Algemeen
Vrouw van slechts 25 jaar oud met ziekte in stadium 4 waarschuwt andere mensen om deze belangrijke symptomen niet te negeren
Op een doorsnee dag werd Ellie Wilcock, een 25-jarige contentmanager uit Peterborough, geconfronteerd met wat aanvankelijk leek op een alledaags ongemak.

Wat begon als eenvoudige buikp!jn, afgedaan als symptomen van een urineweginfectie die ze eerder had ervaren, ontpopte zich tot een veel grimmiger realiteit.
Deze initiële misinterpretatie van haar symptomen leidde tot een vertraagde diagnose van wat uiteindelijk darmk*nker in stadium vier bleek te zijn, de meest ernstige en gevorderde vorm van de z!ekte.
Ellie’s traject van diagnose en behandeling werpt licht op een dieper, verontrustender fenomeen: een aanzienlijke en “mysterieuze toename” van darmk*nker onder jongeren, een trend die experts nog steeds proberen te ontrafelen en te begrijpen.
Haar verhaal, uniek in haar persoonlijke strijd, is
symptomatisch voor een groter, alarmerend patroon dat zowel de
medische gemeenschap als het publiek zorgen baart.

Darmk*nker, ooit beschouwd als een aand0ening die voornamelijk oudere volwassenen trof, staat bekend als de derde meest voorkomende vorm van k*nker in Groot-Brittannië, waarbij jaarlijks bijna 17.000 levens worden geëist.
Echter, wat eens werd beschouwd als een z!ekte die een specifieke, oudere demografie trof, vertoont nu een verontrustende trend van incidentie onder mensen jonger dan vijftig jaar.
Gevallen zoals die van Ellie en Dame Deborah James, die op 40-jarige leeftijd aan de z!ekte overleed, benadrukken de urgentie van deze groeiende bezorgdheid.
Deze trend suggereert een dringende noodzaak voor verhoogd
bewustzijn en preventieve maatregelen, vooral onder jongeren die
geneigd kunnen zijn om de symptomen te negeren of verkeerd te
interpreteren, waardoor waardevolle tijd voor vroege detectie en
behandeling verloren gaat.

Ellie’s pad naar een diagnose was bezaaid met onbegrip en onderschatting van haar symptomen.
Haar initiële ervaring van extreme buikpijn, hoewel indicatief voor vele mogelijke aand0eningen, is ook een klassiek symptoom van darmk*nker.
Dit benadrukt het cruciale belang van verhoogd bewustzijn rond de symptomen van darmk*nker, waaronder niet alleen veranderingen in stoelganggewoonten, maar ook bl0ed in de ontlasting, onverklaarbaar gewichtsverlies en aanhoudende vermoeidheid.
Tijdige herkenning van deze signalen en het zoeken van medische hulp kan letterlijk levensreddend zijn en is cruciaal voor het vergroten van de 0verlevingskansen van individuen.
De reis van Ellie door haar diagnose en behandeling werd
verlicht door de figuur van Dame Deborah James, ook bekend als
‘Bowelbabe’.

Dame Deborah speelde een cruciale rol in Ellie’s gevecht door hoop en inspiratie te bieden in een tijd van duisternis en onzekerheid.
Haar onvermoeibare inzet om het bewustzijn over darmk*nker te vergroten, heeft niet alleen meer dan £11,3 miljoen opgeleverd voor onderzoek, maar heeft ook een blijvende nalatenschap achtergelaten die dient als een baken van licht en een bron van kracht voor degenen die tegen de z!ekte v*chten.
Terwijl Ellie’s verhaal de uitdagingen in de strijd tegen darmk*nker benadrukt, belicht het ook het cruciale belang van wetenschappelijk onderzoek en vooruitgang.
Met de steun van fondsen zoals het Bowelbabe Fund for C*ncer
Research UK, dat indrukwekkende £13 miljoen heeft opgehaald, worden
innovatieve projecten gefinancierd die gericht zijn op het
verbeteren van vroege detectie, het ontwikkelen van effectievere
behandelingen en uiteindelijk het vinden van een genezing voor
darmk*nker.

