Nieuwste
Moeder wilde haar vier kinderen liever niet: ‘Dik spijt van moederschap’

Heel wat mensen hebben een vurige kinderwens. Ze zijn dan ook dolgelukkig wanneer ze eindelijk kinderen krijgen.
De hoofdrolspeelster in dit verhaal staat erop om anoniem te blijven. “Mijn vriendinnen wijzen me er altijd op dat ik moet opletten op wat ik zeg. Want als mijn kinderen het zouden horen, zouden ze heel droevig zijn.”
Pauline (49) is moeder van vier kinderen. Ze zijn 21, 20, 18 en 15 jaar oud. Maar Pauline is niet blij met het moederschap. “Ik zou ze toch liever niet gewild hebben”, vertelt ze.
Tegenover Linda doet ze haar verhaal. “Laat het duidelijk zijn dat ik wel van mijn kinderen hou. Ik liet ze nooit aan hun lot over en heb hen met heel veel liefde opgevoed.”
“Maar eerlijk gezegd? Ik zou het niet meer eens over willen doen. Ik heb dik spijt van het moederschap en had liever helemaal geen kinderen gehad.”
Vooral haar omgeving speelde een grote rol om toch aan kinderen te beginnen. “Ik zag het ouderschap bijna als iets dat onafwendbaar is als volwassene.”
“Een fase die je vanzelf overkomt. Het ging ook zo snel binnen mijn vriendengroep. De een na de andere raakte zwanger.”
“Ik had die droom zelf zo niet, maar mijn schoonmoeder begon alsmaar meer te hinten.” Omdat haar man ook graag kinderen wilde, besloten ze om ervoor te gaan.
“Ik was nog jong en had nog nooit van iemand gehoord dat het moederschap niet zo leuk is, dus dan heb ik het maar gedaan.” Aanvankelijk vond ze het moederschap wel leuk. Maar toen de zogenaamde duplofase aanbrak, veranderde er iets.
“Die constante rommel en die herrie de hele tijd. Ik was ook geen moedergans die meteen recht springt als er iets misloopt. Ooit communiceerde ik nog in brabbeltaal met mijn kinderen.”
Na een huwelijk van 25 jaar besloot het koppel uit elkaar te gaan. De kinderen wonen bij hun vader, met uitzondering van haar dochter van vijftien. Zij woont bij haar moeder.
“Ik heb soms wekenlang geen contact met hen. Niet dat we ruzie hebben, maar ik heb er geen behoefte aan om ze iedere dag te spreken.”
“We hebben een meer vriendschappelijke band. Als we mekaar na een keer om de zoveel tijd zien, ben ik na twee uur al kapot. Het vreet zo veel energie aan me.”
“En dat was altijd al het geval. Wanneer de kinderen op kamp gingen of een week met iemand mee op vakantie, vond ik dat geweldig.”
“Ook had ik totaal geen behoefte om ze daarna weer terug te zien. Ze waren dan zo hyper bij thuiskomst, dat ik al na tien minuten wenste dat ze opnieuw zouden vertrekken.”
