging over de beslissing van de EBU.

De situatie roept ook vragen op over de handhaving van privacy en respect voor artiesten op het Songfestival.

Het feit dat Joost herhaaldelijk vroeg om niet gefilmd te worden en dat zijn verzoek werd genegeerd, werpt twijfels op over de naleving van de regels met betrekking tot privacy en respect voor artiesten.

Dit brengt de integriteit van het Songfestival als evenement dat de artistieke vrijheid en waardigheid van deelnemers respecteert, in twijfel.

De vraag blijft hangen of de EBU inderdaad een ‘zero-tolerancebeleid’ hanteert voor ongepast gedrag, zoals ze beweren, of dat er sprake is van willekeurige besluitvorming en oneerlijke behandeling van deelnemers.

Deze kwestie werpt een schaduw over het imago van het Songfestival en roept de vraag op of de EBU de belangen van de artiesten wel op de juiste manier behartigt.

Het is duidelijk dat de situatie rondom Joost Klein een diepgaande discussie heeft aangewakkerd over de rol van de EBU, de handhaving van privacy en respect voor artiesten, en de integriteit van het Eurovisie Songfestival als geheel.

Deze kwestie zal naar verwachting nog geruime tijd voortduren en kan mogelijk leiden tot veranderingen in de manier waarop het Songfestival wordt georganiseerd en uitgevoerd.

De steun voor Joost blijft groeien, en het is duidelijk dat zijn diskwalificatie niet onopgemerkt voorbij zal gaan.

Het is nu aan de EBU om de kritiek serieus te nemen en passende stappen te ondernemen om het vertrouwen van artiesten, delegaties en fans in het Eurovisie Songfestival te herstellen.

Algemeen

KNMI waarschuwt de bevolking voor zware orkanen en massale stroomuitval

Avatar foto

Gepubliceerd

op

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) heeft een indringend rapport gepubliceerd waarin wordt gewaarschuwd dat klimaatverandering ervoor zorgt dat scenario’s die lange tijd als “onvoorstelbaar” golden, ook in Nederland realistisch worden. In het zogenoemde extreem rapport schetst het weerinstituut negen mogelijke weersituaties en gevolgscenario’s die in de nabije toekomst zouden kunnen voorkomen. Het doel van het rapport is nadrukkelijk niet om paniek te zaaien, maar om bewustwording te creëren en bestuurders, organisaties en burgers aan te zetten tot betere voorbereiding.

Bewustwording, geen paniek

Volgens KNMI-directeur Maarten van Aalst is het rapport bedoeld als een wake-upcall. “We zien dat de grenzen van wat we kennen verschuiven,” stelt hij. “Situaties die vroeger extreem zeldzaam waren, komen dichterbij. En als we ons daar niet op voorbereiden, kunnen de gevolgen groot zijn.” Van Aalst benadrukt dat het KNMI liever vooruitkijkt dan achteraf moet constateren dat schade en maatschappelijke ontwrichting voorkomen hadden kunnen worden.

De timing van het rapport is niet toevallig. Precies tien jaar geleden werd het Akkoord van Parijs gesloten, waarin werd afgesproken de wereldwijde opwarming te beperken tot maximaal 1,5 graad. Inmiddels wordt steeds duidelijker dat dit doel moeilijk haalbaar is. Daardoor neemt de kans toe op weerextremen die buiten onze historische ervaring vallen.

Stormen met ongekende kracht

Een van de scenario’s in het rapport gaat over zware stormen die hun oorsprong vinden boven warmer zeewater. Door stijgende zeetemperaturen kunnen stormsystemen meer energie opnemen. Dat vergroot de kans dat zeer krachtige stormen ook West-Europa bereiken.

Als voorbeeld wordt verwezen naar een zware storm die vorig jaar over Frankrijk trok, nadat deze onverwacht richting Europa was afgebogen. Onderzoek laat zien dat zo’n systeem ook Nederland had kunnen treffen, met zeer zware windstoten en aanzienlijke schade aan natuur, infrastructuur en gebouwen. Niet alleen materiële schade speelt hierbij een rol, maar ook de mentale impact op bewoners en hulpdiensten.

Kwetsbaarheid van het energiesysteem

Een ander belangrijk aandachtspunt in het rapport is de kwetsbaarheid van het elektriciteitsnet. Niet zozeer door één extreem weertype, maar door een combinatie van factoren. Denk aan een langdurig hogedrukgebied in de winter, met weinig wind en zon, terwijl de energievraag juist hoog is.