Deze projecten beloven niet alleen hoop voor de toekomst, maar benadrukken ook de noodzaak van voortdurende investeringen in onderzoek en ontwikkeling om de strijd tegen deze z!ekte voort te zetten.
Door verhalen zoals dat van Ellie te delen en het bewustzijn over darmk*nker te vergroten, kunnen we hopen op een toekomst waarin deze z!ekte niet langer een stille ep!demie is onder jongeren, maar een aand0ening waarvoor vroege detectie, effectieve behandeling en uiteindelijk genezing binnen handbereik zijn.
Algemeen
Studies tonen aan dat mensen met deze bloedgroep een grotere kans hebben om 100 jaar te worden

Hoe bloedwaarden voorspellen wie 100 jaar kan worden: nieuw onderzoek onthult 10 opvallende biomarkers
Dat sommige mensen zonder veel moeite de leeftijd van 100 jaar bereiken terwijl anderen eerder wegvallen, blijft een van de grootste mysteries in de medische wetenschap. Toch komen onderzoekers langzaam dichterbij een antwoord. Een grootschalig Zweeds onderzoek heeft nu tien specifieke bloedmarkers ontdekt die opmerkelijk nauwkeurig voorspellen welke mensen de grootste kans hebben om extreem oud te worden. Het gaat niet om exotische tests of genetische analyses, maar om simpele bloedwaarden die veel mensen al vanaf hun middelbare leeftijd laten controleren.

De groei van een bijzondere leeftijdsgroep
Honderdjarigen werden vroeger gezien als levende wonderen: uitzonderingen die je maar zelden tegenkwam. Maar dat beeld verandert razendsnel. Sinds de jaren ’70 is het aantal honderdjarigen wereldwijd meer dan verdubbeld. Betere gezondheidszorg, veiliger werk, medicijnen én algemeen bewustzijn over voeding en beweging spelen daarbij een rol. Maar zelfs met al deze factoren blijft één vraag hangen: wat onderscheidt de mensen die het écht tot 100 schoppen?
Een team wetenschappers uit Zweden besloot precies dat uit te zoeken – niet door te kijken naar hun levensstijl, maar door letterlijk hun bloedwaarden te volgen over meerdere decennia.

Het grootste onderzoek naar lange levensduur tot nu toe
De studie betrof maar liefst 44.637 inwoners van Stockholm, allemaal geboren tussen 1893 en 1920. Tussen 1985 en 1996 onderging deze hele groep routinematige bloedtesten. Vervolgens werden ze tot 35 jaar lang gevolgd via nationale gezondheidsregisters. Het ging om mensen die op het moment van bloedafname tussen de 64 en 99 jaar oud waren.
Uiteindelijk bereikten 1.224 van hen de leeftijd van 100 jaar – opvallend genoeg was ruim 84 procent daarvan vrouw, helemaal in lijn met de bekende statistiek dat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen.
De grote vraag was:
zaten er in de bloedwaarden
van deze mensen aanwijzingen die al decennia eerder konden
voorspellen wie de magische grens van 100 zou
halen?
Het antwoord: ja, en
verrassend duidelijk ook.

De 10 bloedmarkers die de grootste rol spelen
De onderzoekers analyseerden twaalf standaard bloedwaarden, waarvan tien uiteindelijk sterke voorspellers bleken voor levensduur. Het ging onder andere om:
-
Glucose (suikerspiegel)
-
Creatinine (nierfunctie)
-
Urinezuur
-
Leverwaarden zoals GGT, ALP, ASAT en LDH
-
Cholesterol
-
Albumine (voedingsstatus)
-
IJzer en TIBC (ijzerbindende capaciteit)

