Algemeen
Edwin Wagensveld gaat opnieuw koran in de fik zetten en kiest heftige locatie
Edwin Wagensveld, bekend van Pegida, heeft aangekondigd dat hij opnieuw naar Arnhem wil komen om een koran in br*nd te steken.

Hij heeft de gemeente benaderd en een verzoek ingediend om dit
op 23 maart te mogen doen.

Burgemeester Ahmed Marcouch heeft laten weten dat hij wettelijk
gezien niet mag weigeren om Edwin dit te laten doen, ondanks de
provocerende aard van zijn actie.

Marcouch benadrukt dat hij niet mag oordelen over de inhoud van
de actie, maar dat het 0penbaar Min*sterie eventueel kan overgaan
tot vervolging als er tijdens de manifestatie strafbare feiten
worden gepleegd.

Voorafgaand aan de geplande actie zal de burgemeester de
risico’s en mogelijke verstoringen van de openbare orde beoordelen,
vooral gezien de incidenten tijdens eerdere Pegida-protesten.

De p0litie zal advies uitbrengen over de veiligheidsmaatregelen,
en dit advies zal leidend zijn in het besluitvormingsproces.

Hoewel Edwin Wagensveld met zijn actie pr0vocerend optreedt,
benadrukken zowel de burgemeester als strafrechtdeskundige Henny
Sackers dat in Nederland de vrijheid van meningsuiting geldt, zelfs
als dit het beledigen van religie omvat.

De wet staat toe dat een koran openbaar wordt verbr*nd, hoewel
de morele aspecten daarvan ter discussie staan.

De nadruk ligt op het feit dat de wet dit toestaat, ongeacht of
men het er persoonlijk mee eens is.

Het voornemen van Edwin Wagensveld om opnieuw een koran openbaar
in br*nd te steken, roept sterke emoties en controverse op in
Arnhem en daarbuiten.

Zijn eerdere pogingen leidden tot hevige tegenprotesten en
confrontaties met de p0litie. De kwestie benadrukt de delicate
balans tussen de vrijheid van meningsuiting en het voorkomen van
verstoringen van de openbare orde.

Burgemeester Ahmed Marcouch zal zorgvuldig moeten afwegen hoe hij omgaat met dit verzoek, rekening houdend met de veiligheid van de stad en de vrijheid van meningsuiting. De herinnering aan eerdere incidenten zal meewegen in zijn beslissing.
Tegelijkertijd roept deze zaak bredere vragen op over de grenzen
van de vrijheid van meningsuiting en de verantwoordelijkheid van
individuen om respectvol om te gaan met religieuze overtuigingen en
gemeenschappen.

Hoewel de wet de vrijheid van meningsuiting beschermt, is het
essentieel dat deze vrijheid wordt uitgeoefend met begrip voor de
gevoeligheden van anderen.

Het is duidelijk dat de aangekondigde actie van Wagensveld tot
verdere discussies zal leiden over de balans tussen vrijheid van
meningsuiting, openbare orde en respect voor diversiteit in de
samenleving.

De autoriteiten zullen hun uiterste best moeten doen om ervoor te zorgen dat deze kwestie op een vreedzame en democratische manier wordt afgehandeld.
Pegida wil eind maart opnieuw naar Arnhem voor koranverbranding, burgemeester Marcouch ‘kijkt naar risico’s’ https://t.co/vHbAKxyEzG
— De Gelderlander (@DeGelderlander) January 24, 2024
Algemeen
Suzie kan al jaren geen werk krijgen: ”Door mijn achternaam neemt niemand mij aan”

Een vrouw die zichzelf Suzie noemt, is de wanhoop nabij. Al maanden, inmiddels zelfs jaren, probeert ze een baan te vinden, maar telkens loopt ze tegen een onzichtbare muur aan. Niet omdat ze geen diploma’s heeft, niet omdat ze geen ervaring kan overleggen, maar – zo stelt ze zelf – vanwege haar achternaam. Die wordt door digitale systemen aangemerkt als “aanstootgevend”, waardoor ze in veel gevallen niet eens door de eerste stap van een online sollicitatieprocedure komt.