Onderzoekers hebben doorgerekend wat er gebeurt als windmolens nauwelijks draaien en zonnepanelen weinig opleveren, terwijl huishoudens en bedrijven veel stroom gebruiken. In zo’n situatie zou tijdelijk niet aan de volledige vraag kunnen worden voldaan. Hoewel de kans hierop klein is, onderstreept het rapport dat dit soort scenario’s serieus genomen moeten worden bij de inrichting van het energiesysteem.

Extreme hitte in steden

Steden zijn extra kwetsbaar voor hitte. Het KNMI kijkt daarom ook naar het scenario van een zeer zware en langdurige hitteperiode, vooral in dichtbebouwde gebieden zoals Amsterdam. In eerdere zomers is al gebleken dat infrastructuur zoals spoorlijnen, bruggen en openbaar vervoer gevoelig is voor langdurige hoge temperaturen.

Volgens het rapport had een eerdere hittegolf al ernstiger gevolgen kunnen hebben als verkoelende weersystemen iets later waren gearriveerd. In een toekomstscenario met langdurige extreme hitte kan de druk op zorg, hulpdiensten en energievoorziening sterk toenemen. Dat vraagt om gerichte maatregelen, zoals vergroening van steden, schaduwplekken en hitteplannen voor kwetsbare groepen.

Gezondheid en nieuwe risico’s

Klimaatverandering heeft niet alleen invloed op het weer, maar ook op de volksgezondheid. In het rapport wordt aandacht besteed aan het mogelijke vaker voorkomen van bepaalde ziekteverwekkers die profiteren van warmere omstandigheden. Zo wordt gekeken naar virussen die via insecten worden overgedragen.

Onderzoekers geven aan dat langere, warmere zomers het leefgebied van bepaalde insecten kunnen vergroten. Daardoor kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijker verspreiden. Dit betekent niet dat er direct reden is tot ongerustheid, maar wel dat monitoring, onderzoek en preventie belangrijker worden.

Wateroverlast en overstromingen

Nederland is van oudsher gewend om met water te leven, maar klimaatverandering stelt dat vermogen op de proef. Het rapport beschrijft scenario’s met extreme neerslag in korte tijd, wat kan leiden tot wateroverlast in stedelijke gebieden en druk op dijken en waterkeringen.

Hoewel Nederland goed beschermd is, benadrukt het KNMI dat systemen ontworpen zijn op basis van historische gegevens. Als die omstandigheden veranderen, moeten ook de veiligheidsnormen en plannen mee-evolueren.

Samenhang van gevolgen

Wat het rapport vooral duidelijk maakt, is dat extremen zelden op zichzelf staan. Een hittegolf kan leiden tot stroomproblemen, druk op zorg en verminderde mobiliteit. Een zware storm kan infrastructuur beschadigen en economische schade veroorzaken. Die samenhang maakt voorbereiding complex, maar ook noodzakelijk.

Van Aalst noemt dit “meervoudige risico’s”: “Het gaat niet om één gebeurtenis, maar om de keten van gevolgen die daarop volgt. Juist daar moeten we beter op anticiperen.”

Vooruitdenken als sleutel

Het KNMI benadrukt dat veel schade voorkomen kan worden door tijdig beleid en aanpassingen. Dat betekent investeren in klimaatbestendige infrastructuur, het aanpassen van steden, het versterken van energie- en watersystemen en goede communicatie richting burgers.

Het rapport roept bestuurders op om scenario’s niet weg te zetten als onwaarschijnlijk, maar ze te gebruiken als oefenmateriaal. “Als je weet wat er kan gebeuren, kun je betere keuzes maken,” aldus Van Aalst.

Wat betekent dit voor inwoners?

Voor inwoners betekent het rapport vooral dat het verstandig is om bewust te zijn van veranderende omstandigheden. Dat kan variëren van voorbereid zijn op hitte, tot het volgen van adviezen bij extreem weer. Tegelijk blijft Nederland een veilig en goed georganiseerd land, waar veel kennis en middelen beschikbaar zijn om risico’s te beperken.

Een realistische blik vooruit

Het extreem rapport van het KNMI schetst geen doembeeld, maar een realistische blik op een veranderend klimaat. Door mogelijke scenario’s nu al te benoemen, ontstaat ruimte om te handelen voordat situaties zich voordoen. De boodschap is helder: wat ooit ondenkbaar leek, vraagt nu om aandacht, planning en samenwerking.

Niet uit angst, maar uit verantwoordelijkheid voor de toekomst.

Lees verder