Wat bleek?
Extreme waarden – zowel te hoog als te laag – verminderden de kans om 100 te worden. Maar meer specifiek viel iets opmerkelijks op: bijna alle 100-plussers hadden al rond hun 60e of 70e levensjaar tamelijk stabiele en gemiddelde waarden. Geen uitschieters, geen zorgwekkende verhogingen, maar rustige, consistente bloedwaardes.
Lage glucose, creatinine en urinezuur
Onderzoeker Karin Modig verwoordde het als volgt:
“Honderdjarigen hadden al vanaf hun zestigste beduidend lagere glucose-, creatinine- en urinezuurwaarden dan leeftijdsgenoten die vroeger 0verleden.”
Zo bleek bijvoorbeeld dat bijna geen enkele honderdjarige rond zijn/haar 60e een glucosewaarde boven de 6,5 mmol/l had gehad. Ook creatininewaarden boven de 125 kwamen onder de honderdjarigen nauwelijks voor.
Ook lever- en ontstekingswaarden voorspelden veel
Lagere waarden van ASAT, LDH, ALP, GGT en TIBC bleken eveneens samen te hangen met een langere levensduur. Dat duidt op:
-
een minder zwaarbelaste lever
-
lagere ontstekingsactiviteit
-
een metabolisme dat minder stress ervaart
Een verrassende wending: cholesterol
Misschien wel de meest opvallende uitkomst van het onderzoek is dat een hoger totaal cholesterolgehalte geassocieerd bleek met een grotere kans om 100 jaar oud te worden.
Dat statement botst frontaal met moderne richtlijnen, waarin juist vaak wordt gestreefd naar lage cholesterolwaarden. Maar deze bevinding sluit wél aan bij eerdere studies die aantonen dat bij zeer oude mensen een te laag cholesterol juist risicovol kan zijn, bijvoorbeeld doordat het kan wijzen op ondervoeding of chronische z!ekte.
Het sleutelwoord is dus opnieuw: balans, en vooral géén extreme waarden.
IJzer werkt hetzelfde: te laag is probleem, niet te hoog
Ook ijzerwaarden lieten een duidelijke trend zien: mensen met te lage ijzerwaarden bleken een veel kleinere kans te hebben om 100 te worden. Een te hoog ijzergehalte kan óók risico’s opleveren, maar extreem lage waarden bleken in deze studie een belangrijke voorspeller van sterfte op latere leeftijd.

Gaat dit over genen of levensstijl?
De grote vraag is natuurlijk wat deze biomarkers zeggen over oorzaken. Want bloedwaarden op zichzelf vertellen nog niet waarom ze goed of slecht zijn.
Volgens Modig:
“We kunnen niet exact zeggen welke levensstijl of genetische factoren zorgen voor deze bloedwaardes, maar voeding, alcoholgebruik en algemene metabole gezondheid spelen waarschijnlijk een grote rol.”
Ook onderstreept ze dat geluk – toevallige afwezigheid van ernstige z!ektes – altijd een factor blijft in extreme ouderdom.
Maar één ding is zeker: de verschillen zagen de onderzoekers al tientallen jaren vóór 0verlijden. Dat wijst erop dat zowel leefstijl als erfelijke aanleg een langdurige invloed heeft.

Wat kunt u zelf met deze informatie?
De studie is géén handleiding om meteen allerlei bloedwaarden te proberen te verlagen of verhogen. De belangrijkste lessen zijn veel subtieler – en vooral veel realistischer.
Hier zijn de rode lijnen:
1. Het gaat om stabiele, gemiddelde waarden
De honderdjarigen bleken geen “perfecte” bloedwaarden te hebben, maar vooral:
-
niet te hoog
-
niet te laag
-
nauwelijks schommelingen
Een rustige metabole gezondheid blijkt goud waard.
2. Een gezonde bloedsuikerspiegel is cruciaal
Hier is geen discussie over: lagere, stabiele glucosewaarden geven een grotere kans op een lang leven.
3. Let op nierfunctie en ontstekingswaarden
Creatinine en urinezuur lijken veel te zeggen over de algemene gezondheid op de lange termijn. Lage, stabiele waarden waren een duidelijke voorspeller.
4. Extreme diëten die cholesterol té laag maken zijn mogelijk niet gunstig
Cholesterol blijft complex, maar té laag is zeker niet altijd beter.
5. Houd uw lever gezond
Lage ALP, GGT en ASAT stonden vrijwel altijd gelijk aan een langere levensduur.
6. IJzer moet in balans zijn
Vooral een tekort op oudere leeftijd bleek nadelig.

Simpel gezegd: je hoeft niet perfect te zijn, maar je moet in balans blijven
Gezond eten, voldoende bewegen, goede slaap, matigheid met alcohol en regelmatige check-ups bij de huisarts liggen dus volkomen in lijn met de bloedwaardes van de honderdjarigen. Ze leefden niet extreem streng, maar wel consequent gezond.
Daarbij geldt: hoe eerder in het leven de bloedwaarden binnen een gezond bereik vallen, hoe gunstiger de voorspelling.

Denkt u na over uw eigen gezondheid?
Deze studie laat zien dat de basis van een lang leven, deels al vanaf middelbare leeftijd zichtbaar wordt. Niet als garantie, maar als richtingaanwijzer. Routinecontroles kunnen helpen trends in bloedwaarden vroeg op te merken, zodat u tijdig bij kunt sturen.
Of het nu gaat om bewegen, gezonde voeding, minder stress of simpelweg beter slapen: elke kleine verbetering telt mee voor de lange termijn.