Een probleem dat begint bij een naam
Wanneer ouders hun kind een naam geven, denken ze zelden aan mogelijke obstakels op de arbeidsmarkt. Toch blijkt voor sommige mensen een naam later in het leven wel degelijk problemen te veroorzaken. Dat geldt niet alleen voor voornamen, maar ook voor achternamen. Suzie’s verhaal laat zien hoe ver dat kan gaan in een tijd waarin computers en algoritmes steeds vaker bepalen wie er wel en niet wordt toegelaten tot systemen.
Suzie is werkloos en actief op zoek naar een nieuwe baan. Zoals veel mensen doet ze dat online, via vacaturesites en digitale sollicitatieportalen. Maar bij het invullen van haar persoonsgegevens gaat het regelmatig mis. Haar achternaam wordt automatisch geblokkeerd of gemarkeerd als ongepast. Het gevolg: ze kan haar sollicitatie niet afronden, of krijgt direct een foutmelding.

Van menselijk oordeel naar algoritmische afwijzing
In het Verenigd Koninkrijk, waar Suzie woont, is discriminatie op basis van naam wettelijk verboden. Werkgevers mogen kandidaten niet uitsluiten vanwege afkomst, geslacht, religie of andere persoonlijke kenmerken. Toch merkt Suzie dat die bescherming in de praktijk niet altijd werkt, zeker niet wanneer beslissingen worden overgelaten aan geautomatiseerde systemen.
Volgens haar ligt het probleem niet bij individuele recruiters, maar bij filters die zijn ingebouwd in software. Die filters zijn bedoeld om scheldwoorden, haatdragende taal en ongepaste termen te weren. In haar geval slaan die systemen echter door. Haar achternaam wordt door het systeem niet herkend als familienaam, maar als een term die in bepaalde contexten als kwetsend kan worden ervaren.
Het gevolg is dat Suzie keer op keer wordt buitengesloten, nog voordat een mens haar cv heeft gezien.

“Ik word niet eens beoordeeld”
In een video op TikTok vertelt Suzie openhartig over haar frustratie. Ze legt uit dat ze talloze sollicitaties heeft willen versturen, maar dat ze telkens strandt bij hetzelfde punt. “Ik kom niet eens door de formulieren heen,” zegt ze. “Het systeem accepteert mijn achternaam niet.”
Ze benadrukt dat het hier niet gaat om een bijnaam of zelfgekozen gebruikersnaam, maar om de naam waarmee ze is geboren. “Ik heb hier niet om gevraagd,” legt ze uit. “Dit is gewoon mijn achternaam. Het is niet mijn schuld hoe die in andere landen of contexten wordt geïnterpreteerd.”
Suzie vraagt zich hardop af of dit juridisch wel mag. In haar video richt ze zich zelfs tot advocaten en juristen: kan dit worden gezien als discriminatie, ook al is het een computer die haar tegenhoudt?

Meer dan alleen werk
Het probleem beperkt zich volgens Suzie niet tot solliciteren. Ook bij het aanmaken van profielen op sociale media of andere online platforms loopt ze tegen dezelfde blokkade aan. Haar achternaam wordt “geflagged”, waardoor accounts worden geweigerd of handmatig moeten worden gecontroleerd. Dat kost tijd en energie, en zorgt ervoor dat ze zich steeds opnieuw moet verantwoorden.
Voor Suzie voelt het alsof ze voortdurend moet uitleggen wie ze is en waarom haar naam geen kwaad bedoelt. “Het is vermoeiend,” zegt ze. “Je wordt al afgewezen voordat je iets hebt kunnen laten zien van jezelf.”
@official_suzyq Can a lawyer tell me if this is even legal?? to discriminate against someone for the last name they were literally born w? It’s not my fault the Americanized version of my last name is spelled like that 🥲
De schaduwzijde van automatische moderatie
Haar verhaal raakt aan een breder maatschappelijk probleem. Steeds meer processen worden geautomatiseerd, van sollicitaties tot contentmoderatie. Algoritmes nemen beslissingen op basis van lijsten, patronen en filters. Dat is efficiënt, maar niet altijd rechtvaardig.
Automatische systemen hebben geen context, geen nuance en geen begrip van individuele situaties. Ze herkennen woorden, maar geen mensen. Daardoor kunnen ze onbedoeld schade aanrichten, zeker bij namen die in verschillende talen of culturen een andere betekenis hebben.
Experts waarschuwen al langer dat algoritmes bestaande ongelijkheden kunnen versterken. Wat bedoeld is als bescherming tegen misbruik, kan omslaan in uitsluiting van onschuldige gebruikers.

Psychologische impact
Voor Suzie heeft de situatie niet alleen praktische gevolgen, maar ook emotionele. Elke afgewezen sollicitatie voelt als een bevestiging dat ze er niet bij hoort. Dat kan het zelfvertrouwen aantasten, zeker wanneer iemand al langere tijd zonder werk zit.
Ze benadrukt dat ze graag wil werken, bijdragen en vooruitkomen. “Ik vraag geen voorkeursbehandeling,” zegt ze. “Ik wil alleen een eerlijke kans.”
Het gevoel machteloos te zijn tegenover een systeem waar je geen invloed op hebt, maakt het extra zwaar. Je kunt je naam niet zomaar veranderen, en zelfs als je dat zou willen, voelt dat voor haar als toegeven aan een onrechtvaardig systeem.
Juridische vragen
De kernvraag die Suzie stelt, is relevant voor veel mensen: wie is verantwoordelijk wanneer een algoritme discrimineert? Is dat de werkgever, de softwareleverancier, of niemand?
Hoewel de wet discriminatie verbiedt, loopt de regelgeving vaak achter op technologische ontwikkelingen. In veel gevallen is het moeilijk aan te tonen dat een afwijzing het gevolg is van een geautomatiseerd filter, laat staan om daar juridische stappen tegen te ondernemen.
Toch groeit de aandacht voor dit soort kwesties. In Europa en het Verenigd Koninkrijk wordt steeds vaker gesproken over transparantie van algoritmes en de plicht om menselijke controle in te bouwen.

Een oproep tot bewustwording
Suzie deelt haar verhaal niet alleen om haar eigen situatie te verbeteren, maar ook om aandacht te vragen voor anderen die mogelijk met vergelijkbare problemen te maken hebben. Ze vermoedt dat zij niet de enige is, maar dat veel mensen simpelweg niet weten waarom ze steeds worden afgewezen.
Haar boodschap is helder: technologie mag geen excuus zijn om mensen uit te sluiten. Systemen moeten worden aangepast zodat ze rekening houden met echte namen en echte levens.
Meer dan een persoonlijk verhaal
Wat begint als een individueel probleem, raakt aan grotere vragen over gelijkheid, inclusiviteit en de rol van technologie in ons dagelijks leven. Suzie’s ervaring laat zien dat discriminatie niet altijd openlijk of bewust hoeft te zijn om schadelijk te zijn.
In een wereld waarin steeds meer beslissingen door computers worden genomen, is het cruciaal dat die systemen eerlijk, flexibel en mensgericht zijn. Anders blijven mensen zoals Suzie vastlopen – niet door gebrek aan talent, maar door een naam die nooit een obstakel had mogen zijn.
Voorlopig blijft ze solliciteren, ondanks de tegenslagen. Maar haar verhaal zet aan tot nadenken: hoe zorgen we ervoor dat digitale hulpmiddelen mensen helpen, in plaats van hen onzichtbaar buiten te sluiten?